10. Gebruik platte pedalen
Wanneer je op pad gaat met klikpedalen dan is in en uitklikken vaak na enkele minuten al niet meer mogelijk. De sneeuw plakt rondom je schoenplaatjes en vriest vast tot het één klont ijs is. Met brede platformpedalen en een stel stevige schoenen houd je én warme voeten én kun je veilig op pad. Wanneer je niet vast zit kun je jezelf ook wat makkelijker opvangen als je in het verkeerde spoor schiet.9. Zet je zadel iets lager
Fietsen door verse poeder, dat is meer ploegen dan gang maken. Geregeld moet je eens een voetje bijsteken en corrigeren. Zet je zadel zo’n twee centimeter lager en je merkt dat je veel sneller kunt reageren wanneer het nodig is.8. Ontwijk donkere plekken
Fietsen over singletracks blijft ook met sneeuw mooi. Let goed op en kies je spoor. Zie je donkere vlekken probeer deze dan te ontwijken. Donkere plekken zijn bijna altijd plassen. Een nat pak is het laatste waar je in een sneeuwstorm op zit te wachten.7. Neem thee mee
Lekker, een bidon hete thee. Zo’n verwarmde bidon gaat ongeveer een uur mee voordat het slushpuppy wordt. Altijd beter dan niets! Er zijn ook geïsoleerde bidons te koop, zo kun je net wat langer profiteren van een warm drankje.6. Blijf dicht bij huis
Ellenlange ritten scoren lekker veel kudo’s. Maar probeer in de sneeuw liever lokaal te fietsen. Ploeteren over een recht pad is haast even spannend als een coole singletrack en dat kan vaak prima vanuit huis. Zo voorkom je problemen bij eventuele calamiteiten. Denk aan een valpartij of materiaalpech. In grote delen van de bossen kom je niemand tegen en ben je op jezelf aangewezen.5. Blijf dicht bij huis (deel 2)
Een witte wereld is prachtig, maar ook doodstil. Alles lijkt op elkaar. Kies paden die je kent en fiets op bekend terrein. Het klink misschien als een ver-van-je-bed-show, maar zo’n flink pak witte drap kan snel voor desoriëntatie zorgen.4. Gewicht naar achter, mondhoeken omhoog
Sneeuw is vergelijkbaar met zand. Dikke poeder fietst als een flinke zandbak. Leun achter op het zadel. Laat het stuur losjes zijn gang gaan en rem enkel met de achterrem. Fiets je in een aangereden spoor, blijf dan in het spoor en houd er rekening mee dat aangereden sneeuw gladder is dan verse poeder.3. Pas je bandenspanning aan
Net als op het strand fiets je in de sneeuw veel makkelijker met (extreem) zachte banden. Tussen 0.7 en 1.2 bar is heel normaal (afhankelijk van het gewicht). Hardere banden zorgen ervoor dat je flink minder grip hebt en jezelf sneller ingraaft.2. Pas je intensiteit en duur van de rit aan
Natuurlijk trek je warme kleren aan. Maar door rustig te fietsen transpireer je minder en blijf je beter warm. Korte snelle intervallen kun je beter even uitstellen tot na de vrieskou.Houd er ook rekening mee dat niet al het materiaal gemaakt is om te fietsen bij temperaturen in de min. Zo is het niet raar als je versnellingskabel, maar ook remkabel(!) bevriest. Ook bevroren cassettebody’s behoren tot de mogelijkheid.