Flikken, linkeballen, van die typische woorden uit het rijke wielerjargon. Je doet iets waarmee je jouw fietsmaten, die onderweg je concurrenten zijn, probeert te dwarsbomen. Op een leuke manier uiteraard, naderhand kun je er met z’n allen hartelijk om lachen. Tien slimme tips.

1. Op de kant zetten
Komt de wind van links, dan ga je helemaal rechts tegen de berm aan rijden. Zo hebben de renners achter je nauwelijks voordeel van het in je wiel zitten. Vaak tot hun grote frustratie, wat het extra leuk maakt.

2. Half wieltje vooruit
Hiermee kun je sommige fietsers helemaal gek maken. Die willen namelijk altijd hun wiel een centimetertje voor dat van een ander houden en kunnen niet gewoon naast elkaar fietsen. Als je zo iemand treft, kun je die razend maken door steeds iets te versnellen. Als je dat in heel kleine stapjes doet, gaat het vrijwel ongemerkt, en dat is lachen, mits je de sterkste van de twee bent…

3. Remmen op de bult
Dit is een klassieker op de mtb of gravelbike. Keurig in een rijtje op een singletrack rijden, en dan vooraan in de remmen knijpen als je bovenop een steile bult komt. Je fietsmaten in het lint achter je staan dan geparkeerd op de klim en moeten vaak zelfs uitklikken. Dat geluid is heerlijk, als je vooraan staat tenminste…

4. Na de bocht terugvallen
Nog zo’n gouwe ouwe. Lekker aan het boren in een waaier? Na een bocht valt die vaak wat uit elkaar. Even onschuldig wat later aanzetten dan de rest en je zit zo een paar plekken naar achteren. Scheelt je toch weer een kopbeurtje en dus energie die je bij de bordjessprint goed kunt gebruiken.

5. Afleiden voor de sprint
Over bordjessprints gesproken; parcourskennis is alles. Als je weet dat-ie er aan zit te komen, kun je de concurrentie even afleiden door ze te wijzen op die mooie auto. En op het moment dat zij even niet opletten, plaats jij je verschroeiende versnelling. Die punten zijn binnen!

6. Slim van kop af
Met een elleboogje geef je aan dat je van kop gaat. Altijd handig om te doen vlak voordat je een stuk met flinke tegenwind krijgt. Sommigen zijn hier een meester in en vermijden zo kostbaar energieverlies.

Bianchi Specialissima

7. Gezichtsmasker
Weer zo’n mooie. Tijdens je winterse veldtoertocht bewust die dikke modderplas pakken. Je maatje achter je krijgt een gratis gezichtsmasker. De troep spoelt er onder de douche wel weer vanaf. Sorry man, ik
zag die plas niet!

8. Wat is er loos?
Wat hoor ik? Loopt er nou iets aan bij jouw fiets? Geen betere smoes om de moraal van je concurrent te breken door hem of haar te laten denken dat er extra weerstand is door iets dat aanloopt. Vroeger kon je daar na de appeltaartpauze de remhoef even voor verdraaien, maar dat is met de komst van schijfremmen wat lastiger geworden.

9. Dubbel omkijken
In de waaier, jij rijdt op de tweede plek. Degene op kop geeft een elleboog. Jij reageert niet. Degene op kop kijkt om. Dat doe jij ook gewoon, en je kijkt erbij alsof je het niet begrijpt. Dat spelletje kun je heel lang volhouden en ondertussen eet je het bordje van de ander lekker leeg.

10. Gefopt
Jouw groepje maakt snelheid op weg naar het eindschot van de avondtraining. Je benen voelen nog goed. De twee man op kop lijken de souplesse te verliezen. Ze harken wat en geven de kop af. Die ben je mooi kwijt, denk je. Het geeft jou moraal, jij kan nog wel doorrammen. De benen lopen langzaam vol, terwijl die anderen er al af moesten. Maar helaas, ze acteerden het heel goed en komen er in de eindsprint alsnog keihard overheen. Probeer het zelf ook een keer!

Flik je fietsmaten