De grootste tegenstander op de fiets zijn niet de tegenstanders in je wedstrijd, of het stijgingspercentage van die zware col. Het is een onzichtbare barrière: de lucht. Je kan trainen wat je wil, maar je zal ook rekening moeten houden met de wetten van de aerodynamica en met name in een tijdrit is daar voor renners van alle niveau’s veel te winnen. We geven je zes tips.

  1. Ga lager zitten. Niet met je kont, maar met je kop. Ruim tachtig procent van de luchtweerstand komt op het conto van de fietser, niet van de fiets, en het grootste deel daarvan is voor rekening van je hoofd.
  2. Ga hoger zitten. Juist met je billen. Het lijkt tegenstrijdig, maar als je je zadel wat hoger zet krijg je in de tijdrithouding vanzelf een vlakkere rug.
  3. Maak jezelf smal. Het is wellicht niet comfortabel, maar het levert veel op om je stuur zo smal mogelijk te maken en daarmee je frontale oppervlak te verkleinen.
  4. Houd het strak. Trek een zo strak mogelijk tenue aan. Denk aan een snelpak voor een tijdrit en ook aan overschoenen. Ook op de gewone fiets is strakker beter dan fladderend. In aerodynamisch opzicht is je shirt beter een maatje te klein dan te groot.
  5. Zit stil. Ga niet schokschouderen en wiebelen bij een stevige inspanning. Elke beweging vergroot je frontaal oppervlak en dus je luchtweerstand.
  6. Kijk vooruit. Houd je blik strak vooruit. Niet alleen een tijdrithelm, maar ook gewone helmen zijn ontworpen voor een hoofd dat omhooggehouden wordt. Kijk je naar beneden, dan doe je het aerodynamisch ontwerp van je helm tekort.

In het septembernummer van Fiets gaan we nog veel dieper in op de winst die in aerodynamica te behalen is. Nieuwsgierig? Fiets nr. 9 ligt nu in de winkel en is online te bestellen op tijdschriftnu.nl.