Morgen staat de Scheldecross in Antwerpen op het programma. Voor sommigen een noodzakelijk kwaad, maar niet voor veldrijdster Lindy van Anrooij (21). De Nederlandse ploetert graag door het zand. “Ik hoop in Antwerpen een goede en constante wedstrijd te rijden zoals in Hamme.”

Lindy van Anrooij hoopt zaterdag een constante wedstrijd te rijden. “Ik vind het erg leuk om in het zand te rijden en vond het daarom jammer dat de wereldbeker in Koksijde vorig jaar werd afgelast. De Duinencross is een van mijn favorieten.” Hard labour door de modder ligt van Anrooij ook wel. “Maar dan wel de crossen waar je nog goed door de modder kan rijden. Lopen door de modderstroken ligt me minder.”

Ik hoop binnenkort weer op mijn oud niveau te staan, zodat ik ook een goed NK kan rijden

De Nederlandse had tot nu toe een hobbelig seizoen en is dan ook niet tevreden over haar start. “Voor de cross in Gieten kreeg ik buikgriep, waardoor ik een week niks kon doen. Bovendien bleven die buikproblemen een maand lang aanslepen. Na de Nacht van Woerden, waar ik zevende werd, ben ik opnieuw ziek geworden. Ik had een verkoudheid en een voorhoofdsholteontsteking, waarvoor ik antibiotica nam. Opnieuw lagen mijn trainingen tien dagen stil.” Na alle lichamelijke kwalen pikte van Anrooij de draad weer op: het begon met rondjes losfietsen en lichte duurtrainingen. Ze reed opnieuw mee in de Flandriencross in Hamme, waar ze mooi vijftiende werd. Maar daarna vielen de resultaten weer tegen.

Triatlon

Van Anrooij wil de conditie terugvinden die ze in Hamme te pakken had. “Ik hoop binnenkort weer op mijn oud niveau te staan, zodat ik een goede tweede helft van het seizoen kan rijden met onder andere het Nederlands kampioenschap in Surhuisterveen.”

In 2015 koos van Anrooij definitief voor het veldrijden. Daarvoor combineerde ze het veldrijden met triatlon, een sport waar ze veel successen behaalde. Ze heeft nog geen spijt van die keuze. “Sindsdien heb ik alleen nog gezwommen als mijn zusje op vakantie een trainingsmaatje nodig had, maar die keren zijn op een hand te tellen. Hardlopen doe ik in de winter natuurlijk wel nog als voorbereiding op het veldritseizoen. Ik zou graag nog eens de Xterra wedstrijd in Namen willen doen.” Deze wedstrijd kwam helaas pas op de kalender toen van Anrooij de triatlonsport net vaarwel had gezegd.

Ik heb na de middelbare school nooit getwijfeld om wel of geen opleiding te volgen

Topsport vs studie

Van Anrooij heeft nog steeds een drukbezette agenda. Als 21-jarige combineert ze topsport met een bacheloropleiding Commerciële economie met als specialisatie Sportmarketing. Van Anrooij vindt het belangrijk om haar diploma te behalen. “Ik heb er na de middelbare school nooit over getwijfeld om wel of niet een opleiding te volgen. Ik vind het zeker ook belangrijk om naast het fietsen nog met iets anders bezig te zijn, omdat de kans nu eenmaal klein is dat je als dame goed kan leven van het fietsen. Na deze opleiding wil ik sowieso nog doorgaan met studeren. Ik zou graag een universitaire opleiding Psychologie willen volgen nadat ik afgelopen jaar een minor Toegepaste Psychologie gedaan heb. Wellicht neem ik dan eerst een tussenjaar om mezelf even volledig op het fietsen te richten.”

Er komt een drukke periode aan voor van Anrooij. “Normaal begin ik in februari met mijn afstudeerstage van 40 uur per week. Dat zal een lastige periode zijn, omdat ik een evenwicht zal moeten vinden tussen trainingen en stage.” Van Anrooij blijft knokken om het te maken als veldrijdster, en haar diploma te behalen.

Ik vind het belangrijk om naast het fietsen ook te studeren, omdat de kans nu eenmaal klein is dat je als dame goed kan leven van het fietsen

Morgen wordt het sowieso een spannende cross. Vorig jaar schreef wereldkampioene Sanne Cant de Scheldecross op haar naam. De veldrit maakt deel uit van de DVV Verzekeringentrofee, waar Katie Compton leider is. Normaal verschijnt Marianne Vos morgen voor de eerste keer dit seizoen in het veld, maar de zevenvoudig wereldkampioene heeft haar zinnen gezet op het WK in Valkenburg begin februari.

 

 

Tekst en interview door: Pauline Farazijn