Je wordt op een trainingsrit vast wel eens gepasseerd door renners die in een tijdritpositie zitten. Aanpikken is onbegonnen werk. Het ziet er niet bepaald comfortabel uit, maar het gaat wel snel! Hoe snel ging ik onderzoeken. Niet in een windtunnel, maar gewoon door rondjes te rijden langs de dijk.Het rondje is uitgezet. Langs de vaart heb ik geen last van auto’s of verkeerslichten. Ik kan het 6,2 kilometer lange rondje rijden zonder te stoppen en in alle bochten kan ik blijven trappen. Het weer is stabiel, ik draag m’n mooie Fiets-outfit met – uiteraard – aerodynamische overschoenen. Ik meet vier verschillende zitposities en rijd zes rondjes per positie. De eerste drie rondes probeer ik 175 watt aan te houden en daarna drie rondes aan 300 watt. Mijn cadans ligt tussen de 85 en 90 omwentelingen. Met de Canyon Aeroad CF SLX 9.0 meet ik de drie standaard raceposities. Handjes boven op het stuur, op de remgrepen en onder in de beugels. Deze lichte aero racer weegt amper 6,6 kilo en is al een zeer snelle racefiets. Om de strijd aan te gaan met een tijdritfiets is de Aeroad wellicht de beste optie. De laagvlieger van dienst is de Speexmax CF 8.0. Om een eerlijke strijd te garanderen zit er op beide fietsen hetzelfde rubber van Continental.Positie 1: handen op het stuur
In deze positie zit je comfortabel rechtop zodat de rug het minst wordt belast. Met de handen losjes op het stuur gaat over kasseien rijden soepel doordat je de polsen kunt gebruiken als extra schokdempers. Nadelig is dat je in deze positie niet kunt remmen of schakelen. Zoals te verwachten viel is dit de minst snelle positie op de fiets.
In deze positie zit je comfortabel rechtop zodat de rug het minst wordt belast. Met de handen losjes op het stuur gaat over kasseien rijden soepel doordat je de polsen kunt gebruiken als extra schokdempers. Nadelig is dat je in deze positie niet kunt remmen of schakelen. Zoals te verwachten viel is dit de minst snelle positie op de fiets.
Positie 2: handen op de rempgrepen
Dit is een veilige positie waarin je veel controle over de fiets hebt. Het stuur heb je stevig vast en je kunt remmen en schakelen als het nodig is. De armen strekken verder naar voren en je zit iets dieper dan in positie 1. Je armen zitten wel iets verder uit elkaar, maar hierdoor krijg je ook meer ruimte om te ademen.
Positie 3: onder in de beugels
Door de handen in de beugels te plaatsen heb je het gevoel de fiets vooruit te duwen. Schakelen en remmen kan met je wijsvinger, maar in de praktijk gaat dit minder vlot dan wanneer je handen op de remgrepen liggen. Een diepe houding vereist al aardig wat flexibiliteit, maar het is zeker de snelste positie op een racefiets.
Positie 4: tijdritpositie
Met de armen ver voor je uitgestrekt is je rug vrijwel plat. Je armen liggen dicht bij elkaar en je kunt goed leunen op het stuur. Voor je rug is dit niet erg comfortabel. Remmen kan alleen als je de handen verzet op het stuur. Het is zeker geen veilige positie als je plotseling moet remmen. Schakelen kan op het uiteinde van de tijdritbeugels en bij elektronische groepsets soms ook aan de remgrepen.