AMSTERDAM – Michael Rasmussen was de niet-geïdentificeerde ‘renner veertien’ in het USADA-rapport over Lance Armstrong.

Dat zegt de Deen, die donderdag toegaf twaalf jaar lang doping te hebben gebruikt, vrijdag tegen de Deense sportwebsite sporten.dk. “Ik wist dat ik niet anoniem zou blijven, het net sloot zich.”

Om te voorkomen dat hij de rest van zijn leven uit zijn geliefde sport zou worden geweerd, besloot Rasmussen alles te vertellen wat hij wist. Hij wil als sportdirecteur verder. Bovendien was de Deen het zat om te moeten blijven liegen.

Vier dagen lang werd hij door de Nederlandse, Deense en Amerikaanse dopingautoriteiten en het WADA ondervraagd. De mondiale antidopingwaakhond stuurde zelfs een voormalig FBI-agent om Rasmussen aan een kruisverhoor te onderwerpen.

Rasmussen stopte in 2010 met doping omdat het niet meer uitmaakte. “Een etappe in de Ronde van Denemarken winnen maakt niets uit als je vier Tourritten hebt gewonnen. Het deed niets meer voor mijn naam als renner.”

Gemeengoed

Epo-gebruik werd gemeengoed in het wielrennen na het Festina-schandaal in de Tour van 1998, vertelt Rasmussen.

“Het was bijna een advertentiecampagne voor epo. Iedereen wist in een klap wat het was. Voor mij was het een bevestiging van mijn vermoedens over wat er in het profpeloton gebeurde.”

Voor Rasmussen was het internet ook een factor in de verspreiding van epo. “Plotseling was er al die informatie over hoe je het moet gebruiken.”

© Novum