'Le Luberon en vélo'
'Autour du Petit Luberon' (Rondom de Petit Luberon)
In mijn
tweede verslag vanuit Maubec, vertelde ik al over de geheel uitgepijlde fietsroute van Cavaillon naar Forcalquier. Deze route gaat echter in z'n totaliteit helemaal rondom het Luberon-gebergte. De route bestaat al een flink aantal jaren, hetgeen ook duidelijk te zien is aan de informatieborden in de dorpjes waar je door komt. Het leuke van die route is, dat je op de mooiste plekjes komt en dat er in elk dorpje staat aangegeven wat er te zien en/of te beleven valt. Het is echter geen route die je zo maar even in z'n geheel 'doet', want sommige stukken zijn behoorlijk geaccidenteerd en de totale route rondom de Luberon is echt iets voor 'kilometervreters'. Mijn plan voor
gisteren was om eens om de Petit Luberon (dat is het deel van de Luberon tussen Cavaillon en Bonnieux) te fietsen. Waar mogelijk wilde ik dan de route van 'Le Luberon en vélo' volgen.
Klaar voor de start in Maubec:
Vanuit Maubec word je via allerlei achteraf gelegen weggetjes geleid en uiteindelijk kom je op de weg naar Oppède-le-Vieux. Zulke achteraf-weggetjes neem je natuurlijk nooit als je hier niet woont, want je weet immers niet hoe je daar een 'doorlopende' route van moet maken. Halverwege de afdaling vanuit Oppède-le-Vieux moet je 'opeens' (goed op de bordjes letten!) weer een weggetje nemen dat een scherpe hoek maakt met de 'hoofdweg'. Je rijdt dan nagenoeg langs de voet van het Luberon-gebergte. Een fraaie donkerbuine eekhoorn kruist mijn pad. Het schuwe diertje probeert snel een veilig heenkomen te vinden en het zand van de aarden wal, waar het beestje in paniek tegen op klautert, stuift letterlijk alle kanten op. Wat verderop rijd je wat van de berg weg en kom je tussen de wijngaarden, om vervolgens op de mooie en klimmende route naar Ménerbes uit te komen. 'Achterom' word je Ménerbes in gestuurd en je gaat helemaal door het dorpje, over de kortgeleden vernieuwde bestrating (mooie, grote en goed vlak gelegde tegels). Daarna dalend het dorpje uit en verder op de weg naar Bonnieux. Zo'n 5 km voor Bonnieux moet je linksaf naar Lacoste. Overal staan netjes de bordjes die de route aangeven. Met een oranje pijl is voor de route 'tegen de wijzers van de klok in' en met een witte pijl voor de route in de andere richting.
...en met een witte pijl voor de route in de andere richting:
Na een korte klim ben je in Lacoste en na dit dorpje daal je over een recent geasfalteerde weg richting Bonnieux.
Lacoste, met de ruïne van het kasteel van de Marquis de Sade:
Even verder kom je weer op de stijgende weg naar Bonnieux uit. Trouwens, dit eerste deel van de route rijd ik bijna geheel op het binnenblad, want het klimt meer dan het daalt. Bonnieux is een ècht 'village perché' (een tegen een helling gebouwd dorp) en halverwege de klim in het dropje verlaat ik de fietsroute. Het is immers niet mijn bedoeling in Apt uit te komen. Ik klim dus verder door het dorpje richting Lourmarin. Na het dorpje, bij de afslag naar het 'Massif des Cèdres', schakel ik naar het buitenblad, want vanaf hier is het voorlopig alleen maar dalen geblazen.
Op de D943, tussen Bonnieux en Lourmarin:
Het duurt niet lang of ik ben al weer in Lourmarin. Bij het kasteel zijn de eerste bezoekers al weer gearriveerd. Maar ik rijd gewoon door, want in een van mijn
vorige verslagen zijn al foto's te vinden van dit mooie renaissance-kasteel.
Olijfbomen, wijngaarden, de Luberon en Lourmarin in de zon: Zuid-Frankrijk!
Racefietsers in Lourmarin:
Voor mij gaat de rit verder richting Lauris. In Lauris is een kleine markt, dus weer extra drukte op de terrasjes en in de schaduw probeert een saxofoonspeler met zijn spel de vakantiegangers te verleiden tot het doen van gulle gaven.
In Lauris sluit ik weer aan op het parcours van 'Le Luberon en vélo' en kom zo op de mooie route via de D173. Dit is wel weer een weg die constant 'op-en-af' gaat. En het wegdek is ook nog al hobbelig. Maar het is beter hier te rijden, dan op de drukke D973!
Routebordjes langs de D173 tussen Lauris en Les Borrys, aan de zuidzijde van de Luberon:
In Les Borrys moet ik een bordje gemist hebben, want ik kom na dit dorpje op de D973 uit. Gelukkig kan ik na minder dan 2 km al afslaan naar Mérindol. Daar is het even zoeken, om weer op de fietsroute te komen. Na Mérindol word je over een binnenweggetje geleid, dat tussen de Route Départementale 973 en de spoorlijn loopt. Een oninteressante weg, langs fruitcultuur en wat andere agrarische activiteiten. Naar rechts kijkend, heb je wel een mooi zicht op de Luberon. Even verder rijd ik pal langs de spoorlijn (geen trein gezien hoor) en ik moet op een gegeven moment zelfs onder het spoor door. Daarna rijd ik vrolijk verder aan de andere kant van de spoorlijn. De begroeiing aan weerszijden van de weg wordt nu wel dichter (schaduw!), maar het wordt wel steeds oninteressanter. Jammer, maar ik begrijp wel dat het alternatief is, langs de D973 te gaan fietsen. Die D973 heeft overigens tussen Mérindol en Cheval Blanc vrij brede fietsstroken, zodat je er redelijk veilig kunt fietsen. En het is eigenlijk ook wel een mooie route.
Ik kies er op een gegeven moment dan ook voor om de fietsroute te verlaten en verder te gaan over de D973. Want ik wil nog wat klimmen! Een paar km voor Ceval Blanc kun je namelijk omhoog via een RF (Route Forestière) naar een soort viersprong, vanwaar je via de Route des Crêtes zelfs helemaal over de bergkam kunt fietsen. Er is wel een 'probleem': de weg is éérichtingsverkeer en ik mag vanaf deze kant niet omhoog. Nu is de weg i.v.m. bosbrandgevaar sowieso afgesloten voor gemotoriseerd verkeer. Dus waag ik het er maar op (dat heb ik in het verleden ook al wel eens gedaan, wat dat betreft ben ik dus een recidivist
). De ruim 8 km lange klim kent gemeen steile stukken en de zon brandt al volop. Vooral de laatste paar km's zijn nog even erg lastig. Maar het is er schitterend in de ruige natuur van de Luberon. Het enige 'verkeer' wat ik tegenkom, is een gezinnetje op hun ATB's. 't Is jammer dat het zo ontzettend heiig is, anders heb je boven een schitterend uitzicht op de Durance-vallei en de Alpilles en aan de andere kant op Cavaillon.
Eenmaal op Le Jas de Ferland (555 m) aangekomen, ga ik eerst even snel het in de klim verloren vocht aanvullen.
Op Le Jas de Ferland, 555 m:
Daarna nog wat foto's schieten. Het 'station herzienne', zoals de Fransen een zendstation met antennemasten noemen, heb ik maar niet gefotografeerd, want het past eigenlijk niet in dit mooie stukje natuur.
De Route Forestière, de Durance-vallei en de Alpilles:
Het begin van afdaling vanaf Le Jas de Ferland (hier is de weg nog goed), met Cavaillon op de achtergrond:
Ik moet dus ook 'tegen het verkeer in' dalen. En die 5,5 km lange afdaling is een regelrechte 'ramp'. Niet vanwege het verkeer, want ik ben de enige weggebruiker. Maar de weg is al snel veel en veel slechter dan een aantal jaren geleden. Niets dan grote gaten in het wegdek, stenen en steengruis. En het is bovendien heel, heel erg steil. Er zit zelfs een passage van 16 procent in! Ik moet goed opletten en voortdurend tussen de gaten door laveren. Bovendien is het nagenoeg continu remmen geblazen. Ik ben zelfs nog even gestopt om de velgen niet te heet te laten worden. 't Is nu eigenlijk meer een route voor de Mountainbike. Wat een verademing is het als ik in Vidauque eindelijk weer op een mooi vlak wegdek kan rijden!
Netjes maak ik de fietsroute via Les Taillades en Robion af en er staat, als ik weer op mijn startpunt ben aangekomen, ruim 87 km op het tellertje. Bij de 35 graden middagtemperatuur van deze dag, vind ik het zo eigenlijk ook wel goed. 't Was toch weer een hele mooie tocht
gisteren!