Janke is al 35 jaar fietsenmaakster in Utrecht. Voor Pedala beschrijft ze het dagelijkse leven van een ‘rijwielhersteller’, over haar passie en liefde voor fietsen en de mooie dingen die ze in haar winkel én in haar leven meemaakt.

Het is maandag, vies weer en ik kom net terug uit Amsterdam met allerlei schatten in mijn tas als ik me aan dit schrijfsel zet. In 1992 begon ik met een vriendin een fietsenmakerij in Amsterdam, de Rijwielpleister. Totdat ik in 2002 naar Kaapstad vertrok hebben we daar veel lief en leed gedeeld. Mond tot mond reclame was er veel, we leverden goed werk, maar vaak werd over ons toch wel gezegd: ”Dan moet je bij die chagrijnige potten om de hoek zijn.”

Maandag dus, was ik daar weer na vijftien jaar afwezigheid om een handje te helpen met wat opruimwerkzaamheden. Op de werkbank lag een briefje voor me klaar, vijfentwintig jaar geleden geschreven door mijn oma. Zij vond het bijzonder en “niet zomaar iets”, dat zakendoen van ons, en ze is tot haar dood geïnteresseerd gebleven en trots op ons geweest.

Dankzij haar heb ik altijd de kracht gevonden mijn hart te volgen

Juist dát was voor mij zo heel erg bijzonder, mijn ouders vonden het maar niets en de tijd was er ook niet naar, maar oma heeft altijd in mij geloofd en mede dankzij haar heb ik altijd de kracht gevonden mijn hart te volgen.

Collega fietsenmaker

Intussen in Utrecht was er ook van alles gebeurd. In het weekend met een vriendin naar een concert in Tivoli/Vredenburg. Dankzij het actieve stallingbeleid in onze gemeente kun je bijna overal 24 uur gratis en bewaakt je fiets stallen, ook bij Tivoli, pal eronder en heel goed geregeld dus!

Terwijl mijn fiets gescand wordt door de stallingmeester vraagt hij aan mij of ik fietsenmaker ben… Ik kan me niet herinneren dat een man mij ooit die vraag serieus gesteld heeft. Dit was dus ook echt de allereerste keer en ik zeg tegen hem dat ik dat toevallig inderdaad ben. ‘Ooh, fijn!’ zegt hij. ‘Kun je me even helpen?’ Vriendin T gaat alvast naar boven, het concert begint zo, ik besluit hem even te helpen met de fiets van een stallingsklant.

Ik kan me niet herinneren dat een man mij ooit die vraag serieus gesteld heeft…

Echt helpen kan ik hem niet, omdat de afgelopen ketting heel erg versleten is, noodverbandje dus. Voordat ik ook naar boven ging vroeg ik hem nog even waarom hij dacht dat ik fietsenmaker ben. Met een stralende glimlach luidde zijn antwoord: Nou mevrouw, u heeft vieze handen!

De stallingmeester met een Turkse achtergrond laat hier de kracht van Nederland zien. Gaaf!

Fietstovenaars

Ook in mijn winkel gebeurt natuurlijk van alles, het is ongewoon druk voor de tijd van het jaar. Fijn, ik heb de inkomsten hard nodig, want de financiële zorgen zijn groot. Er is nét genoeg werk om de vaste lasten te kunnen voldoen, maar er blijft eigenlijk niets over om achterstanden in te lopen of eens een keertje een weekendje weg te gaan. Winkelsluiting is duur.

Steeds meer mensen kopen online en verwachten dat ik via het World Wide Web hun fietsje in duik voor offline reparatie

Steeds meer mensen kopen online en verwachten bijna dat ik via het World Wide Web hun fietsje in duik voor offline reparatie, best wel moeilijk en bovendien ken ik geen afgestudeerde fietstovenaars van de Universiteit van Zweinstein.

Ik mis de spiegel. In een cafetaria kun je wachten op je eten. Bij mij krijgen dit soort ongeduldige klanten voortaan een lekkere 5/16 kogel. Als die opgezogen is, is hun fiets klaar, maar het kan een paar uurtjes duren 😉