Fietstochten van "Le Grimpeur"
- Le Grimpeur
- Forum-lid
- Berichten: 2623
- Lid geworden op: 24 nov 2009 14:37
Zeker! Maar eigenlijk vond ik de afdaling lastiger/vermoeiender met al die gaten en dat voortdurend moeten (bij)remmen !
60 x Ventoux
- Le Grimpeur
- Forum-lid
- Berichten: 2623
- Lid geworden op: 24 nov 2009 14:37
Over de Col de Valouse en door een hoekje van Les Baronnies:
(Verslag van de rit van zondag 22 juni 2014)
Alhoewel ik mijn vorige rit, die naar Garde Grosse, op vrijdag 20 juni heb gemaakt en ik al om 08:30 bij de camping wegreed, zag ik dat in het Rox Data Center de rit als datum 15 juni en als starttijd 15:00 kreeg. M'n vrouw hielp mij een beetje op weg en zei: 'Je hebt die rit de 15e 's middags ingetekend'. Merkwaardig, de gereden rit kreeg dus de datum en aanmaaktijd van de in Bike Route Toaster (BRT) getekende 'track'. Het bleef mij natuurlijk bezighouden. Het enige 'afwijkende' ten opzichte van vorige ritten is, dat ik die bewuste rit dus niet in het Rox Data Center heb uitgezet, maar vanuit BRT heb geïmporteerd (als .GPX file). Gelukkig kun je datum en starttijd wel in het Data Center aanpassen . Bij wijze van test heb ik daarom mijn rit voor vandaag weer in BRT aangemaakt en die vervolgens op gelijke wijze in mijn Rox 10.0 geladen. Eens kijken of het nu wel goed gaat .
In Grillon wilde ik de kortste weg dwars door het dorpje nemen, om zo precies tegenover het weggetje naar Taulignan uit te komen. Maar in Grillon stond een bestelauto iets uit te laden midden op zo'n steil omhoog lopend straatje, het straatje waar ik dus ook door zou moeten. Te veel 'gepriegel', dus gewoon 'een blokje om' dan maar. Ook wilde ik deze keer eens proberen via de op mijn Michelinkaart aangegeven D64 helemaal binnendoor naar Taulignan te rijden. Op de digitale kaarten waar ik mijn routes op uitteken, kan dat niet, want daar loopt het betreffende weggetje steeds net voor het riviertje Le Lez (onthoud die naam!) dood. Ik heb wel goed gekeken hoe ik eventueel zou moeten rijden. Bij de eerste splitsing die ik tegenkom en waar ik links aan zou moeten houden, staat een bord 'doodlopende weg'. Je kunt er kennelijk dus niet (meer) door. Dus volg ik dezelfde route als bij een van m'n vorige ritten. Als ik een heel eind verder linksaf moet, is dat een onverharde weg die de wijngaarden in gaat. Ook niet doen dus. Nu weet ik het zeker, er is maar één verharde en dus voor de racefiets geschikte route die je gedeeltelijk binnendoor naar Taulignan brengt.
Vlak voordat ik op de hoofdweg Valréas - Taulignan ben, komen mij drie grote quads tegemoet racen. Ze blijven gelukkig netjes rechts houden, zodat ik er geen hinder van ondervind. Eenmaal op die hoofdweg fietsend, komt er een colonne antieke motoren uit de richting Taulignan. Een mooie cabrio oldtimer volgt de motoren. Ja, 't is zondag en dan ondernemen de Fransen graag iets . Als ik Taulignan al weer gepasseerd ben, snuif ik de geur van bloeiende lavendel op. Er liggen hier aardig wat van die velden tussen de wijngaarden.
Ook bij Taulignan liggen veel lavendelvelden tussen de wijngaarden:
In de verte doemt de Mont Ventoux op en ook de markante contouren van de Dentelles de Montmirail zijn duidelijk te herkennen. Het is niet verkeerd om hier te fietsen. Na het bruggetje over Le Lez fiets ik driekwart van de rotonde en kom zo op de weg richting Dieulefit. Het eerste stuk is stevig vals plat. Een eindje voor Roche-St-Secret-Béconne heb ik het hoogste punt bereikt (334 m) en is het daarna telkens een beetje op en af fietsen. Vlak voor Roche-St-Secret haal ik een groepje Franse racefietsers-in-clubkledij in. Ze zijn kennelijk lid van een fietsclub uit Vaison-la-Romaine. Ik passeer het dorpje. Als ik het dorpje al weer ruim achter mij gelaten heb, komt er rechts van mij een prachtige, enorme en mooi donkerbruine haas vanaf het steile talud naar beneden. Het dier steekt rustig de weg over en verdwijnt daarna in het struikgewas. Ik zeg het nog maar eens, het is prima fietsen hier tussen en in de bergen van de Drôme Provençale! En de weg kruist hier Le Lez weer.
De afslag naar de eerste col heb ik eigenlijk al snel bereikt. De D130, de weg waar ik nu op fiets, is nog rustiger dan die waar ik vandaan kom. 't Is nog 11 km naar de top. De eerstvolgende kilometers zijn slechts fors vals plat, maar wel met een aardig windje tegen. Ik peddel daarom rustig met een licht verzet richting col. Een Franse racefietser staat te 'snoepen' van mooie donkerrode kersen die hij aan 't plukken is van een boom langs de kant van de weg. Het is hier heerlijk rustig fietsen, helemaal geen verkeer en nauwelijks enige menselijke activiteit. Opnieuw rijd ik op een bruggetje over Le Lez. De 'kersenplukker' komt langszij en passeert mij. Een groet kan er kennelijk niet af. Hij trapt 'vierkant', 't is geen stylist, maar hij gaat wel sneller dan ik. Mijn rit van eergisteren zit mij nog duidelijk voelbaar in de benen, dus blijf ik in mijn eigen 'seniorentempo' fietsen en geniet zo op mijn verjaardag van de prachtige omgeving. Als ik Le Moulin nader, zie ik dat het echte klimmen zo gaat beginnen. Ik moet nog wel een keertje Le Lez oversteken . Vanaf deze kant is het overigens geen erg lastige klim, een klim die ik met 34x21 goed aankan. Het was in 2006 dat ik hier ook al eens gefietst heb. De omgeving is mooier dan de op zich saaie col. Op de col heb je wel enig zicht op de omringende bergen, maar in de klim en vooral in de afdaling valt er veel meer te genieten.
Op de Col de Valouse:
Als mijn camera al weer in z'n hoesje zit en opgeborgen is in het zadeltasje, komen de Fransen uit Vaison omhoog, gevolgd door een paar andere racefietsers. Die had ik als 'aankleding' natuurlijk graag op de foto gehad. Maar dat heb ik nu altijd, òf er fietst net een groepje weg als ik aankom, òf er komt net een groepje aan als ik weer vertrek... Ter hoogte van het dorpje Valouse moet ik even een plaatje schieten, want het is daar wel heel erg mooi. Ik zie grillig gevormde 'uitsteeksels' rond de top van een berg en op de hellingen bloeit nog aardig wat brem, een uitzicht om niet zo maar snel aan voorbij te jakkeren, maar om echt even van te genieten.
Bij Valouse, kijkend in de richting van de gelijknamige col:
Er volgt nog een fraaie afdaling, waarbij je tegen het einde in een kleine gorge komt. Dit is een soort mini-uitvoering van het Défilé de Trente Pas, de wat grotere kloof die meteen begint als je aan het einde van de weg linksaf gaat. In de 'mini-kloof' is mijn Rox een paar keer kort het satellietsignaal kwijt, want er verschijnt een pictogram met een grote schotelantenne op het display.
Aan het einde van de gorge bij St-Ferréol-Trente-Pas:
Ik ga echter niet door het défilé, maar rechtsaf naar St-Ferréol, om aan het begin van het dorpje linksaf over de D567 naar Eyroles te fietsen. Dat is een prachtige, maar gemeen steile (34x26) klim over een smalle weg. Maar 't loont de moeite! Als ik al één of twee haarspeldbochten achter mij heb gelaten, hoor ik hoe een auto ronkend omhoog komt. Ik kijk achterom en zie een oude, kleine vrachtauto met open laadbak. Ik hoop dat het vehikel 'ergens' een afslag (was die er?) de landerijen in neemt. Maar nee hoor, 't ding komt achter mij aan. Als ik net weer een bocht achter de rug heb, word ik rakelings gepasseerd. In de laadbak liggen hooibalen opgestapeld. De achterste steken gevaarlijk ver buiten de bak uit. Dat ging dus weer net goed . Door de hitte is het asfalt in de bochten min of meer aan het smelten en dus probeer ik omzichtig om die plaktroep heen te manoeuvreren. Hoe hoger ik kom, hoe fraaier de doorkijkjes op de omgeving en in het dal onder mij. Bij Eyroles ben ik boven. Hier ben ik in een mooi open landschap met bergweiden en boomgaarden aangekomen.
Op het plateau bij Eyroles:
In de afdaling richting Sahune en de D94 ligt er nog redelijk wat gruis op de weg. Ik stop een paar maal, om in het dorre gras mijn banden schoon te vegen. Je fietst hier nog aardig hoog, want het dal beneden mij is nog ver weg. Aan de D94 wordt stevig gewerkt, zodat ik daar bij de chantier (de plaats van de werkzaamheden) over nieuw en mooi vlak asfalt rijd. Tegenover Auberge du Pont de Curnier steek ik de rivier de Eygues over en fiets ik door het stille dorpje Curnier. Ik wil 'achterom' langs Les Pilles en de Garde Grosse naar Mirabel-aux-Baronnies. Dat is een schitterende en heel rustige route. Maar er staat een bord met de tekst
Route barrée à 3 km, dat is dus precies bij Les Pilles. Over de drukke D94 naar Nyons fietsen en verder, daar heb ik helemaal geen zin! 't Is zondag, dus wordt er niet gewerkt, denk ik en wellicht kan ik met de fiets de afzetting wel passeren. De Fransen stoppen voor het weekeinde wel met hun werkzaamheden, maar laten alle borden gemakshalve gewoon staan. Ik neem de gok en fiets gewoon verder.
Er komen mij een paar vakantiefietsers, die ik vanmorgen in de klim naar de Col de Valouse nog heb ingehaald, tegemoet. Ze hebben dus een andere route dan ik genomen en konden kennelijk bij Les Pilles wel passeren, want ze waarschuwen mij niet voor de afzetting. Ik kan inderdaad het dorpje passeren. Wel liggen er overal, reeds met grote keien gedichte, sleuven in langs- en dwarsrichting in de weg. Doch ik schat dat het bij het einde van de bebouwing voorbij zal zijn en dat blijkt ook te kloppen. Langzaam stijgt de D185 naar het colletje. Is in de omgeving van Grillon de meeste brem al uitgebloeid, hier ziet het op de hellingen nog letterlijk geel van de brem. Je kunt wel zien dat de bloei hier ook al over het hoogtepunt is, maar het geurt er nog heerlijk. En stil dat het ook hier weer is! Er zingt een merel! Ik zou er zelf ook haast van gaan zingen, doch het lijkt mij verstandig dat maar achterwege te laten . En zo fiets ik dan over de weg die ik eergisteren nog vanaf Garde Grosse zo mooi in de diepte kon zien liggen. Op de col zitten een paar Fransen te picknicken en een groepje MTB-ers fietst omhoog, richting Église Romane. Verder heerst ook hier de rust.
Op de Col de la Croix Rouge met de Garde Grosse op de achtergrond:
De afdaling begint met een aantal leuke bochten en met de wind schuin achter kan ik flink vaart maken richting Mirabel.
Al snel kom ik in het voor mij zo vertrouwde open landschap van de streek waar de Côtes du Rhône-Villages wijnen geproduceerd worden. Toch staan hier ook nog veel olijfbomen, want ik ben nog in de buurt van Nyons.
Olijfbomen langs de D185 in de buurt van Mirabel-aux-Baronnies:
In Mirabel wilde ik, om de wat drukkere weg van Nyons naar Orange en Bollène te vermijden, binnendoor langs Villedieu en Buisson naar Visan gaan. Ik ken die weg goed, want ik heb er al heel wat keren in het najaar mijn kilometertjes gedraaid. Aan het begin van die weg, de D160, zag ik echter meteen dat ik er vandaag beter niet over kon gaan. De weg is kortgeleden geasfalteerd en middels een groot bord worden fietsers gewaarschuwd voor opspattend split en dus voorzichtig te zijn. Bovendien is het bij een middagtemperatuur van zo rond de 30 graden natuurlijk helemaal geen optie om zo'n vers geteerde route te nemen. Ik zei het al, ik ken de streek hier goed, dus wist ik meteen dat het alternatief toch de doorgaande weg van Nyons naar 't westen zou worden. Nu is er op zondag sowieso veel minder verkeer, want het vracht- en beroepsverkeer ontbreekt natuurlijk. Een aangezien het pas tegen half twee liep, verwachtte ik dat de meeste Fransen nog aan de kaas of het dessert zouden zitten .
Dit bord nodigt nu niet bepaald uit om daar te gaan fietsen...:
Er was inderdaad niet veel verkeer op de D94, maar er werd door een aantal automobilisten toch wel stevig doorgereden. Gelukkig ging men ruim om mij heen en aangezien ik de wind een beetje mee had, was ik ook redelijk snel bij de afslag naar Visan. Keurig verscheen bij de rotonde net voorbij St-Maurice-sur-Eygues de 'track' ook weer op het display van mijn Rox, zodat ik voor de rest van mijn tocht weer een beetje kon 'navigeren'. Het was heet, ik had er al zo'n 90 km op zitten en eigenlijk niet zo veel zin meer in de steile klim naar het plateau bij Visan. Eergisteren schreef ik daar nog over:
Bij La Carne op 't plateau ten NO van Visan:
Via een paar haarspeldbochten daal ik weer en gaat het, tot vlak voor Valréas, verder ook in dalende lijn. In de buurt van Valréas moet ik nog weer een stukje klimmen. Omdat ik niet dwars door het stadje wil, er is daar bovendien ook nog kermis, heb ik een route buitenom in mijn 'track' opgenomen. Dat gaat over weggetjes die je niet op de Michelinkaart zult vinden, dat is wel weer het aardige van het navigeren met zo'n 'GPS-geval' . Net voor drie uur ben ik weer terug bij madame. En zo heb ik mijn 110 km lange route toch netjes helemaal uitgereden . Hij staat natuurlijk ook weer op Strava.
Deze keer wordt de gereden route trouwens wel met de correcte datum en starttijd in het Rox Data Center geladen, dus wat er eergisteren nu precies fout is gegaan...? En dan morgen maar een rustdag nemen. Alhoewel 'rustdag', het geschikt maken voor plaatsing van de foto's, de boel uploaden, het 'verhaal' fabriceren, plaatsen en corrigeren, daar ben ik morgen nog minstens zo'n drieënhalf uur druk mee, vergis je niet .
En dan moet de WiFi- en/of internetverbinding er niet al te vaak uit vliegen...
(Verslag van de rit van zondag 22 juni 2014)
Alhoewel ik mijn vorige rit, die naar Garde Grosse, op vrijdag 20 juni heb gemaakt en ik al om 08:30 bij de camping wegreed, zag ik dat in het Rox Data Center de rit als datum 15 juni en als starttijd 15:00 kreeg. M'n vrouw hielp mij een beetje op weg en zei: 'Je hebt die rit de 15e 's middags ingetekend'. Merkwaardig, de gereden rit kreeg dus de datum en aanmaaktijd van de in Bike Route Toaster (BRT) getekende 'track'. Het bleef mij natuurlijk bezighouden. Het enige 'afwijkende' ten opzichte van vorige ritten is, dat ik die bewuste rit dus niet in het Rox Data Center heb uitgezet, maar vanuit BRT heb geïmporteerd (als .GPX file). Gelukkig kun je datum en starttijd wel in het Data Center aanpassen . Bij wijze van test heb ik daarom mijn rit voor vandaag weer in BRT aangemaakt en die vervolgens op gelijke wijze in mijn Rox 10.0 geladen. Eens kijken of het nu wel goed gaat .
In Grillon wilde ik de kortste weg dwars door het dorpje nemen, om zo precies tegenover het weggetje naar Taulignan uit te komen. Maar in Grillon stond een bestelauto iets uit te laden midden op zo'n steil omhoog lopend straatje, het straatje waar ik dus ook door zou moeten. Te veel 'gepriegel', dus gewoon 'een blokje om' dan maar. Ook wilde ik deze keer eens proberen via de op mijn Michelinkaart aangegeven D64 helemaal binnendoor naar Taulignan te rijden. Op de digitale kaarten waar ik mijn routes op uitteken, kan dat niet, want daar loopt het betreffende weggetje steeds net voor het riviertje Le Lez (onthoud die naam!) dood. Ik heb wel goed gekeken hoe ik eventueel zou moeten rijden. Bij de eerste splitsing die ik tegenkom en waar ik links aan zou moeten houden, staat een bord 'doodlopende weg'. Je kunt er kennelijk dus niet (meer) door. Dus volg ik dezelfde route als bij een van m'n vorige ritten. Als ik een heel eind verder linksaf moet, is dat een onverharde weg die de wijngaarden in gaat. Ook niet doen dus. Nu weet ik het zeker, er is maar één verharde en dus voor de racefiets geschikte route die je gedeeltelijk binnendoor naar Taulignan brengt.
Vlak voordat ik op de hoofdweg Valréas - Taulignan ben, komen mij drie grote quads tegemoet racen. Ze blijven gelukkig netjes rechts houden, zodat ik er geen hinder van ondervind. Eenmaal op die hoofdweg fietsend, komt er een colonne antieke motoren uit de richting Taulignan. Een mooie cabrio oldtimer volgt de motoren. Ja, 't is zondag en dan ondernemen de Fransen graag iets . Als ik Taulignan al weer gepasseerd ben, snuif ik de geur van bloeiende lavendel op. Er liggen hier aardig wat van die velden tussen de wijngaarden.
Ook bij Taulignan liggen veel lavendelvelden tussen de wijngaarden:
In de verte doemt de Mont Ventoux op en ook de markante contouren van de Dentelles de Montmirail zijn duidelijk te herkennen. Het is niet verkeerd om hier te fietsen. Na het bruggetje over Le Lez fiets ik driekwart van de rotonde en kom zo op de weg richting Dieulefit. Het eerste stuk is stevig vals plat. Een eindje voor Roche-St-Secret-Béconne heb ik het hoogste punt bereikt (334 m) en is het daarna telkens een beetje op en af fietsen. Vlak voor Roche-St-Secret haal ik een groepje Franse racefietsers-in-clubkledij in. Ze zijn kennelijk lid van een fietsclub uit Vaison-la-Romaine. Ik passeer het dorpje. Als ik het dorpje al weer ruim achter mij gelaten heb, komt er rechts van mij een prachtige, enorme en mooi donkerbruine haas vanaf het steile talud naar beneden. Het dier steekt rustig de weg over en verdwijnt daarna in het struikgewas. Ik zeg het nog maar eens, het is prima fietsen hier tussen en in de bergen van de Drôme Provençale! En de weg kruist hier Le Lez weer.
De afslag naar de eerste col heb ik eigenlijk al snel bereikt. De D130, de weg waar ik nu op fiets, is nog rustiger dan die waar ik vandaan kom. 't Is nog 11 km naar de top. De eerstvolgende kilometers zijn slechts fors vals plat, maar wel met een aardig windje tegen. Ik peddel daarom rustig met een licht verzet richting col. Een Franse racefietser staat te 'snoepen' van mooie donkerrode kersen die hij aan 't plukken is van een boom langs de kant van de weg. Het is hier heerlijk rustig fietsen, helemaal geen verkeer en nauwelijks enige menselijke activiteit. Opnieuw rijd ik op een bruggetje over Le Lez. De 'kersenplukker' komt langszij en passeert mij. Een groet kan er kennelijk niet af. Hij trapt 'vierkant', 't is geen stylist, maar hij gaat wel sneller dan ik. Mijn rit van eergisteren zit mij nog duidelijk voelbaar in de benen, dus blijf ik in mijn eigen 'seniorentempo' fietsen en geniet zo op mijn verjaardag van de prachtige omgeving. Als ik Le Moulin nader, zie ik dat het echte klimmen zo gaat beginnen. Ik moet nog wel een keertje Le Lez oversteken . Vanaf deze kant is het overigens geen erg lastige klim, een klim die ik met 34x21 goed aankan. Het was in 2006 dat ik hier ook al eens gefietst heb. De omgeving is mooier dan de op zich saaie col. Op de col heb je wel enig zicht op de omringende bergen, maar in de klim en vooral in de afdaling valt er veel meer te genieten.
Op de Col de Valouse:
Als mijn camera al weer in z'n hoesje zit en opgeborgen is in het zadeltasje, komen de Fransen uit Vaison omhoog, gevolgd door een paar andere racefietsers. Die had ik als 'aankleding' natuurlijk graag op de foto gehad. Maar dat heb ik nu altijd, òf er fietst net een groepje weg als ik aankom, òf er komt net een groepje aan als ik weer vertrek... Ter hoogte van het dorpje Valouse moet ik even een plaatje schieten, want het is daar wel heel erg mooi. Ik zie grillig gevormde 'uitsteeksels' rond de top van een berg en op de hellingen bloeit nog aardig wat brem, een uitzicht om niet zo maar snel aan voorbij te jakkeren, maar om echt even van te genieten.
Bij Valouse, kijkend in de richting van de gelijknamige col:
Er volgt nog een fraaie afdaling, waarbij je tegen het einde in een kleine gorge komt. Dit is een soort mini-uitvoering van het Défilé de Trente Pas, de wat grotere kloof die meteen begint als je aan het einde van de weg linksaf gaat. In de 'mini-kloof' is mijn Rox een paar keer kort het satellietsignaal kwijt, want er verschijnt een pictogram met een grote schotelantenne op het display.
Aan het einde van de gorge bij St-Ferréol-Trente-Pas:
Ik ga echter niet door het défilé, maar rechtsaf naar St-Ferréol, om aan het begin van het dorpje linksaf over de D567 naar Eyroles te fietsen. Dat is een prachtige, maar gemeen steile (34x26) klim over een smalle weg. Maar 't loont de moeite! Als ik al één of twee haarspeldbochten achter mij heb gelaten, hoor ik hoe een auto ronkend omhoog komt. Ik kijk achterom en zie een oude, kleine vrachtauto met open laadbak. Ik hoop dat het vehikel 'ergens' een afslag (was die er?) de landerijen in neemt. Maar nee hoor, 't ding komt achter mij aan. Als ik net weer een bocht achter de rug heb, word ik rakelings gepasseerd. In de laadbak liggen hooibalen opgestapeld. De achterste steken gevaarlijk ver buiten de bak uit. Dat ging dus weer net goed . Door de hitte is het asfalt in de bochten min of meer aan het smelten en dus probeer ik omzichtig om die plaktroep heen te manoeuvreren. Hoe hoger ik kom, hoe fraaier de doorkijkjes op de omgeving en in het dal onder mij. Bij Eyroles ben ik boven. Hier ben ik in een mooi open landschap met bergweiden en boomgaarden aangekomen.
Op het plateau bij Eyroles:
In de afdaling richting Sahune en de D94 ligt er nog redelijk wat gruis op de weg. Ik stop een paar maal, om in het dorre gras mijn banden schoon te vegen. Je fietst hier nog aardig hoog, want het dal beneden mij is nog ver weg. Aan de D94 wordt stevig gewerkt, zodat ik daar bij de chantier (de plaats van de werkzaamheden) over nieuw en mooi vlak asfalt rijd. Tegenover Auberge du Pont de Curnier steek ik de rivier de Eygues over en fiets ik door het stille dorpje Curnier. Ik wil 'achterom' langs Les Pilles en de Garde Grosse naar Mirabel-aux-Baronnies. Dat is een schitterende en heel rustige route. Maar er staat een bord met de tekst
Route barrée à 3 km, dat is dus precies bij Les Pilles. Over de drukke D94 naar Nyons fietsen en verder, daar heb ik helemaal geen zin! 't Is zondag, dus wordt er niet gewerkt, denk ik en wellicht kan ik met de fiets de afzetting wel passeren. De Fransen stoppen voor het weekeinde wel met hun werkzaamheden, maar laten alle borden gemakshalve gewoon staan. Ik neem de gok en fiets gewoon verder.
Er komen mij een paar vakantiefietsers, die ik vanmorgen in de klim naar de Col de Valouse nog heb ingehaald, tegemoet. Ze hebben dus een andere route dan ik genomen en konden kennelijk bij Les Pilles wel passeren, want ze waarschuwen mij niet voor de afzetting. Ik kan inderdaad het dorpje passeren. Wel liggen er overal, reeds met grote keien gedichte, sleuven in langs- en dwarsrichting in de weg. Doch ik schat dat het bij het einde van de bebouwing voorbij zal zijn en dat blijkt ook te kloppen. Langzaam stijgt de D185 naar het colletje. Is in de omgeving van Grillon de meeste brem al uitgebloeid, hier ziet het op de hellingen nog letterlijk geel van de brem. Je kunt wel zien dat de bloei hier ook al over het hoogtepunt is, maar het geurt er nog heerlijk. En stil dat het ook hier weer is! Er zingt een merel! Ik zou er zelf ook haast van gaan zingen, doch het lijkt mij verstandig dat maar achterwege te laten . En zo fiets ik dan over de weg die ik eergisteren nog vanaf Garde Grosse zo mooi in de diepte kon zien liggen. Op de col zitten een paar Fransen te picknicken en een groepje MTB-ers fietst omhoog, richting Église Romane. Verder heerst ook hier de rust.
Op de Col de la Croix Rouge met de Garde Grosse op de achtergrond:
De afdaling begint met een aantal leuke bochten en met de wind schuin achter kan ik flink vaart maken richting Mirabel.
Al snel kom ik in het voor mij zo vertrouwde open landschap van de streek waar de Côtes du Rhône-Villages wijnen geproduceerd worden. Toch staan hier ook nog veel olijfbomen, want ik ben nog in de buurt van Nyons.
Olijfbomen langs de D185 in de buurt van Mirabel-aux-Baronnies:
In Mirabel wilde ik, om de wat drukkere weg van Nyons naar Orange en Bollène te vermijden, binnendoor langs Villedieu en Buisson naar Visan gaan. Ik ken die weg goed, want ik heb er al heel wat keren in het najaar mijn kilometertjes gedraaid. Aan het begin van die weg, de D160, zag ik echter meteen dat ik er vandaag beter niet over kon gaan. De weg is kortgeleden geasfalteerd en middels een groot bord worden fietsers gewaarschuwd voor opspattend split en dus voorzichtig te zijn. Bovendien is het bij een middagtemperatuur van zo rond de 30 graden natuurlijk helemaal geen optie om zo'n vers geteerde route te nemen. Ik zei het al, ik ken de streek hier goed, dus wist ik meteen dat het alternatief toch de doorgaande weg van Nyons naar 't westen zou worden. Nu is er op zondag sowieso veel minder verkeer, want het vracht- en beroepsverkeer ontbreekt natuurlijk. Een aangezien het pas tegen half twee liep, verwachtte ik dat de meeste Fransen nog aan de kaas of het dessert zouden zitten .
Dit bord nodigt nu niet bepaald uit om daar te gaan fietsen...:
Er was inderdaad niet veel verkeer op de D94, maar er werd door een aantal automobilisten toch wel stevig doorgereden. Gelukkig ging men ruim om mij heen en aangezien ik de wind een beetje mee had, was ik ook redelijk snel bij de afslag naar Visan. Keurig verscheen bij de rotonde net voorbij St-Maurice-sur-Eygues de 'track' ook weer op het display van mijn Rox, zodat ik voor de rest van mijn tocht weer een beetje kon 'navigeren'. Het was heet, ik had er al zo'n 90 km op zitten en eigenlijk niet zo veel zin meer in de steile klim naar het plateau bij Visan. Eergisteren schreef ik daar nog over:
Wat zal ik doen, terug naar mijn stek of toch nog 'even' omhoog? Ik had mijn vrouw gezegd dat ik zo tegen drieën wel weer terug zou zijn, dus had ik nog wel voldoende tijd voor de klim. En je route helemaal uitrijden hoort eigenlijk wel, toch? Maar die hitte... In Visan zag ik het smalle poortje waar ik door zou moeten voor de klim en bijna 'automatisch' slag je dan toch af. Zoiets zit nu eenmaal in je 'fietsgenen' . Met 34x26 begin ik aan de helling, die rap steiler wordt. Het is een uitgestorven omgeving, want boven woont niemand. De weg is goed te overzien en ik ga aan de linkerkant fietsen, want daar is nog wat schaduw van overhangende bomen. Het zweet prikt in mijn ogen. Het is maar een relatief korte hindernis. Dan is 't even vlak en volgt de 'tweede trap'. Oei, dat ziet er nog steiler uit! Weer links fietsend vanwege de schaduw en even uit het zadel komend red ik dit wat langere stuk ook. Wat een hitte en geen zuchtje wind. Ik kan even op adem komen, want de weg loopt een beetje af. Op naar de 'derde trap'! Hier is nauwelijks schaduw. Weer volgt er een vlakker stukje, voordat ik aan het laatste deel van de klim begin. Nog even de tanden op elkaar en ik zie het in de schaduw gelegen vlakkere stuk waar ik eergisteren nog een foto gemaakt heb. Hè, hè, dat zit er op! Het is inderdaad, wat ik eergisteren al meende te zien, een gemeen steil klim. Op het plateau golft de weg een beetje en kom ik nog een 'bultje' tegen, voordat ik op La Carne (360 m) ben. Hier kun je rechtsaf naar St-Maurice en linksaf naar Valréas.Le Grimpeur schreef:...De afdaling naar Visan is bochtig en behoorlijk steil. Die moet ik ook maar eens in omgekeerde richting gaan doen!...
Bij La Carne op 't plateau ten NO van Visan:
Via een paar haarspeldbochten daal ik weer en gaat het, tot vlak voor Valréas, verder ook in dalende lijn. In de buurt van Valréas moet ik nog weer een stukje klimmen. Omdat ik niet dwars door het stadje wil, er is daar bovendien ook nog kermis, heb ik een route buitenom in mijn 'track' opgenomen. Dat gaat over weggetjes die je niet op de Michelinkaart zult vinden, dat is wel weer het aardige van het navigeren met zo'n 'GPS-geval' . Net voor drie uur ben ik weer terug bij madame. En zo heb ik mijn 110 km lange route toch netjes helemaal uitgereden . Hij staat natuurlijk ook weer op Strava.
Deze keer wordt de gereden route trouwens wel met de correcte datum en starttijd in het Rox Data Center geladen, dus wat er eergisteren nu precies fout is gegaan...? En dan morgen maar een rustdag nemen. Alhoewel 'rustdag', het geschikt maken voor plaatsing van de foto's, de boel uploaden, het 'verhaal' fabriceren, plaatsen en corrigeren, daar ben ik morgen nog minstens zo'n drieënhalf uur druk mee, vergis je niet .
En dan moet de WiFi- en/of internetverbinding er niet al te vaak uit vliegen...
60 x Ventoux
Prachtig. Heb dit zelf ook allemaal wel gereden dus komt allemaal bekend voor. In september zit in weer in Souspierre dus gaan we ook weer wat van je route rijdenLe Grimpeur schreef:Fietsen in het noorden van de Droumo Provençalo
(Verslag van woensdag 11 juni 2014)
- Le Grimpeur
- Forum-lid
- Berichten: 2623
- Lid geworden op: 24 nov 2009 14:37
@ pinarello: je hebt PB.
60 x Ventoux
-
- Forum-lid
- Berichten: 3500
- Lid geworden op: 30 nov 2008 14:11
Als je alles, inclusief foto's, gaat citeren, krijgen we wel heul veel foto's!
- Le Grimpeur
- Forum-lid
- Berichten: 2623
- Lid geworden op: 24 nov 2009 14:37
Dat ben ik helemaal met je eens en daarom heb ik ook al om een aanpassing van de betreffende post gevraagd .
60 x Ventoux
- amclassic-fan
- Forum-lid HC
- Berichten: 24317
- Lid geworden op: 23 jun 2004 17:56
- Locatie: Leende
Ik heb de quote al weg gehaald.
Die weg naar de 'Garde Gross' staat niet op de Michelin kaart? De weg van Nyons naar de Col de la Croix is al een lijn met streepjes er naast (doorgaans onverhard) en na de Col de la Croix zie ik enkel nog een streepjes lijn staan in de richting van Chateauneuf. Er staat geen enkele weg ingetekend naar de Garde Gross.
Volgende keer dat ik er ben kan ik 'm mooi aan mijn lijstje toevoegen.
Die weg naar de 'Garde Gross' staat niet op de Michelin kaart? De weg van Nyons naar de Col de la Croix is al een lijn met streepjes er naast (doorgaans onverhard) en na de Col de la Croix zie ik enkel nog een streepjes lijn staan in de richting van Chateauneuf. Er staat geen enkele weg ingetekend naar de Garde Gross.
Volgende keer dat ik er ben kan ik 'm mooi aan mijn lijstje toevoegen.
- Le Grimpeur
- Forum-lid
- Berichten: 2623
- Lid geworden op: 24 nov 2009 14:37
Dank voor je actie m.b.t. het verwijderen van de quote. Wat je zegt over de weg naar Garde Grosse is helemaal correct. Volgens de Michelinkaart 'stopt' de weg inderdaad bij de Col de la Croix, maar je weet nu hoe je verder moet/kunt . Het is wel een verharde weg, maar zo hier en daar, vooral na de Col de la Croix, lijkt het soms een soort 'half verhard' wegdek, dat wel. Met een beetje goede wil is 't doen hoor.
60 x Ventoux
Ik moest even tijd vinden om bij te lezen maar is dat bij dezen gebeurd. Een heerlijk verslag weer! En enkele wegen komen me bekend voor...
- Le Grimpeur
- Forum-lid
- Berichten: 2623
- Lid geworden op: 24 nov 2009 14:37
Ik had al gezien dat je het de afgelopen dagen nogal druk had... .havana schreef:Ik moest even tijd vinden om bij te lezen...
60 x Ventoux
- Le Grimpeur
- Forum-lid
- Berichten: 2623
- Lid geworden op: 24 nov 2009 14:37
Op de grens van La Drôme en Le Vaucluse
(Verslag van vrijdag 27 juni 2014)
Het gebied ten westen en zuidwesten van mijn standplaats is voor Franse begrippen eerder heuvelachtig dan bergachtig te noemen. Het is dus geen gebied voor de echte klimmers, maar het is geaccidenteerd genoeg om het er als grimpeur toch naar je zin te hebben. Je ziet hier dan ook veel van die tanige, flink gebruinde, oudere Franse fietsers hun rondjes rijden. Voor vandaag heb ik een route van zo'n 100 km uitgezet, waarin ik een paar mooie hoekjes heb opgenomen. Het moest een mix van wat eenvoudig klimwerk en het genieten van een schilderachtige omgeving worden. Uiteindelijk werd het een rit van 108 km en hij staat, zoals gewoonlijk, weer op Strava. De 'plaatjes' geven, denk ik, een aardige indruk van wat ik onderweg al zo gezien heb.
Het had trouwens maar weinig gescheeld, of 't zou een héél korte rit geworden zijn. Ik zat pas een dikke 300 meter op de fiets, toen ik een onoverzichtelijke kruising moest passeren. Ik heb daar voorrang en op beide zijwegen staat zo'n levensgroot achtkantig bord met het woord STOP. Steekt er van rechts een stel racefietsers doodleuk zonder even te stoppen of zelfs maar vaart te minderen de kruising over. In een 'split second' schiet een valpartij dan al door je hoofd, c.q. over je netvlies. Gelukkig reageerden ze wel snel en ik ook, maar je schrikt je natuurlijk rot! Ik kon een krachtterm dan ook niet onderdrukken. De vrouw echode mijn kreet ook nog even! Maar niks van 'sorry' of zo. Ik meende een zwart-witte Giant (of ander sterk sloping fietsje) gezien te hebben.
Enfin, een beetje van de schrik bekomen, koers gezet richting Richerenches. Daar was het even druk op een kruising met wat auto's en een grote landbouwtrekker. Toen ik af kon slaan naar Colonzelle, kwam volgens mij het bewuste stel uit die richting aan scheuren. De vrouw op een sloping zwart-witte Rose ('t was dus geen Giant). Hij herkende mij waarschijnlijk, want hij riep iets van 'hé!' en stak bij wijze van groet z'n hand laag uit. Ik heb maar eens met mijn hoofd geschud en ben aan het vals plat en lichte klimwerk richting Colonzelle begonnen. Na dat dorpje even een steviger stukje klimmen naar Chamaret, waarvan de Tour de Chamaret al prominent in de zon lag te schitteren. 't Was mooi weer en vanmorgen hoorde ik op de radio dat in de departementen Gard en Vaucluse de hoogste temperaturen (om en nabij de 30 graden) van Frankrijk bereikt zouden worden.
Chamaret met La Tour de Chamaret (donjon):
Over een brede weg in een open landschap en met de wind in de rug 'vlieg' ik naar Mont Ségur-sur-Lauzon, waar ik om precies 09:00 uur het dorpje binnenrijd. Aan een gevel hangt zo'n digitale thermometer die nu al 23 graden aangeeft. Als ik op mijn Rox kijk, lees ik op het display 22,8 graden en ik concludeer dat het dus wel realistische waarden zullen zijn. Als ik met de Rox in de zon fiets, of als de fiets even in de zon staat, schiet de waarde omhoog naar Perzische Golf-temperaturen .
Blik op Montségur-sur-Lauzon, met links de Mairie:
In Montségur wijst de Rox mij feilloos de weg richting Clansayes. Ik krijg een smalle weg aangeboden en moet stevig gaan klimmen over een wat hobbelig wegdek. 't Is een rustig weggetje dat door een mooie en bosachtige omgeving voert. Steil is de klim ook: 34x23. Bij een splitsing staat dat je links aan moet houden voor de richting Clansayes, doch de Rox stuurt mij rechtsaf. Ik kom nu op een nog smallere weg met een wegdek van duidelijk mindere kwaliteit. Jeetje, als ik bijna boven ben komt mij in deze woestenij een grote vrachtauto met op de laadbak een enorme blauwe container tegemoet. We kunnen elkaar niet zonder meer passeren, dus één van ons zal moeten stoppen. Omdat de bestuurder van de camion geen aanstalten maakt om dat te doen, ben ik maar de meest wijze, 'klik' ik links uit m'n Kéo 2 Max en schuif half de berm in. Als het gevaarte gepasseerd is (merci), kom ik op de steile helling maar met moeite weer in het pedaal, want die Kéo's blijven altijd 'slingeren'. Net over de top kom ik weer op de andere weg. Later zie ik op de kaart waarom ik van de Rox niet op de andere weg 'mocht' blijven (en de vrachtauto waarschijnlijk ook 'binnendoor' is gegaan). De andere route is namelijk een aardig stuk langer. Ik fiets over die andere weg toch even een stukje terug, want dan heb ik een mooi uitzicht over Clansayes met daarachter de Rhônevallei.
Clansayes en omgeving:
Lavendelveld bij Clansayes met de Site nucléaire du Tricastin (Rhônevallei) op de achtergrond:
Na deze 'fotoshoot' zeil ik via een aantal bochten richting de voet van het dorpje. Ik zie een voor een volgende foto geschikt doorkijkje en knijp in de remmen. Er is daar ook een fonteintje. Er staat een mooi gebruinde, al wat oudere Franse racefietser z'n bidon te vullen. Op het fonteintje is een rood bordje gemonteerd met daarop in witte letters de tekst Eau non potable (geen drinkwater). Eens kijken wat de man met z'n mooie rode 'Pina' en in 't shirt van een fietsclub uit Orange met dat water doet. Hij drinkt wat en vult zijn bidon nog een keer. 'Maakt het u niet uit dat 't geen drinkwater is?', probeer ik. Er komt, met zo'n leuk Provençaals accent, een ontkenning. 'U bent morgen niet ziek?', vraag ik. 'Ziek?', zegt hij en begint te lachen. Nee, dat bordje staat er alleen om administratieve reden, legt hij uit. 'Dat is voor de surveillance (het toezicht)', zegt hij. 'Als ze dat bordje zien, weten ze dat ze daar niet behoeven te controleren'. 'Neemt u gerust', moedigt hij mij aan. 'Nee, dank u', zeg ik, 'ik heb nog genoeg', op mijn nog volle bidons wijzend. 'Het was maar een vraag. Ik ben buitenlander (heeft hij natuurlijk al lang gehoord ) en normaliter neem ik dat soort water nooit'. 'Overal in de Vaucluse waar je dit soort bordjes ziet, kun je het rustig nemen' meldt hij nog. Hij groet en gaat er vandoor. Weer wat geleerd, maar of ik er ooit gebruik van zal maken... ?
Clansayes:
Het gaat nog wat verder naar beneden voordat ik op de weg naar St-Paul-Trois-Chateaux kom. Bij het intekenen van de route heb ik er voor gezorgd dat ik niet dwars door dit stadje hoef te fietsen. Als ik St-Paul nader, wordt er aan de weg gewerkt en is er circulation alternée, wat met zo'n mobiel verkeerslicht wordt geregeld. Ik moet op het (werk)verkeer letten en daardoor mis ik weer eens een afslag. Als ik echter een leeg display voor mij zie, maak ik rechtsomkeert en zie ik dat ik tussen twee afzettingen door, langs de kazerne van de Gendarmerie, buitenom moet. Daar vind je dus zonder zo'n navigatiehulpmiddeltje nooit de juiste weg, want als ik op een gegeven moment denk dat ik gewoon op de ingeslagen weg kan blijven, moet ik toch rechts een ander weggetje op. En zo rijd ik verder foutloos om het centrum van St-Paul en kom ik op de route naar St-Restitut. Een klein stukje over de D59 en daarna kan ik aan de klim naar het hooggelegen middeleeuwse stadje beginnen. Net voorbij het stadje arriveer ik op de hoogste col die ik vandaag tegen zal komen, de Col des Pieux (193 m).
St-Restitut, met Bistrot Le Sidoine op de voorgrond:
Op de hoogste col van deze tocht:
Na het schieten van de 'plaatjes' kan ik weer gaan dalen door een prachtige, enigszins bergachtig aandoende omgeving. 't Is een héél mooi hoekje hier. Als je in deze hoek fietst, wissel je voortdurend van departement. Soms is dat door een bord aangegeven, soms ook niet, want die borden staan meestal langs de doorgaande wegen. Omdat mijn route door de in het zuiden van het departement Drôme gelegen en tot het departement Vaucluse behorende Enclave de Papes loopt, fiets ik vandaag regelmatig over die departementsgrenzen.
Tussen St-Restitut en Bollène passeer je de grens tussen de departementen Drôme en Vaucluse:
(Tot gauw, Tot ziens in de Drôme)
Ook in Bollène fiets ik weer een stukje door een buitenwijk, maar daar heb ik 't navigatiehulpje niet nodig, want ik kom daar op weg naar de Provence en weer terug regelmatig langs. Vandaag wil ik binnendoor naar Suze-la-Rousse. De weg daarheen is niet breed en loopt min of meer parallel aan de hoofdweg (D994/D94). Maar het binnenweggetje is hinderlijk druk. Waarom is mij niet duidelijk, want zo gek veel huizen staan er niet langs die route. Na een wat saai begin, blijkt het verder een mooie route te zijn. Ik kom min of meer aan de oostzijde van Suze-la-Rousse uit, waardoor ik het kasteel ook eens van de ander kant te zien krijg. Bij de brug over het riviertje de Lez (dezelfde als in een van mijn vorige verslagen), neem ik in de schaduw een korte pauze om wat te eten, maar vooral om te genieten van het uitzicht op het stadje met z'n imposante kasteel.
Het kasteel van Suze-la-Rousse:
(Hier is de Wijnuniverstiteit in gevestigd)
Suze-la Rousse met haar kasteel:
Na de pauze moet ik door het laaggelegen deel van 't stadje. De Rox wil mij een zijstraatje in laten rijden, maar er is markt in Suze-la-Rousse en daardoor lijkt het er wel een mierenhoop met veel voetvolk en lieden die hun auto zo dicht als mogelijk is bij die markt willen parkeren. En dan is er natuurlijk ook gewoon het reguliere verkeer. Daarom negeer ik de aanwijzingen op het display en neem ik de hoofdroute. Iets buiten het stadje zie ik, als ik links een zijweggetje nader, de track weer verschijnen. De weg naar Rochegude is net geasfalteerd. Het is vrij ruw asfalt, waar waarschijnlijk nog split op gestrooid zal worden. Nu kun je er nog goed fietsen. Ook hier heb ik de wind in de rug en zijn de 5 km naar Rochegude voorbij voor ik er erg in heb. Het stadje ligt daar mooi in de zon en het kasteel is ook goed herkenbaar. Fotomoment dus...
Rochegude en omgeving:
Voordat ik Rochegude binnenrijd, schakel ik al vast naar het binnenblad, want ook dit is voor mij bekend terrein, dus weet ik dat er meteen geklommen moet gaan worden. Ik haal een viertal oudere Nederlandse vakantiegangers is, waarvan er geloof ik slechts één (een zij) op een E-bike fietst. De beide heren hebben in elk geval van die toch wel zware aluminium fietsen, maar wel met derailleursysteem. Toch knap dat ze in zo'n geaccidenteerd landschap zijn gaan fietsen. Mijn tweede col van de dag komt in zicht. Een vorige keer dat ik hier was, lag er achter het bord een grote wijngaard en kon ik met een beetje moeite mijn fiets ook nog achter tegen dat bord plaatsen. Het ziet er nu héél anders uit...
Op de laagste col van deze tocht:
Ik ben nu op het landschappelijk erg aantrekkelijke Massif d'Uchaux aangekomen. In volle vaart daal ik het colletje af en ga verder, richting Uchaux. Daar sla ik rechtsaf, richting Mornas. Merkwaardig, als ik er ongeveer een derde van deze geaccidenteerde weg op heb zitten, geeft de Rox aan dat ik linksaf moet. Toch maar even kijken. Maar dan raakt hij de kluts kwijt, want wat ik ook doe, ik krijg alleen maar foutmeldingen. Ja, ik kon nog een onverhard paadje in, maar dat doe ik natuurlijk niet. Ik fiets weer terug naar de D74. 'Thuis' zie ik op mijn computer dat het programma een kleine omweg heeft gepakt, een die waarschijnlijk niet geschikt is voor de racefiets. In Mornas gaat het trouwens met de navigatie ook weer een paar keer fout. De eerste keer moet ik bij een aire (parkeer- annex rustplaats) aan de doodlopende kant van die aire de N7 op. En later, als ik om de N7 zoveel mogelijk te vermijden, vanaf de alternatieve route weer naar de N7 terug moet, stuurt de track mij een erf op. Later zie ik op de kaart dat er daar ook een weg naar de N7 zou moeten lopen, maar die is er dus niet (meer), dat heb ik ter plaatse heel goed bekeken. Er zitten dus kennelijk wel foutjes in die kaarten. Na een klein stukje N7, sla ik af naar Mondragon en loopt de navigatie weer prima. Daar komen de vier Nederlanders mij tegemoet. Zo, die hebben toch een flink stuk gefietst! Via een stel haarspeldachtige bochten klim ik weer naar het plateau en gaat het over een golvende route terug naar Rochegude. Ik krijg prachtige uitzichten voorgeschoteld en zie in de verte telkens de Mont Ventoux weer opduiken. Van wat grotere afstand zie je eigenlijk pas goed wat een enorme berg dat is!
De wijngaarden op het plateau in het Massif d'Uchaux:
(Let op de Mont Ventoux, die in de verte te zien is)
Ik zeil van het plateau af en 'dender' Rochegude vanuit het westen binnen. Hier krijg je het oude stadsdeel en het château weer eens van een heel andere kant te zien. In het kasteel is een hotel gevestigd, waar je, zo lees ik op een prijskaart, in juli en augustus voor hun standaardkamer € 245 maag 'aftikken'. Dus als er nog iemand eens in een middeleeuws kasteel wil slapen, hier kan dat. Er zijn ook andere, nog prijziger kamers beschikbaar .
Het kasteel van Rochegude:
(Het kasteel doet tegenwoordig dienst als - zeer prijzig! - hotel)
Ik verlaat de 'kasteelzone' en kijk op het display van mijn Rox, want ik kan slechts één kant op. De andere wegen zijn 'verboden in te rijden' (éénrichtingsverkeer). Dat 'weet' de kaart in mijn Rox helemaal niet, dus moet ik 't zelf maar uitzoeken. Bij wijze van training fiets ik de Col de l'Aspre nog een keer op het buitenblad op, keer om en wil dan richting Lagarde-Paréol binnendoor naar Ste-Cécile-les-Vignes gaan. Merde, daar is het gehate bord weer: geasfalteerd, er ligt split. Dus kies ik voor de gewone route naar Ste-Cécile, over de D8 (met brede fietsstrook).
Daar is 't bord weer :
(De weg van Rochegude naar Lagarde-Paréol is net geasfalteerd)
In Ste-Cécile wil ik binnendoor naar Bouchet. Nu is er hier in de buurt één stadje waar je goed kunt oefenen hoe je verkeerd moet rijden en dat is, juist, Ste-Cécile. Er is een 'ingewikkeld' soort kruispunt, waar iedereen altijd voorrang wil en je goed op moet letten. Ik pak dus net de verkeerde afslag en wil dat 'op gevoel' corrigeren. Ook fout! Dan maar weer terug en van de andere kant komend is het allemaal net wat overzichtelijker en gelukkig is het even rustig. Als ik de grens Vaucluse-Drôme nader, staat er weer net zo'n bord als op bovenstaande foto. Ik zal niet toch weer mijn route moeten aanpassen? Het is gelukkig 'slechts' van dat ruwe zwarte asfalt als op de weg van Suze-la-Rousse naar Rochegude. Alleen liggen er hier wel meer losse steentjes. Ik hoor ze regelmatig tegen de schuine buis tikken . Het gaat door tot aan de afslag naar Bouchet. In de schaduw haal ik de wielen maar even door 't gras, zodat alle troep er af is. Alhoewel ik hier al veel over wegen met allerlei losliggend gruis en zo heb gereden, valt het mij op dat de Schwalbe Ultremo ZX tubeless banden helemaal nog geen sneetjes of kerfjes vertonen . Het einde van m'n tocht komt nu in zicht. Bouchet (niets te zien, niets te beleven) ben ik nog maar net voorbij, of de kasteelruïne van La Baume-de-Transit doemt al weer op. Een boer is z'n lavendel al aan het maaien. De eerste die ik dat hier zie doen. Ik hoop dat de anderen er nog even mee wachten, want het blijft een mooi gezicht, die paarse velden. En vergeet die heerlijke lavendelgeur niet!
La Baume-de-Transit met La Mairie en de kasteelruïne:
De route binnendoor naar Richerenches laat ik maar voor wat hij is, want ik heb op het kaartje wat ik bij mij heb gezien dat er mogelijk nog een stukje half-verhard is. Op een nieuwere kaart is dat trouwens niet meer het geval. En daar is het bord al dat aangeeft dat ik weer in de enclave ben.
Net voorbij La Baume-de-Transit kom je weer in de Enclave des Papes (Vaucluse):
Het is nu nog slechts een paar kilometer naar Richerenches, waar aan het begin van het dorpje de track weer van links opduikt. Dat weggetje ziet er trouwens wel goed uit. Iets voor een volgende keer? De laatste 3 km kan ik bijna met mijn ogen dicht rijden, want ik begin hier de weg te kennen . Ik heb de wind nu schuin achter, want de wind zou vanuit de noordhoek draaien naar het ZW. You arrived, vertelt De Rox mij, als ik even later weer bij mijn vertrekpunt ben aangekomen.
(Verslag van vrijdag 27 juni 2014)
Het gebied ten westen en zuidwesten van mijn standplaats is voor Franse begrippen eerder heuvelachtig dan bergachtig te noemen. Het is dus geen gebied voor de echte klimmers, maar het is geaccidenteerd genoeg om het er als grimpeur toch naar je zin te hebben. Je ziet hier dan ook veel van die tanige, flink gebruinde, oudere Franse fietsers hun rondjes rijden. Voor vandaag heb ik een route van zo'n 100 km uitgezet, waarin ik een paar mooie hoekjes heb opgenomen. Het moest een mix van wat eenvoudig klimwerk en het genieten van een schilderachtige omgeving worden. Uiteindelijk werd het een rit van 108 km en hij staat, zoals gewoonlijk, weer op Strava. De 'plaatjes' geven, denk ik, een aardige indruk van wat ik onderweg al zo gezien heb.
Het had trouwens maar weinig gescheeld, of 't zou een héél korte rit geworden zijn. Ik zat pas een dikke 300 meter op de fiets, toen ik een onoverzichtelijke kruising moest passeren. Ik heb daar voorrang en op beide zijwegen staat zo'n levensgroot achtkantig bord met het woord STOP. Steekt er van rechts een stel racefietsers doodleuk zonder even te stoppen of zelfs maar vaart te minderen de kruising over. In een 'split second' schiet een valpartij dan al door je hoofd, c.q. over je netvlies. Gelukkig reageerden ze wel snel en ik ook, maar je schrikt je natuurlijk rot! Ik kon een krachtterm dan ook niet onderdrukken. De vrouw echode mijn kreet ook nog even! Maar niks van 'sorry' of zo. Ik meende een zwart-witte Giant (of ander sterk sloping fietsje) gezien te hebben.
Enfin, een beetje van de schrik bekomen, koers gezet richting Richerenches. Daar was het even druk op een kruising met wat auto's en een grote landbouwtrekker. Toen ik af kon slaan naar Colonzelle, kwam volgens mij het bewuste stel uit die richting aan scheuren. De vrouw op een sloping zwart-witte Rose ('t was dus geen Giant). Hij herkende mij waarschijnlijk, want hij riep iets van 'hé!' en stak bij wijze van groet z'n hand laag uit. Ik heb maar eens met mijn hoofd geschud en ben aan het vals plat en lichte klimwerk richting Colonzelle begonnen. Na dat dorpje even een steviger stukje klimmen naar Chamaret, waarvan de Tour de Chamaret al prominent in de zon lag te schitteren. 't Was mooi weer en vanmorgen hoorde ik op de radio dat in de departementen Gard en Vaucluse de hoogste temperaturen (om en nabij de 30 graden) van Frankrijk bereikt zouden worden.
Chamaret met La Tour de Chamaret (donjon):
Over een brede weg in een open landschap en met de wind in de rug 'vlieg' ik naar Mont Ségur-sur-Lauzon, waar ik om precies 09:00 uur het dorpje binnenrijd. Aan een gevel hangt zo'n digitale thermometer die nu al 23 graden aangeeft. Als ik op mijn Rox kijk, lees ik op het display 22,8 graden en ik concludeer dat het dus wel realistische waarden zullen zijn. Als ik met de Rox in de zon fiets, of als de fiets even in de zon staat, schiet de waarde omhoog naar Perzische Golf-temperaturen .
Blik op Montségur-sur-Lauzon, met links de Mairie:
In Montségur wijst de Rox mij feilloos de weg richting Clansayes. Ik krijg een smalle weg aangeboden en moet stevig gaan klimmen over een wat hobbelig wegdek. 't Is een rustig weggetje dat door een mooie en bosachtige omgeving voert. Steil is de klim ook: 34x23. Bij een splitsing staat dat je links aan moet houden voor de richting Clansayes, doch de Rox stuurt mij rechtsaf. Ik kom nu op een nog smallere weg met een wegdek van duidelijk mindere kwaliteit. Jeetje, als ik bijna boven ben komt mij in deze woestenij een grote vrachtauto met op de laadbak een enorme blauwe container tegemoet. We kunnen elkaar niet zonder meer passeren, dus één van ons zal moeten stoppen. Omdat de bestuurder van de camion geen aanstalten maakt om dat te doen, ben ik maar de meest wijze, 'klik' ik links uit m'n Kéo 2 Max en schuif half de berm in. Als het gevaarte gepasseerd is (merci), kom ik op de steile helling maar met moeite weer in het pedaal, want die Kéo's blijven altijd 'slingeren'. Net over de top kom ik weer op de andere weg. Later zie ik op de kaart waarom ik van de Rox niet op de andere weg 'mocht' blijven (en de vrachtauto waarschijnlijk ook 'binnendoor' is gegaan). De andere route is namelijk een aardig stuk langer. Ik fiets over die andere weg toch even een stukje terug, want dan heb ik een mooi uitzicht over Clansayes met daarachter de Rhônevallei.
Clansayes en omgeving:
Lavendelveld bij Clansayes met de Site nucléaire du Tricastin (Rhônevallei) op de achtergrond:
Na deze 'fotoshoot' zeil ik via een aantal bochten richting de voet van het dorpje. Ik zie een voor een volgende foto geschikt doorkijkje en knijp in de remmen. Er is daar ook een fonteintje. Er staat een mooi gebruinde, al wat oudere Franse racefietser z'n bidon te vullen. Op het fonteintje is een rood bordje gemonteerd met daarop in witte letters de tekst Eau non potable (geen drinkwater). Eens kijken wat de man met z'n mooie rode 'Pina' en in 't shirt van een fietsclub uit Orange met dat water doet. Hij drinkt wat en vult zijn bidon nog een keer. 'Maakt het u niet uit dat 't geen drinkwater is?', probeer ik. Er komt, met zo'n leuk Provençaals accent, een ontkenning. 'U bent morgen niet ziek?', vraag ik. 'Ziek?', zegt hij en begint te lachen. Nee, dat bordje staat er alleen om administratieve reden, legt hij uit. 'Dat is voor de surveillance (het toezicht)', zegt hij. 'Als ze dat bordje zien, weten ze dat ze daar niet behoeven te controleren'. 'Neemt u gerust', moedigt hij mij aan. 'Nee, dank u', zeg ik, 'ik heb nog genoeg', op mijn nog volle bidons wijzend. 'Het was maar een vraag. Ik ben buitenlander (heeft hij natuurlijk al lang gehoord ) en normaliter neem ik dat soort water nooit'. 'Overal in de Vaucluse waar je dit soort bordjes ziet, kun je het rustig nemen' meldt hij nog. Hij groet en gaat er vandoor. Weer wat geleerd, maar of ik er ooit gebruik van zal maken... ?
Clansayes:
Het gaat nog wat verder naar beneden voordat ik op de weg naar St-Paul-Trois-Chateaux kom. Bij het intekenen van de route heb ik er voor gezorgd dat ik niet dwars door dit stadje hoef te fietsen. Als ik St-Paul nader, wordt er aan de weg gewerkt en is er circulation alternée, wat met zo'n mobiel verkeerslicht wordt geregeld. Ik moet op het (werk)verkeer letten en daardoor mis ik weer eens een afslag. Als ik echter een leeg display voor mij zie, maak ik rechtsomkeert en zie ik dat ik tussen twee afzettingen door, langs de kazerne van de Gendarmerie, buitenom moet. Daar vind je dus zonder zo'n navigatiehulpmiddeltje nooit de juiste weg, want als ik op een gegeven moment denk dat ik gewoon op de ingeslagen weg kan blijven, moet ik toch rechts een ander weggetje op. En zo rijd ik verder foutloos om het centrum van St-Paul en kom ik op de route naar St-Restitut. Een klein stukje over de D59 en daarna kan ik aan de klim naar het hooggelegen middeleeuwse stadje beginnen. Net voorbij het stadje arriveer ik op de hoogste col die ik vandaag tegen zal komen, de Col des Pieux (193 m).
St-Restitut, met Bistrot Le Sidoine op de voorgrond:
Op de hoogste col van deze tocht:
Na het schieten van de 'plaatjes' kan ik weer gaan dalen door een prachtige, enigszins bergachtig aandoende omgeving. 't Is een héél mooi hoekje hier. Als je in deze hoek fietst, wissel je voortdurend van departement. Soms is dat door een bord aangegeven, soms ook niet, want die borden staan meestal langs de doorgaande wegen. Omdat mijn route door de in het zuiden van het departement Drôme gelegen en tot het departement Vaucluse behorende Enclave de Papes loopt, fiets ik vandaag regelmatig over die departementsgrenzen.
Tussen St-Restitut en Bollène passeer je de grens tussen de departementen Drôme en Vaucluse:
(Tot gauw, Tot ziens in de Drôme)
Ook in Bollène fiets ik weer een stukje door een buitenwijk, maar daar heb ik 't navigatiehulpje niet nodig, want ik kom daar op weg naar de Provence en weer terug regelmatig langs. Vandaag wil ik binnendoor naar Suze-la-Rousse. De weg daarheen is niet breed en loopt min of meer parallel aan de hoofdweg (D994/D94). Maar het binnenweggetje is hinderlijk druk. Waarom is mij niet duidelijk, want zo gek veel huizen staan er niet langs die route. Na een wat saai begin, blijkt het verder een mooie route te zijn. Ik kom min of meer aan de oostzijde van Suze-la-Rousse uit, waardoor ik het kasteel ook eens van de ander kant te zien krijg. Bij de brug over het riviertje de Lez (dezelfde als in een van mijn vorige verslagen), neem ik in de schaduw een korte pauze om wat te eten, maar vooral om te genieten van het uitzicht op het stadje met z'n imposante kasteel.
Het kasteel van Suze-la-Rousse:
(Hier is de Wijnuniverstiteit in gevestigd)
Suze-la Rousse met haar kasteel:
Na de pauze moet ik door het laaggelegen deel van 't stadje. De Rox wil mij een zijstraatje in laten rijden, maar er is markt in Suze-la-Rousse en daardoor lijkt het er wel een mierenhoop met veel voetvolk en lieden die hun auto zo dicht als mogelijk is bij die markt willen parkeren. En dan is er natuurlijk ook gewoon het reguliere verkeer. Daarom negeer ik de aanwijzingen op het display en neem ik de hoofdroute. Iets buiten het stadje zie ik, als ik links een zijweggetje nader, de track weer verschijnen. De weg naar Rochegude is net geasfalteerd. Het is vrij ruw asfalt, waar waarschijnlijk nog split op gestrooid zal worden. Nu kun je er nog goed fietsen. Ook hier heb ik de wind in de rug en zijn de 5 km naar Rochegude voorbij voor ik er erg in heb. Het stadje ligt daar mooi in de zon en het kasteel is ook goed herkenbaar. Fotomoment dus...
Rochegude en omgeving:
Voordat ik Rochegude binnenrijd, schakel ik al vast naar het binnenblad, want ook dit is voor mij bekend terrein, dus weet ik dat er meteen geklommen moet gaan worden. Ik haal een viertal oudere Nederlandse vakantiegangers is, waarvan er geloof ik slechts één (een zij) op een E-bike fietst. De beide heren hebben in elk geval van die toch wel zware aluminium fietsen, maar wel met derailleursysteem. Toch knap dat ze in zo'n geaccidenteerd landschap zijn gaan fietsen. Mijn tweede col van de dag komt in zicht. Een vorige keer dat ik hier was, lag er achter het bord een grote wijngaard en kon ik met een beetje moeite mijn fiets ook nog achter tegen dat bord plaatsen. Het ziet er nu héél anders uit...
Op de laagste col van deze tocht:
Ik ben nu op het landschappelijk erg aantrekkelijke Massif d'Uchaux aangekomen. In volle vaart daal ik het colletje af en ga verder, richting Uchaux. Daar sla ik rechtsaf, richting Mornas. Merkwaardig, als ik er ongeveer een derde van deze geaccidenteerde weg op heb zitten, geeft de Rox aan dat ik linksaf moet. Toch maar even kijken. Maar dan raakt hij de kluts kwijt, want wat ik ook doe, ik krijg alleen maar foutmeldingen. Ja, ik kon nog een onverhard paadje in, maar dat doe ik natuurlijk niet. Ik fiets weer terug naar de D74. 'Thuis' zie ik op mijn computer dat het programma een kleine omweg heeft gepakt, een die waarschijnlijk niet geschikt is voor de racefiets. In Mornas gaat het trouwens met de navigatie ook weer een paar keer fout. De eerste keer moet ik bij een aire (parkeer- annex rustplaats) aan de doodlopende kant van die aire de N7 op. En later, als ik om de N7 zoveel mogelijk te vermijden, vanaf de alternatieve route weer naar de N7 terug moet, stuurt de track mij een erf op. Later zie ik op de kaart dat er daar ook een weg naar de N7 zou moeten lopen, maar die is er dus niet (meer), dat heb ik ter plaatse heel goed bekeken. Er zitten dus kennelijk wel foutjes in die kaarten. Na een klein stukje N7, sla ik af naar Mondragon en loopt de navigatie weer prima. Daar komen de vier Nederlanders mij tegemoet. Zo, die hebben toch een flink stuk gefietst! Via een stel haarspeldachtige bochten klim ik weer naar het plateau en gaat het over een golvende route terug naar Rochegude. Ik krijg prachtige uitzichten voorgeschoteld en zie in de verte telkens de Mont Ventoux weer opduiken. Van wat grotere afstand zie je eigenlijk pas goed wat een enorme berg dat is!
De wijngaarden op het plateau in het Massif d'Uchaux:
(Let op de Mont Ventoux, die in de verte te zien is)
Ik zeil van het plateau af en 'dender' Rochegude vanuit het westen binnen. Hier krijg je het oude stadsdeel en het château weer eens van een heel andere kant te zien. In het kasteel is een hotel gevestigd, waar je, zo lees ik op een prijskaart, in juli en augustus voor hun standaardkamer € 245 maag 'aftikken'. Dus als er nog iemand eens in een middeleeuws kasteel wil slapen, hier kan dat. Er zijn ook andere, nog prijziger kamers beschikbaar .
Het kasteel van Rochegude:
(Het kasteel doet tegenwoordig dienst als - zeer prijzig! - hotel)
Ik verlaat de 'kasteelzone' en kijk op het display van mijn Rox, want ik kan slechts één kant op. De andere wegen zijn 'verboden in te rijden' (éénrichtingsverkeer). Dat 'weet' de kaart in mijn Rox helemaal niet, dus moet ik 't zelf maar uitzoeken. Bij wijze van training fiets ik de Col de l'Aspre nog een keer op het buitenblad op, keer om en wil dan richting Lagarde-Paréol binnendoor naar Ste-Cécile-les-Vignes gaan. Merde, daar is het gehate bord weer: geasfalteerd, er ligt split. Dus kies ik voor de gewone route naar Ste-Cécile, over de D8 (met brede fietsstrook).
Daar is 't bord weer :
(De weg van Rochegude naar Lagarde-Paréol is net geasfalteerd)
In Ste-Cécile wil ik binnendoor naar Bouchet. Nu is er hier in de buurt één stadje waar je goed kunt oefenen hoe je verkeerd moet rijden en dat is, juist, Ste-Cécile. Er is een 'ingewikkeld' soort kruispunt, waar iedereen altijd voorrang wil en je goed op moet letten. Ik pak dus net de verkeerde afslag en wil dat 'op gevoel' corrigeren. Ook fout! Dan maar weer terug en van de andere kant komend is het allemaal net wat overzichtelijker en gelukkig is het even rustig. Als ik de grens Vaucluse-Drôme nader, staat er weer net zo'n bord als op bovenstaande foto. Ik zal niet toch weer mijn route moeten aanpassen? Het is gelukkig 'slechts' van dat ruwe zwarte asfalt als op de weg van Suze-la-Rousse naar Rochegude. Alleen liggen er hier wel meer losse steentjes. Ik hoor ze regelmatig tegen de schuine buis tikken . Het gaat door tot aan de afslag naar Bouchet. In de schaduw haal ik de wielen maar even door 't gras, zodat alle troep er af is. Alhoewel ik hier al veel over wegen met allerlei losliggend gruis en zo heb gereden, valt het mij op dat de Schwalbe Ultremo ZX tubeless banden helemaal nog geen sneetjes of kerfjes vertonen . Het einde van m'n tocht komt nu in zicht. Bouchet (niets te zien, niets te beleven) ben ik nog maar net voorbij, of de kasteelruïne van La Baume-de-Transit doemt al weer op. Een boer is z'n lavendel al aan het maaien. De eerste die ik dat hier zie doen. Ik hoop dat de anderen er nog even mee wachten, want het blijft een mooi gezicht, die paarse velden. En vergeet die heerlijke lavendelgeur niet!
La Baume-de-Transit met La Mairie en de kasteelruïne:
De route binnendoor naar Richerenches laat ik maar voor wat hij is, want ik heb op het kaartje wat ik bij mij heb gezien dat er mogelijk nog een stukje half-verhard is. Op een nieuwere kaart is dat trouwens niet meer het geval. En daar is het bord al dat aangeeft dat ik weer in de enclave ben.
Net voorbij La Baume-de-Transit kom je weer in de Enclave des Papes (Vaucluse):
Het is nu nog slechts een paar kilometer naar Richerenches, waar aan het begin van het dorpje de track weer van links opduikt. Dat weggetje ziet er trouwens wel goed uit. Iets voor een volgende keer? De laatste 3 km kan ik bijna met mijn ogen dicht rijden, want ik begin hier de weg te kennen . Ik heb de wind nu schuin achter, want de wind zou vanuit de noordhoek draaien naar het ZW. You arrived, vertelt De Rox mij, als ik even later weer bij mijn vertrekpunt ben aangekomen.
Laatst gewijzigd door Le Grimpeur op 09 jul 2014 12:36, 6 keer totaal gewijzigd.
60 x Ventoux