Wereldkampioene tijdrijden Ellen van Dijk (36) had een kinderwens. Nu is ze zwanger. Openhartig vertelt ze daarover en hoe anders dat is voor een profrenster. En ze ontdekt dat sporten goed is voor een gezonde zwangere vrouw én voor de baby.
- Beeld: Jesse Kraal, Tekst: Ellen van Dijk
Ik zit zenuwachtig duimen te draaien en kijk op mijn telefoon. Nog vijf minuten, dan hebben we afgesproken. Dan ga ik om tafel met ploegmanager Luca Guercilena. Het is april 2022, mijn grote doel dit jaar is het werelduurrecord. Sinds een jaar heb ik mezelf een beetje herontdekt en vind ik het wielrennen mooier dan ooit. Maar intussen wringt er iets.
De tijd tikt door en ik heb niet alle tijd. Het was vier jaar geleden, tijdens onze eerste vakantie zonder fiets, toen we het er op een dakterras in Athene voor het eerst over hadden. Na één wijntje voelde ik de alcohol al naar mijn hoofd stijgen – weinig gewend natuurlijk. “Zou je kinderen willen”, vroeg Benjamin. “Ja!”, zei ik sneller dan ik zelf had verwacht. Een verliefde gloed trok over ons tafeltje. Maar niet veel later bedacht ik me dat dit het einde van mijn carrière zou betekenen. En ik was nog helemaal niet klaar om te stoppen. “We hebben alle tijd”, zei Benjamin rustig.
Eerst vertellen aan ploeg, dan familie
Intussen is er veel veranderd. Luca komt aanlopen, we praten eerst over van alles en niets. Tot hij ter zake komt: wat mijn toekomstplannen zijn? Ik vertel hem eerlijk wat er in me omgaat. Ik ben nog niet klaar met wielrennen, kan me geen mooier bestaan voorstellen, maar ik heb ook een kinderwens en niet meer alle tijd van de wereld. “Dan is het simpel”, begint Luca. “Je tekent gewoon een nieuw contract en als het in de tussentijd lukt om zwanger te worden, is dat alleen maar heel mooi voor je.”
Verrast door het gemak waarmee hij het zegt, neem ik afscheid. Ineens bedenk ik me: vanaf nu kan het gewoon. Tijdens mijn carrière heb ik er nooit rekening mee gehouden dat een kindje te combineren zou zijn met een profbestaan. Maar er is veel veranderd de laatste jaren. De UCI heeft intussen een verplicht zwangerschapsverlof ingevoerd voor World Teams. Bij zwangerschap moet je drie maanden volledig en vijf maanden voor 50 procent worden doorbetaald. Mijn eigen ploeg Lidl-Trek gaat nog een stap verder door zelfs volledig door te betalen bij zwangerschap.
Dat beleid is begonnen toen Lizzie Deignan een paar jaar geleden zwanger was, maar zonder contract zat. Lidl-Trek nam haar toch aan en stelde eigen regels op voor zwangerschapsverlof. Je zou kunnen zeggen dat Deignan de weg voor mij heeft geëffend. Ze durfde zwanger te worden tijdens haar carrière, ook al had ze geen garanties. Daardoor is het voor mij veel makkelijker om hetzelfde te doen – gesteund door de ploeg.
Niet vanzelfsprekend
Maar nog steeds is het combineren van een zwangerschap met topsport niet vanzelfsprekend. Er is gewoon heel weinig over bekend. Dat begint al bij het proces van zwanger worden. Ik heb, net als veel andere rensters, geen regelmatige cyclus – en kan dus ook niet zomaar zwanger worden. Het is iets dat ik wel weet, en waar ik me ook wel zorgen om heb gemaakt, maar het kwam me ook goed uit. Door het ontbreken van een cyclus heb ik nooit grote hormoonschommelingen, die dus ook geen invloed hebben op mijn trainingen. Samen met de gynaecoloog kom ik erachter dat de zware belasting door trainingen ervoor zorgt dat mijn lichaam niet klaar is om zwanger te worden. Ook een korte periode van rust lost dat niet op. Het is een zeldzaam verschijnsel, slechts vijftig vrouwen in Nederland krijgen het medicijn dat bij deze diagnose kan helpen. Dankzij de medische wetenschap zijn we weer een stap dichterbij.
Het is intussen winter en het nieuwe seizoen lonkt, maar begin januari weet ik al dat ik dit jaar geen wedstrijd zal rijden. Elke ochtend doe ik een zwangerschapstest – en deze ochtend is het raak, ik ben nota bene op trainingskamp. Na een uitzinnige vreugde, realiseer ik me dat ik het ook meteen aan de ploeg moet vertellen.
Trainen tijdens zwangerschap
Head of performance Josu Larrazabal en ploegdokter Manuel Rodriguez Alonso weten eerder dat ik zwanger ben dan mijn ouders – dat is de bizarre realiteit van een topsporter. Mijn eerste vraag aan de ploegdokter is hoeveel ik nu kan blijven trainen. Negen maanden voorzichtig doen, ik moet er niet aan denken. Hij stelt me gerust: “De eerste periode is het meest kwetsbaar en dan is de kans op zwangerschapskwalen het grootst. Goed naar je lichaam luisteren dus. Na ongeveer twaalf weken zal het makkelijker worden en is er eigenlijk geen rem meer. Maar sporten en trainen heeft geen invloed op een mogelijke miskraam.”
Zwanger sporten wordt langzamerhand de norm
Na wat speuren op internet kom ik een artikel tegen over atlete Alysia Montaño. Zij verscheen in 2017 met een zwangere buik op de Amerikaanse kampioenschappen. De foto’s van die race geven een raar beeld, ook voor mij. Maar hoe raar is dat beeld eigenlijk? Vroeger werd volledige rust voorgeschreven aan zwangere vrouwen. Dat is intussen een achterhaald idee. Beweging is goed voor moeder én kind. Maar wat zegt dat over de zware trainingen die ik gewend ben? Ik bel daarom met gynaecoloog Luc Baeyens, gespecialiseerd in topsport. Hij gaat nog een stap verder dan mijn ploegdokter en legt me uit dat sporten juist goed is tijdens de zwangerschap. “Voor het kind kan het helemaal geen kwaad. Kinderen van moeders die heel intensief blijven sporten tijdens de zwangerschap hebben een betere bescherming tegen zuurstoftekort. Ze zijn als het ware getraind in de buik en kunnen zich beter aanpassen.”
Na wat misselijkheid in de eerste weken, extra vermoeidheid en een vreemde eetlust (sinds wanneer vind ik smeerkaas lekker?), heb ik bijna geen last van zwangerschapskwaaltjes. Een mazzeltje. Lizzie Deignan had een heel goede eerste zwangerschap, maar bij de tweede werd het een stuk moeilijker om nog te trainen omdat ze zich niet goed voelde. Joss Lowden had het halverwege haar zwangerschap ineens wat lastiger, maar kon tot de dag van haar keizersnede nog fietsen. Het lukt mij om tijdens mijn hele zwangerschap elke week vijftien tot twintig uur te trainen zonder al te veel problemen.
Is fietsen wel goed?
Hoe vaak me niet wordt gevraagd ‘of het wel goed is om zoveel te fietsen?’, heb ik niet bijgehouden. Gemiddeld zeker drie keer per week. En eigenlijk krijg ik ook de standaard-weetjes over me heen. Bijvoorbeeld dat te veel sporten slecht voor de baby zou zijn. Dat het zelfs gevaarlijk is. Allemaal onzin, zeggen deskundigen. Bij een ongecompliceerde zwangerschap zijn er alleen maar voordelen aan sporten tijdens de zwangerschap. Ik heb geen schema meer van mijn trainer en bepaal alles op gevoel. Ik train vaak met groepjes waardoor de ritjes een natuurlijke interval hebben. En als ik me niet goed genoeg voel, blijf ik lekker in het wiel. Het is een soort basistraining met tempo- en krachtblokken. Dat combineer ik met twee keer per week krachttraining in de sportschool.
Luc Baeyens adviseert me vooral goed naar mijn lichaam te luisteren. Topsporters zijn eerder geneigd om pijntjes te negeren en dat kan wél schadelijk zijn. Ik merk dat ik soms onverklaarbaar wat vermoeider ben na een training en dat ik langer herstel nodig heb na een intensieve training. Mijn rustpols is 15 tot 20 slagen hoger, maar dat is niet zo gek als je bedenkt dat mijn lichaam twee liter extra bloed moet rondpompen. Ook dat heeft trouwens voordelen. Het lichaam van een zwangere vrouw heeft 20 procent meer rode bloedcellen en daarom een veel betere zuurstofopname. Daar kan geen hoogtestage tegenop. Al is het daardoor niet zo dat ik tijdens de zwangerschap juist harder fiets. Mijn omslagpunt is flink gedaald.
Zwanger sporten
Ik moet voorzichtig zijn met het delen van mijn conclusies, want er is nog veel kennis te winnen over de combinatie (top)sport en zwangerschap. Ik heb zelf ook het geluk gehad dat ik weinig kwaaltjes heb en dus goed door kan trainen. Dit verhaal is mijn ervaring, het kan voor iedere zwangere vrouw anders uitpakken. Je hebt niet zelf in de hand met welke complicaties je te maken krijgt. Duidelijk is wel dat sporten goed is voor een gezonde zwangere vrouw én voor de baby.
Na de bevalling krijgen baby’s een zogenoemde apgarscore. Die meet de gezondheid van het kindje direct na de bevalling. Die score valt bij moeders die hebben gesport tijdens hun zwangerschap 1 tot 2 punten hoger uit ten opzichte van moeders die niet sporten. Na een paar maanden hadden de baby’s betere motorische vaardigheden en zelfs achttien jaar later werden er nog voordelen gemeten. Kortom: zwanger sporten wordt langzamerhand de norm.
Luister hieronder de podcast met Ellen van Dijk terug, toen was het nieuws overigens nog niet bekend.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."