Begin jaren tachtig vierden Nederlandse wielrenners grote successen. Mannen als Jan Raas, Joop Zoetemelk, Hennie Kuiper, Peter Winnen en Johan van der Velde. Die maakten deel uit van ploegen als TI-Raleigh, Peugeot en Capri Sonne. Maar er was ook een heel contingent minder bekende ploegen, waaronder Femis-Elro-Clemenso. Hun fiets, de Clemenso, is een verhaal waard.
foto’s: Remco Veurink, Cor Vos
Joop Zoetemelk won in 1980 de Tour de France, Peter Winnen zegevierde tweemaal op Alpe d’Huez (1981 en ’83), Panorama bracht twee magazines met de titel FIETS uit en ons tijdschrift Fiets startte in april 1982. Het aantal toerfietsers nam toe, mensen kochten zelf een racefiets, er werden overal in het land criteriums georganiseerd en daar was ook startgelegenheid voor profs. In de schaduw van de groten was er nog een heel contingent aan individuele profs en ploegen. Onder meer HB Alarm, Amko Eiken Meubelen, Vorselaars Autoschade en de ploeg waar het hier om draait: Femis-Elro-Clemenso. Deze ploeg heeft slechts één seizoen in deze samenstelling bestaan, in 1981.
Het jaar daarop waren nog wel Elro Snacks en Clemenso te lezen op de truitjes, maar Femis Bank werd vervangen door Auto Brabant. Elro Snacks van Jos Elen was als sponsor van amateurrenners al langer actief in het wielerpeloton.
In 1977 ook als privésponsor van beroepsrenner Piet de Jong en in 1979 van Wil van Helvoirt. In 1980 waagde Jos de grote stap en samen met Rogelli presenteerde hij de eerste Elro Snacks-ploeg, met negen renners. De mannen reden op fietsen van Ciocc en kleding van Rogelli. De sponsoring in die tijd week behoorlijk af van wat tegenwoordig gangbaar is. Veel coureurs hadden een basisloon dat ze konden aanvullen met verdiensten uit criteriums.
In 1982 waren er in totaal 102 proflicenties uitgereikt in Nederland. In plaatsen als Kortenhoef, Den Bosch, Limbricht, Egmond en Kruiningen kon je als prof koersen. Was je een goede amateur dan verdiende je met een derde plaats 75 gulden, als prof leverde een dertigste plaats ook 75 gulden op. Veel profs die doorgaans een normale baan hadden, reden zo in de zomerperiode een mooi bedrag bij elkaar. De sponsors zelf brachten dan wel geld in, maar dat ging zeker niet om tonnen.
In 1981 reden er officieel dertien coureurs bij de Femis-Elro-Clemenso-ploeg: Jan Gommers, Co Moritz, Jan Leyten, Livin Klaasen, Johan van der Linden, Silvester Aerts, Ad Tak, Theo Smit, Jan Kole, Peter Gödde, Ger Mak, Ad Oprins en Nico van Hest. De ploeg werd ook nog aangevuld met gastrenners als Roy Schuiten en Mario van Vlimmeren. De bekendste namen waren Smit – rassprinter en winnaar van etappes in de Tour en de Vuelta – en Schuiten – deelnemer aan twee Tours, vijf Giro’s en aanvaller van het werelduurrecord in Mexico. Femis-Elro-Clemenso nam deel aan de Ronde van Nederland. Officieel was de ploeg ingeschreven als Femis-Elro-Pony (niet ongebruikelijk in die tijd). Van de tachtig deelnemers haalden er 56 de finish, het beste resultaat was voor Tak op plaats 34. Gastrenner Schuiten werd 24ste.
Schimmige wereld
Jos Elen was de naamgever van Elro Snacks en naast zakenman ook wielerliefhebber. Hij heeft tussen 1980 en midden jaren negentig diverse ploegen gesponsord. Jos Elen junior is ook nog prof geweest. En de Femis Bank? Die had een kantoor in Baarle-Nassau waarvan de ingang in Nederland was, maar de kluis met contanten lag net over de grens met Baarle Hertog in België…
De bank opereerde in een schimmige wereld en was een soort doorgeefluik, vooral voor klanten die in de drugshandel zaten. Femis bood de mogelijkheid om onder rekeningcodes te bankieren. Contant gestorte bedragen in Baarle-Nassau werden doorgesluisd naar Singapore en het Midden-Oosten. Daarmee werd hasj gekocht en schepen voor het vervoer over zee. Kort voor het faillissement van de Femis Bank in 1991 werd in opdracht van een van de klanten, een man uit Hilversum, 17,5 miljoen gulden naar Zwitserland overgeboekt.
Clemenso Super Record
De Clemenso in dit artikel is waarschijnlijk een model Super Record. 10 kilo compleet. Ronde stalen buizen van Columbus, sierlijke lugs en graveringen in de bovenzijde van de staande achtervork en op de vorkkroon van de verchroomde voorvork. En gravures op de SR-zadelpen en 3T-stuurpen – van 13 centimeter…
Het is een maat 58, maar dan hart/hart gemeten. Bovenbuis van 58 centimeter, wielbasis 98,5 centimeter, zithoek 73° en balhoofdhoek 74°. Met een nokje voor een kaderplaatje. Opvallende, zalmkleurige lak voor de 1981-versie; het jaar daarop waren ze rood en later in de jaren tachtig hebben we ook witte kaders gezien. De afmontage: het Franse Mavic.
Aangeduid met cijfers: 6300 45/54-crankstel, 801-derailleurs, 401-remmen en 410-hendels. Sedis-ketting en Maillard 14/20 6-speed. De ‘bolle’ versnellingshendels zijn vrij kenmerkend voor de Franse onderdelen.
De tubewielen in de fiets zijn waarschijnlijk niet origineel. Deze Clemenso heeft een lang leven achter de rug. De fiets is van verzamelaar John van Dam en is ooit gekocht in Nispen. We hebben geprobeerd te achterhalen van wie de fiets is geweest, maar helaas. Clemenso klinkt Italiaans, maar is honderd procent Vlaams. Clemens Schmitz was de eigenaar van een fietsenfabriek in Diest. Vóór Clemenso (vanaf begin jaren tachtig) waren zij ook al een aantal jaren actief als materiaalsponsor en soms co-sponsor, maar dan onder de naam Hercka (tot ongeveer 1980 met het ploegje Solahart-Hercka). De firma wijzigde vervolgens de merknaam. Voor de gewone fietsen werd Hercka veranderd in Eurofiets en Eurovelo, en de koersfietsen kregen de naam Clemenso (van Clemens, op zijn Italiaans). De firma sloot de deuren begin jaren negentig. Soms kom je nog een fiets tegen op tweedehands.be en via allerlei fora voor liefhebbers. Zeer betaalbaar over het algemeen.
Over Jos Elen is in 2020 nog een boek verschenen, Klein van stuk, groot van daden. In 2011 is Elro Snacks overgenomen door Jong Food. Elen is in 2017 overleden. De Elro Snacks-ploeg, zijn sponsors en veel van de materiaalleveranciers hebben altijd in de schaduw gestaan van grote ploegen. De wielerwereld is enorm geprofessionaliseerd; deeltijd-profs zijn er niet meer, het materiaal is verbeterd, de presentatie van ploegen
– destijds in dancings (!) – en ook de verzorging zijn een stuk beter. De jaren tachtig komen nooit meer terug. De herinneringen blijven.