Kun je als ‘leek’ een getalenteerde en zeer ervaren fietser eruit fietsen met een e-bike? Deze lente ging ik deze uitdaging aan. Gewapend met een Specialized Creo e-racer, een gezonde dosis humor en begeleid door mijn proefkonijn en lieftallig vriendje, voormalig prof-wielrenner, touretappe winnaar en voor zijn paar-en-veertig jaartjes nog prachtig in vorm. Plaats delict: De Posbank.
Trapondersteuning tot 25 km/u
Wat een leuke dag! Een concrete onderzoeksvraag vind ik als schrijver van een artikel natuurlijk echt de kers op de taart. De gangbare e-racefietsen hebben een trapondersteuning tot 25 km/h. Dat is logisch, want voor alles wat sneller is heb je volgens de regelgeving een speciale helm, spiegels en een verzekeringsplaatje nodig, en dat staat zo stom op een racer. Dat betekent dus dat een e-racefiets vooral interessant is als je tempo onder de 25 per uur ligt. In de heuvels dus, tegen de wind in, of voor de wat rustigere fietser die misschien met een bepaalde groep mee zou wil komen.De e-bike ‘challengen’ op de Posbank ligt dus voor de hand: Op de klimmetjes red ik zeker geen 25 km/u en zal ik dus maximaal profijt hebben. Maar genoeg om een echte topper eraf te fietsen? Qua bouw ben ik zeker niet ‘petite’ en klimmen is voor mij topsport: Hoge hartslag en dan nóg
word ik vaak gelost. Ik vind klimmen leuk, echt waar, maar het gaat gewoon niet hard. Mijn vriend daarentegen is, vergeleken met mij, een topklimmer. In het peloton was hij dat misschien niet, maar in onze hobby-matige fietsende vriendenkring dingt hij altijd mee om de dagelijkse KOM.
E-racer in fluo-kleurtjes
In Arnhem mag ik bij het
Turbo Testcenter van Specialized een e-racer ophalen. De Creo heeft een trapondersteuning van 240 watt, tot 25 km/h per uur. Voor de rest heeft hij een carbon frame in superleuke paars-turquoise fluokleurtjes en zijn batterij en motor netjes weggewerkt. Om nou te zeggen je ziet het niet, als je de normaal toch erg slanke en sportieve Specialized frames kent, zou mij iets te ver gaan, maar het oogt wel als een geheel ipv “een fiets met een motor”. Als extraatje heeft hij een gedempte voorvork. Tot zover de specs, gaan met die banaan.
Tactiek wint van watt, maar niet op de Emmapiramide
We rijden eerst een stukje vlak om de Posbank van de juiste kant te kunnen bedwingen. Hier valt me op dat de fiets zich gedraagt als een gewone racer. Ik rij mijn normale snelheid en er valt me niets negatief op. Op de eerste klim wint Leon het van mij op tactisch vlak: Hij kent het hier beter, demarreert net iets eerder en doet vervolgens zijn stinkende best. Triomfantelijk kijkt hij om. Damn…zal mijn missie niet slagen? Bij de Emmapiramide pak ik het slimmer aan: Die zie ik namelijk wel aankomen. Trapondersteuning op standje 2 van de drie en dan met mijn normale klimhartslag (boven de 150 meestal) naar boven. Ik zie vriendlief achter mij verdwijnen. Had ik al vermeldt dat hij slechte benen had die dag? Nee? Oh, dan was ik dat vergeten 😁
Werkt beter op steile stukjes
Even later volgen weer wat vlakkere klimmetjes, en daar vind ik het toch weer moeilijk om bij hem te blijven. Het is duidelijk dat mijn success afhangt van de stijgingspercentage van de klim. Tussendoor varieer ik ook met het niveau van de ondersteuning. Het is wel echt een leuk iets om te doen: Je hoort het motortje zoeven en dan voel je de ‘gentle push’. De laatste uitdaging van de dag is de ‘Roozenbosklim’. Die begint zachtjes en dus los ik in het begin. Vervolgens zit het venijn ‘m in de staart en haal ik Léon snel weer in. En weer lukt het me vrij makkelijk om hem eraf te rijden. Zomaar, gebaseerd op wat ik heb beleefd, zou ik mijn onderzoeksvraag dus beantwoorden met: Ja, ik kan een topwielrenner eraf rijden met een e-bike, mits de klim steil genoeg is (dat dit niet wetenschappelijk is een heel veel waardes tot andere uitkomsten kunnen leiden daargelaten, dat laat ik aan anderen over).
Cijfers & Feiten
Ik heb deze rit, natuurlijk puur omwille van de wetenschap, met Strava opgenomen. Er valt te concluderen: Ik heb geen enkele QOM gepakt, wel drie bekertjes. Op de Emmapiramide reed ik een tijd van 2.03 minuten, dat is exact 47 seconden langzamer dan Annemiek van Vleuten’s PR van 1.16 minuten. Zij reed uiteraard zonder e-bike. Verschil mag er wezen. Mijn tijd is -on the bright side- 52 seconden sneller dan mijn PR op deze klim tot heden en volgens Strava 3 seconden sneller dan Léon (gezien ik boven even gewacht heb, ben ik denk ik te vroeg gestopt). Op de Roozenbosklim bedraagt het verschil tussen Léon en mij op deze dag 3 seconden over de hele klim (08:53 min vs 08:55 min). Zijn PR ligt echter weer onder mijn e-bike tijd.
Conclusie
Zoals al gezegd, je kan in heuvelachtig gebied op een e-racer prima meekomen met een zeer ervaren en getalenteerde fietser. Dat voelt absoluut leuk, zeker als je zoals ik normaliter traag klimt. Het is een prima middel om niveauverschillen uit te balanceren binnen een groep. Daar zou ik voor mezelf serieus potentie zien om zo’n fiets vaker te gebruiken: Gezien ik altijd degene ben op wie bij klimmen gewacht moet worden, zou ik de e-bike prima kunnen gebruiken om met de wat snellere fietsmaatjes mee te gaan. Zeker als je bovenop de ondersteuning lekker je best blijft doen, dan kun je een heel stuk beter klimmen dan normaal en mag je dus ook eens ervaren hoe het is om op anderen wachten. Ik vond het in iedere geval een heel erg leuk experiment!