Eind maart lanceerde AGU twee nieuwe helmen. Bescheiden was het Nederlandse bedrijf niet toen het persbericht de wereld in werd geslingerd, want het ging bij de Transsonic en de Subsonic om de snelste aerohelmen ooit. Wij hebben de Subsonic getest.

Volgens professor en aerodynamica-specialist Bert Blocken heeft AGU met deze helmen een ‘nieuwe mijlpaal’ bereikt. Zijn TU Eindhoven was nauw betrokken bij de ontwikkeling van beide helmen en stopte veel tijd in windtunneltesten van de Transsonic en Subsonic. Toch is er op het oog al wel een verschil te zien. De Transsonic ziet er echt uit als een aerohelm, de Subsonic heeft veel meer ventilatiegaten en dat komt de aerodynamica vaak niet ten goede. De Transsonic werd vorig jaar zelfs al tijdens de Olympische Spelen door BEAT-renner Yoeri Havik gebruikt. Sinds begin dit jaar is de helm er dus voor iedereen.

Maar wij kregen de Subsonic opgestuurd, een helm die je in MIPS-versie kunt kopen of in een normale variant. Deze helm is volgens AGU de ideale helm als je zoekt naar een combinatie tussen aerodynamica en ventilatie. De wind wordt na uitvoerig testen met zo min mogelijk weerstand over de helm geleid, en daarnaast heeft de Subsonic de nodige ventilatiegaten. Om precies te zijn 18. Met een simpele draai aan de knop verstel je de helm. Helaas is het niet mogelijk om ‘m verticaal aan te passen.

Wat mij opvalt is dat de helm kleiner en compacter oogt in maat M dan helmen van andere merken, wat mij betreft is dat een pluspunt. Je hebt niet het idee dat je een groot ding meesjouwt. Ook opvallend is de achterzijde, een beetje te vergelijken met de Specialized Prevail-helmen. Het heeft allemaal te maken met de zogenoemde ‘airflow’, ofwel het afvoeren van de wind. Het ziet er snel en scherp uit.

Ik ben eigenlijk heel tevreden over de helm. Het voelt allemaal heel licht en comfortabel aan, ook de kinsluiting met straps is niet vervelend. Wel heb ik het idee dat de straps niet helemaal mooi ‘sluiten’, het voelt allemaal wat losjes. Tijdens warme dagen biedt de helm voldoende ventilatie en ook tijdens wedstrijden zou je ‘m prima kunnen dragen, aerodynamisch is-ie zeker. Kortom: superaerodynamisch (volgens AGU) én lekker luchtig, de perfecte combinatie. Minpuntje is de beperkte kleurbeschikbaarheid. Zowel de Transsonic als Subsonic is er alleen in het wit of zwart te krijgen. Heel spectaculair is dat dus (nog) niet. De padding voelt ook zacht aan en is – naar mijn weten – vervangbaar of te wassen.

De helm kost 170 euro voor de gewone Subsonic en 200 euro voor de MIPS-versie. Meer informatie vind je hier.