Au sommet
(Naar de top)
Toen ik
gistermorgen de D55 op draaide, lag de
Mont Ventoux, in de wel erg heiige lucht, recht voor mij. Geen wolken rond de top, dus een prima dag om weer eens naar de top te fietsen. Temeer daar het een dag met weinig wind en prima temperaturen zou worden. We haalden hier 's middags inderdaad weer met gemak de 26 graden. Rustig begon ik aan het vals plat naar de rotonde in de D55/D938. Vlak voor die rotonde wordt het trouwens iets meer dan alleen vals plat. Zodra je de rotonde gepasseerd bent, heb je de berg eigenlijk voortdurend in zicht. Via de dorpjes Caromb, Modène en St-Pierre de Vassols kwam ik op de D974 naar Bédoin. Trouwens, omhoog naar Caromb en vooral naar St-Pierre is het redelijk steil. Ik deed het voor het gemak maar op 't binnenblad, omdat ik mijn energie zoveel mogelijk wilde sparen voor de 'echte klus'
. Omdat je door een mooie omgeving fietst, kun je - ondertussen warm draaiend - ook nog genieten van het uitzicht over de wijngaarden op dorpjes als Le Barroux met z'n hooggelegen kasteel en Crillon-le-Brave.
Nu is er op maandag een grote markt in Bédoin en daarom kun je niet door het dorpje naar de startlijn op de D974 rijden. Vanaf de rotonde vóór Bédoin is er een
déviation aangegeven. Die route brengt je een eind buiten Bédoin weer op de weg naar de
Ventoux. Halverwege die omleiding neem ik even een korte pauze voor de laatste
ravitaillering (banaan, fruitreep, gelletjes) en een sanitaire stop. Ik moet straks dus weer even een stukje terugrijden naar het dorpje. Als ik bijna bij de startlijn ben, zie ik dat de boel daar vast zit. Wat is er aan de hand? Op zo'n 100 meter voor de start (richting dorpje dus), wordt er in een onooglijk steegje/straatje aan de weg gewerkt. Daar is een veegauto een ongelooflijke hoeveelheid stof aan het maken. Op de D974 staat een 'werkverkeer-auto' en iets verder zo'n 'teer-auto'. Die twee zorgen voor de 'verkeerschaos'. Ik plant de
Planet X tegen het bord van
La Route du Ventoux (één van de lokale fietsenmakers) bij de startstreep en noteer vast mijn starttijd.
Als er even wat minder verkeer is, steek ik de weg over richting 'de streep'. Een man met een bezem in de hand regelt op het punt van de werkzaamheden op zijn manier het verkeer. De veegauto komt uit het steegje. Stof, stof, stof... Gelukkig gaat hij ook weer terug. De twee andere auto's komen in beweging. De ene wordt tegenover het steegje geparkeerd en de andere is geloof ik ook het steegje in gereden. Ik zie mijn kans schoon en 'scheur' weg. Ik ben er snel voorbij, zonder dat de 'man met de bezem' mij tegen kon houden
.
Nog op het grote blad rijdend begint voort mij de klim in de richting waar ik zojuist vandaan ben gekomen. In een wip ben ik bij de haakse bocht naar links, daar waar rechtdoor de weg naar Flassan gaat. Ik rijd nog steeds op het buitenblad. De beide wallen van okerkleurige aarde, vlak voor de afslag naar het gehucht
Les Baux, komen in zicht. Nu word het wat steiler en schakel ik naar het binnenblad (34x23). CADEL staat er met grote letters op de weg gekalkt. Ietsje verder staat er VALVERDE, wel in kleinere letters. Nog een keer VALVERDE en nog een keer en nog eens... Ik lees het maar niet meer. Bij Ste-Colombe heb ik het eerste iets steilere stuk al weer achter mij. Over de gehele breedte van de weg zijn hartjes geschilderd. Ik zie rode, gele, groene en hartjes in de kleuren van de Franse en Belgische (?) vlag. 't Is een leuk gezicht. Ik begin, met nog steeds 34x23, aan de tweede wat steilere passage.
Bij
Les Bruns neem ik een paar flinke slokken
Isopower sportdrank en schakel weer naar het buitenblad. Even flink vaart maken voor het 'kuiltje' tussen
Les Bruns en de bocht bij
St-Estève (restaurant
Le Mas des Vignes), waar 'het bos' begint. Zo laat mogelijk ga ik weer terug naar het binnenblad en schakel meteen naar 'de 29', om snel een goed ritme te kunnen vinden. 'Het grote lijden' kan beginnen... De witte toren op de top ligt nu heel even recht voor mij te schitteren in de herfstzon! Na de eerste bocht rijdt er een stuk verderop een racefietser. Wanneer zou ik die inhalen? Het eerste deel van de passage met de 'slalom-bochten' doe ik staand op de pedalen. 't Is er steil en ik weet inmiddels, dat als ik regelmatig uit het zadel kom, ik minder snel problemen met m'n rug krijg. Deze klim wordt voor mij ook de ultieme test van de
Planet X in de nieuwe
'set-up'.
Als ik vlak achter de racefietser arriveer, zie ik dat het een racefiets-ster is. Ik rijd er naast en zie een toch niet meer zo heel jonge vrouw. We groeten elkaar.
Ça va? (Gaat het?), vraag ik.
Ça va. On le fait doucement. (Het gaat. We doen het rustig aan.), krijg ik als antwoord.
D'accord! Bon courage! (Oké/goed. Sterkte!), zeg ik. Ze bedankt mij en we strijden ieder weer onze eigen strijd tegen de berg. Wat verder hangt er een knaap tegen de vangrail uit te hijgen. Als ik hem passeer groet ik maar. Hij is flink aan het drinken. Pas als ik een tiental meters verder ben, hoor ik een wat somber klinkend
Bonjour achter mij. Ik hoor dat het geen Fransman is...
Links zie ik de verharde weg het
Massif des Cèdres in gaan. Een man op een mooie met
SRAM-componenten afgemonteerde
Look haalt mij in. Hij heeft nog een kransje over zie ik. Eigenlijk trapt hij wat te zwaar is mijn mening. Hij loopt ook slechts heel langzaam uit. Ik houd gewoon mijn eigen tempo vast. Oei, ik word nu ingehaald door een knaap die bijna horizontaal over het stuur liggend op z'n
Trek voorbij komt. Hij heeft nog minstens twee kransje over. Maar het kunnen er ook drie geweest zijn. De man op de
Look 'gaat er ook aan', zie ik.
Net voor ik bij het links van de weg liggende gele
Maison Cantonaire ben, peuter ik een viertal gelletjes uit mijn achterzak. De grote, brede S-bocht vlak daarna begin ik op het midden van de weg, om die hele akelig steile binnenbocht te omzeilen. Nog een paar honderd meter en ik ben zo ongeveer halverwege het bos en ook halverwege de klim. Zo af en toe haal ik een wat minder getalenteerde (of minder goed getrainde/voorbereide) fietser of een stel fietsers in.
Salut klinkt het naast mij. Een gesoigneerde 'hardrijder' op een
Felt komt langszij. Er komen natuurlijk ook auto's omhoog. Het valt mij op dat er een paar auto's met Belgisch kenteken (sorry meelezende Zuiderburen) niet de moeite nemen om wat ruimte aan te houden tijdens het passeren. Maar 't kan natuurlijk toeval zijn
.
Bij de 'bocht met de twee loodsen' neem ik maar weer eens een paar slokken. Ik ben nu bijna bij
Chalet Reynard en heb het ergste van de klim naar de top dan achter de rug. Oké, de allerlaatste kilometer is ook niet mis, maar dan leef je al in de euforie van 'het weer gehaald te hebben'. Een stukje voor de bocht/parkeerplaats bij het
chalet schakel ik nog wel even naar 'de 23' en lees ik op het kilometerpaaltje dat de nu volgende kilometer aan 7,5% gaat. Ik vind 't prima! Na de grote bocht ga ik wel weer terug naar 34x29. Op het informatiebord langs de weg, ik ben dan slechts een paar honderd meter voorbij het kilometerplaatje, zie ik dat ik nu op slechts 7,1% voor de volgende kilometer behoef te rekenen. 't Is maar vanaf welk punt je iets berekent.
Van die laatste 6 kilometer kan ik altijd enorm genieten. Als ik daar zo fiets, mooi weer, de groene driehoeken op de weg en een niet meer steile helling onder de wielen, dan heb ik het steevast erg naar m'n zin. Van die 6 kilometer is alleen, ik schreef het al, de laatste nog ècht gemeen. Als je het bos goed verteerd hebt en niet 'volledig uitgewoond' bij
Chalet Reynard aankomt, is het stuk fietsen over de 'kale schedel' eigenlijk gelijk aan een gewone, niet al te lastige, col
. Voor mij schiet rechts van de weg de fotograaf van
Griffephoto zijn plaatjes. Ik ga vast rechtop zitten en trek mijn 'Happy Ventoux-gezicht' voor een leuke serie foto's. En juist dan komen er drie min of meer bumperklevende auto's aan, precies op het moment dat ik bij de fotograaf ben. Dat lijkt hem geen geschikte achtergrond. Met zijn hand maakt hij een gebaar van 'sorry' en zegt
Désolé pour le maillot Grimpeur (Het spijt mij voor de Grimpeur-trui.). Pech, kan een keer gebeuren. Ik ben trouwens al ontelbare keren gefotografeerd hoor en koop heus niet al die foto's
.
De laatste twee gelletjes gaan er nu aan. Ik schiet al aardig op en kan zelfs een heel stuk netjes 34x26 fietsen. Mijn voorste bidon is leeg. Ik wissel voor en achter even om. Nog 2,5 kilometer te gaan. Rechts van de weg loopt een jongeman naast zijn racefiets. Dat lijkt mij niet handig zo, met die schoenplaatjes en 2,5 kilometer is nog een behoorlijk eind! Hé, ik ben al bijna bij het monument ter nagedachtenis aan
Tom Simpsom. Er loopt al weer iemand naast zijn fiets. Wat is dat toch?
Weer klinkt het
Bonjour. Een frisse jonge meid gaat mij voorbij. Ja, daar moet je maar aan wennen als je niet meer tot de jongsten behoort
. Een naar beneden komende racefietser maakt rechtsomkeert. O, hij vangt de vrouw op. Ze horen kennelijk bij elkaar. De fotograaf die doorgaans in de bocht bij de
Col des Tempêtes staat, heeft zijn seizoen zeker al afgesloten. Er staat daar wel een auto, maar die is niet van de fotograaf.
Nog even het laatste 'smerig' steile stukje tot bij
Le Vendran en 't zit er weer op. Ter hoogte van deze bar staat toch nog een fotograaf. Hij schiet een plaat van de jongeman en de vrouw. Daarna ben ik aan de beurt! Maar de fotograaf draait zich om en gaat aan z'n camera staan prutsen. Geen professionele foto's deze keer dus.
Als ik het plateau op fiets, zie ik dat de verkeerssituatie daar volledig is aangepast. Misschien heb ik hier op het forum of in het internet iets gemist, maar dit is volslagen nieuw voor mij! Er is op dat plateau nu éénrichtingsverkeer ingesteld voor gemotoriseerd verkeer. Komende van Bédoin moet je de lage passage nemen en vanaf de andere zijde mag je over het hoge deel. Daarvan is nu de andere helft voor fietsers vrijgehouden. Het wemelt er daarom niet meer van geparkeerde auto's bussen e.d. Alleen 'dienstauto's' mogen er nog op vanaf deze kant. 'Overal' staan nu houden scheidingsbalken. Het is zo een stuk netter. Ik vraag mij alleen af, of het met de afslaande auto's geen problemen gaat geven, want die moeten nu de weg van de fietsers kruisen...
Op de top vind ik meteen een Nederlander die bereid is mij met mijn eigen camera te fotograferen. Hij heeft zelf een knaap van een fototoestel om zijn nek hangen en wil mij ook wel met zijn camera fotograferen. Als ik hem m'n email-adres geef, stuurt hij de foto's wel op. Een erg sympathiek gebaar, doch ik laat het maar bij de 'kiekjes' van mijn compactje. Ik maak nog een praatje met hem en vertel hem over de risico's van het naar boven rijden tijdens
Mistral en hoe de fietsen hier dan als een wiebelend uithangbord getoond worden. Dat laatste weet ik gelukkig niet uit eigen ervaring, doch heb ik van verschillende kanten horen vertellen. 't Zou dus waar kunen zijn.
Al weer voor de 46e keer boven:
Dit jaar is de berg weer 'slechts' 1911 meter hoog:
De nieuwe situatie op de top van de Mont Ventoux:
Zo ziet het er nu uit als je vanaf Bédoin komt:
(N.B. Let op de vrij smalle doorgang voor de fietsers)
Omhoog kijkend was het niet zo heiig :
(N.B. Let op het bord 'verboden in te rijden', linksonder)
Vanwege het niet zo heldere weer, maak ik geen foto's van de omgeving. Ik eet nog een appel en een fruitreep en drink flink wat, want er is toch weer menig zweetdruppeltje gevallen. Nadat ik mijn gele windjackje heb aangetrokken verlaat ik het plateau naast de grote witte toren. Voordat ik echt ga dalen, stop ik nog voor een paar foto's van de nieuwe verkeerssituatie. Leuk voor degenen die dit nog niet kennen, of nog niet gezien hebben, lijkt mij.
Dacht ik eerst zonder jackje te kunnen dalen, nu blijkt dat toch een verkeerde gedachte te zijn geweest. Als je zo hard naar beneden suist, is het best fris. Niet koud, wel fris. Ik zie dat het bos op de hellingen hier al een beetje richting herfstkleuren gaat. In het bos zelf, wat lager, is daar eigenlijk nog niets van te zien.
Er komen nog steeds genoeg fietsers omhoog en lang niet allemaal op een racefiets of MTB. Links staat een bestelauto naast de weg, motorkap open en ik zie stoom, heel veel stoom. Goed oplettend en zo veel mogelijk 'scherp' rechts houdend geniet ik van de lange afdaling. Ergens halverwege de onderste helft van 'het bos' hangt een racefietser die omhoog wil, diep over zijn stuur gebogen. Als je op dat punt al zo 'op' bent, kun je volgens mij het beste gewoon omkeren en het later nog eens proberen (maar dan wel beter voorbereid).
Prachtig is altijd weer het panorama wat je te zien krijgt als je uit het bos komt. De zon schijnt volop, heel in de verte zie je het kerkje van Bédoin en naar rechts omhoog kijkend is daar, nu behoorlijk ver weg, de top weer te zien. Het is nu eerst nog een beetje genieten en dan ben ik al weer in Bédoin, waar de laatste restanten van de markt opgeruimd worden. De vele terrasje zitten nog vol met natafelende toeristen. Ik kan gelukkig makkelijk door het dorpje fietsen. De benen voelen nog goed aan en daardoor blijft de vaart er behoorlijk in tijdens de ruim 16 kilometer die ik nog te gaan heb naar Aubignan. 't Was een korte rit (
76 km), maar dat was natuurlijk niet het belangrijkste. Dat ik de klus weer geklaard heb, dat telt en met een tijd van 1:56:04 mag ik op mijn leeftijd ook best tevreden zijn, lijkt mij zo
! De 'set-up' van de
Planet X heb ik nu ook goed kunnen testen tijdens een zware en lange beklimming en die test is heel goed verlopen
. Ik ben vandaag een zeer tevreden fietser
.