Wanneer je goed hebt gekeken dan had je hem al een tijdje kunnen spotten. Het nieuwe racekanon van Canyon. De fiets die vóór de officiële lancering al meerdere wereldbeker overwinningen op zijn naam heeft staan. Gegarandeerd prijs!

Het Duitse beest Schwarzbauer won op magistrale wijze de shortrace in Nove Mesto. Twee weken later schrijft Puck Pieterse voor Line Burquier bij de belofte dames de overwinning op haar naam in Leogang. Beide op deze Lux Worldcup. De naam zegt het eigenlijk al. Deze fiets is gemaakt om mee te rammen. Een raket op wielen. Nu was de Lux al een beproeft snel karretje, bereden door Mathieu himself. De fiets ging echter al een tijdje mee en leek vooral qua geometrie inmiddels ingehaald door de concurrentie. Het veerconcept, de ‘Triple fase’ filosofie en veel gekozen details zijn echter nog steeds meer dan courant. Vandaar dat deze nieuwe Lux qua silhouette behoorlijk lijkt op zijn voorganger.

Geometrie
Toen Canyon met de vorige generatie Lux op de proppen kwam veranderde er heel wat. De achterdemper kreeg een andere plek waardoor er ruimte kwam voor twee bidonhouders. Maar ook ontstond er met dit concept een fiets die veel betere veereigenschappen kreeg. Daarbij werd de fiets beduidend langer en voor toenmalige begrippen een stukje luier. Inmiddels mag dat frame bijna toegekend worden aan de afdeling oldschool. Daarom krijgt de nieuwe worldcup een vanzelfsprekende geometrie behandeling. De fiets is in alle maten een stuk langer in reach. 15 millimeter om precies te zijn. Ook de zitbuis is steiler (0.5 graden) en de balhoofdhoek luier (zakt naar 68.5 graden). Allemaal vrij normale waarden. Waar Canyon met de nieuwe Strive (review) helemaal los is gegaan qua moderne geometrie, is de Lux toch een fiets voor de massa. En daar moet iedereen zich op thuis voelen. Zodoende geen extreme lengtes of doldwaze zitbuishoeken.

Om de fiets nog een slag wendbaarder te maken is de liggende achtervork gekrompen tot het minimum van 430mm. 5 millimeter korter dan voorheen. Dit maakt de fiets sneller in kort bochtenwerk. Waar veel worldcup waardige fietsen in veerweg worden opgerekt tot 120 millimeter blijft deze lux trouw aan de 100 millimeter waarde. Waarschijnlijk ook omdat de verschillen met de Canyon Lux Trail (review) anders wel heel klein worden.

Gewicht
Eerlijk is eerlijk. Bij deze fiets draait het vooral om de grammen, weerstand (of het gebrek eraan) en de snelheid. De Lux worldcup weegt als frameset in luxe CFR variant 1535 gram. Dat is zo’n 140 gram lichter dan zijn voorganger en 400 gram lichter dan de CF versie. Onze testfiets in maat XL wegen we na op 10,5 kilo zonder pedalen.

De grootste gewichtswinst zit hem in de vernieuwde constructie rondom de scharnierpunten. De rocker (dat stukje tussen de link en het frame) is opnieuw ontwikkeld, en Canyon heeft hier en daar een kogellager wegbezuinigd. Dat scheelt weer!

Kabelspaghetti
Onze Lux World Cup CFR Team wordt geleverd inclusief stuur/stuurpen combi. Mooi! Al is de aanpasbaarheid natuurlijk beperkt. Je moet qua maatvoering maar net uitkomen. Het stuur is 74 centimeter breed. Onze XL fiets krijgt een 70mm stuurpen mee. De kabels vinden zijn weg het frame in bij het balhoofd. Geen gaten meer in het frame. Mooi! Maar eerlijk, daar zijn alle voordelen van deze nieuwe feature wel mee gezegd.

De kabels en remleidingen lopen dan wel mooi binnendoor. Ze lopen ook door het bovenste balhoofdlager en door een speciale spacer/ring die bij het balhoofdstel hoort. Dit lijdt ertoe dat wanneer je een balhoofdlager moet vervangen je ook je achterrem moet ontluchten en de schakelkabel moet vervangen. Een tijdrovend klusje voor een puur cosmetische feature. Mooi is het in ieder geval wel. Canyon is niet de enige die met deze feature komt. haast alle merken lijken bezweken onder de intergratie druk.

Its all-in the details
Zowel voor de draaipunten van het frame, de bracketlagers als het balhoofd kiest Canyon voor een samenwerking met Ceramicspeed. Soepeldepoepel! Draait als een tierelier natuurlijk en dat wil je. De ‘SLT’ lagers die gebruikt worden wijken af van wat we gewend zijn. Hoewel de lagers nog steeds in een binnen- en buitenste lagerschaal draaien zit hier tussen geen los vet of olie maar zien we lagers die ingekapseld zijn in een kunststof schaal met zelfsmerende functie. Zodoende moeten de dure supersnelle lagers ook nog een lange tijd meegaan. Toch ben ik een beetje sceptisch hoe dit blijft werken op de lange termijn. Worldcup producten in een worldcup fiets vragen tenslotte ook worldcup onderhoud op worldcup parcoursen. En dat is nu precies wat de gemiddelde zondagsfietser in Nederland niet doet.


Meer mooie details, de achterdemper is nog iets verder naar boven geplaatst. Zo is er nu in alle framematen ruimte voor twee grote bidons van 750 milliliter. Fijn! Al gebruik je die in een wereldbeker natuurlijk niet. Wel ben je blij met de superkleine, maar goed werkende chainguide die Canyon verstopt heeft door hem aan de bout van het hoofddraaipunt vast te schroeven. Ook handig is de geïntegreerde ‘bumpstop’ of intergrated protection unit zoals de Duitsers het graag noemen. Een kleinigheidje wat er voor zorgt dat bij een val je stuur geen schade aan de bovenbuis aanbrengt. Fijn! Nog meer moois en al jaren terug te vinden op bijna iedere Canyon, de Quixle. Een uitschuifbare hendel in de steekas voor het achterwiel waardoor je geen tools nodig hebt voor een snelle wissel. Mooi!

Rijgedrag
Daar gaan we dan. Echt veel hebben we met de fiets nog niet kunnen rijden. Wel hebben we hem direct meegenomen naar terrein waar de fiets voor bedoeld is. Het wereldbekerparcours van Leogang in Oostenrijk. In het wiel van Puck Pieterse, op dezelfde Lux verkennen we het parcours. Wereldbeker parcoursen in deze tijd zijn iets speciaals. Relatief kort, verdomd steil en bergaf heeft het soms meer weg van een downhill track. De verschillen met de vorige generatie Lux zijn duidelijk merkbaar. Vooral de verbeteringen qua kinematica, de veereigenschappen zijn voelbaar. In die zin dat voor klimmen uit het zadel nauwelijks nog een lock-out benodigd is. Hooguit voor de voorvork. De fiets geeft amper een kik wanneer je begint te rammen uit het zadel. Ideaal. De gekozen grotere demper zorgt voor het progressieve gevoel aan de achterkant. Nog steeds even prettig als toen ik voor het eerst met een Canyon met dergelijke techniek mocht rijden.

Het langere frame valt nauwelijks op. Vooral omdat ‘lang’ inmiddels niet meer lang, maar gewoon is. En dat is prima. De zithouding is goed, sturen gaat degelijk. Al vrij snel kunnen we tijdens onze verkenningen concluderen dat dit weer een ‘altijd goed’ fiets is en dat is mooi. Een Canyon dien je toch af te rekenen zonder dat je hem gezien hebt. Waarschijnlijk is het je wel opgevallen dat onze testfiets een dropperpost heeft. Zo’n zadelpen die je in hoogte kan verstellen. Die zit er standaard niet op. Lichter enzo. Nu zijn er ongeveer nog twee worldcup renners die met een dergelijke setup rijden, en toevallig ook beide op een Canyon. Maar op een worldcupwaardige fiets hoort tegenwoordig eigenlijk wel zo’n inzakapparaat. Moeten we er nog wel even bij vertellen dat beide coureurs dit jaar al een wereldbeker overwinning boekten, en dat beide afgelopen weekend een teleurstellend resultaat neerzetten. De reden waarom je eigenlijk zo’n dropper wilt is omdat dit volledig past bij alle andere verbeteringen die zijn doorgevoerd in de fiets. Hij is langer, luier, steviger. Met andere woorden, je kunt er harder mee naar beneden rammen op meer technisch terrein. Dan wil je niet dat het zadel in de weg zit. Een mooie upgrade voor later zullen we maar zeggen.

Naast het klimmen op steile pukkels reden we natuurlijk ook bergaf. En dat gaat goed. Canyon kiest bij deze teamversie van de Alpacin ploeg voor enkel betrouwbare en zeer degelijke onderdelen. Denk aan XTR remmen, 30 millimeter brede DT-swiss velgen met lekker betrouwbare Maxxis Ikon banden. Een stijf eigen stuur en prima instelbare Fox dempers. Spullen waar je niet direct omkijken naar hebt. En dat voel je. Wanneer alles goed is afgesteld rijdt de fiets als een mes door de boter. Wel merken we dat het geen heel comfortabele fiets is. Ondanks de achtervering. Dit komt vooral door het vrij harde stuur. Geen reden om de fiets niet te kopen trouwens. Want ondanks dat ook bij Canyon de prijzen mee stijgen is het nog steeds een goed ‘betaalbare’ fully waarbij je zeer veel fiets krijgt voor de centen die je overmaakt. Binnenkort in het magazine lees je een uitgebreide review wanneer we de fiets verder hebben doorgetest.

Verkrijgbaarheid
De Lux Worldcup komt beschikbaar in vier uitvoeringen. Tweemaal met CF frame voor 3499 en 4299,- Te weten de ‘6’ uitgevoerd met Fox Performance dempers en Shimano SLX. Of de ‘7’ waarbij je de fiets met Shimano XT, eveneens Fox Performance en Reynolds wielen krijgt geleverd.

Maak je €6999 over dan krijg je de Lux CFR team fiets zoals op de plaatjes. Dezelfde uitvoering als waar het Alpacin team mee aan de start verschijnt. Ben je meer Sram georiënteerd dan is er ook een CLLCTV versie. De LTD van €7999 die Sram XX1 AXS en Rockshox Sids onderdelen mee krijgt. Beide hebben dezelfde DT-Swiss wielset en alle fietsen hebben een vaste zadelpen.

Meer info op canyon.com