Karin Müller heeft het niet zo op Rügen. Deze Oost-Duitse majoor is ontsproten aan de fantasie van auteur David Young. Ze speelt de hoofdrol in zijn thriller Stasi Winter, die zich afspeelt op dit Noord-Duitse eiland. De roman inspireerde ons om zelf een bezoek te brengen aan het Prora-hotel en de Seebrücke in Sellin.

Het boek Stasi Winter speelt zich af tijdens een horrorwinter in 1978, in de tijd dat er nog twee Duitslanden waren en zij die in het oosten woonden graag in het westen wilden zijn. Rügen is het meest noordelijke eiland van Duitsland en is vooral bekend vanwege het Prora­hotel. Een megalomaan bouwwerk waar Hitler zijn nazi’s met hun gezinnen wilde laten genieten van een niet zo verdiende vakantie. Het is een bizar gebouw, ontworpen als een 4,5 kilometer lange rij kamers, een paar verdiepingen hoog, gelegen vlak langs het strand aan de oostkust van Rügen.

Raggen op Rügen

De Duitsers wisten er na de oorlog niet zo goed raad mee. Het was te groot en te massief om te slopen, dus lieten ze het decennialang vervallen. Tot projectontwikkelaars er uiteindelijk toch wel brood in zagen. Nu is het voor een groot deel gerenoveerd en wonen er mensen in moderne appartementen. Het gaat woonblok voor woonblok, het nieuwste blok zit dus vast aan een halve ruïne, een bizar en minder fraai gezicht. Maar er is ook voldoende moois te zien op het eiland.

Fietsmaat Ronald kwam met dit gekke idee op de proppen en hij denkt dat Binz een goede uitvalsbasis is voor ons driedaagse bliksembezoek. Op iets meer dan 700 kilometer van Utrecht nemen we voor twee nachten onze intrek in een volkomen witgeschilderd appartement. Moeilijk te onderscheiden van de rest van de gebouwen in het dorp, want alles, maar dan ook echt alles, is hier witgekalkt. Binz blijkt een prachtig oord te zijn, gelegen aan een breed zandstrand met een gezellige boulevard, een grote houten pier die de Oostzee inloopt en volop restaurants en cafés.

Veel variatie

Omdat we vroeg uit Nederland vertrekken kunnen we ’s middags al onze eerste route op de fietscomputer aanzwengelen. Op de Autobahn reden we nog flink in de regen, maar op Rügen zijn de weergoden ons beter gezind. De zon breekt soms even door, er staat een lekker briesje en de temperatuur is perfect. Dus hup op de fiets! Door de winkelstraat het dorp uit en meteen het bos in. Al na twee kilometer pakken we onze eerste gravelstrook, lekker raggen!

De route die Ronald tekende brengt ons naar het zuidelijkste puntje van het eiland. Tenminste, dat is de bedoeling. Maar omdat we een klein stukje over dezelfde weg terug moeten, missen we net het meest zuidelijke lusje. Zowel de fietscomputers als wijzelf raken ervan in de war. Geen ramp, want deze eerste kennismaking met Rügen smaakt naar meer en nu kunnen we een halfuurtje eerder genieten van een koude Weizen. Maar niet voordat we in Sellin een bezoek brengen aan de Seebrücke. Dit gebouw (de eerste versie stond er al in 1906) komt voor in het boek. Een werkelijk prachtig ontworpen restaurant dat op de houten pier is gebouwd en in al die jaren heel wat heeft meegemaakt. De onheilspellende wolken op de achtergrond maken het plaatje compleet.

Het eiland blijkt heel gevarieerd. Zowel qua landschap als ondergrond. We rijden langs het zandstrand over vlakke fietspaden, gaan heuvelop en ­af over zanderige gravelpaden door het bos, over hobbelige betonplaten tussen groene akkers door en komen weer tot rust op perfecte asfaltwegen waar we nauwelijks auto’s tegenkomen. Dat blijkt sowieso wel een opvallend kenmerk, zo gezellig druk als het in de dorpjes aan de kust is, zo uitgestorven is het in het binnenland. Eigenlijk precies zoals we het graag zien.

Supertoll

Voor de zaterdag hebben we een flinke rit gepland. 150 kilometer, waarvan een groot deel onverhard en met 1000 hoogtemeters. Een route die ons via het binnenland, langs Bergen auf Rügen, met een beetje hulp van een veerboot naar het noordelijkste punt van het eiland brengt. Voor dat pontje moeten we uiteraard kaartjes kopen. Als ik met mijn pinpas zwaai, legt de Herrschaft die achter het geldbakje zit me uit dat er alleen contant betaald kan worden. 6,60 euro bitte! In Nederland doe ik niets meer contant, maar ik heb gelukkig 20 euro in mijn fietstas gestopt. Of ik het niet kleiner heb? Euh, nein! Of hij er dan 7 euro van mag maken? Euh, jawohl! Leuk verdienmodel, maar vooruit, we hebben vakantie en zijn in een goede bui.

Een paar minuten later staan we aan de overkant in Wittower Fähre. Het hele eiland blijkt vol fietspaden te liggen. We fietsen dus maar heel af en toe op B-wegen waar ook auto’s rijden. Heerlijk, want veel fietsers komen we ook niet tegen. We kunnen dus lekker doorkachelen. Omdat we bijtijds op pad zijn gegaan, hebben we maar licht ontbeten. Ruim voor lunchtijd beginnen we al een lichte hongerklop te ontwikkelen. Een prima reden om te stoppen in Wiek. Een klein plaatsje aan een binnenzee, met prachtige kasseienstraatjes.

De lokale restaurantjes gaan pas over een uur open, maar de snackbar is al wel in bedrijf. En die is gespecialiseerd in vis. Ja, we zitten duidelijk op een eiland in de zee. Ronald doet niet mee aan dit spelletje en bestelt een meter curryworst met friet. Ik wil wel een beetje integreren en ga voor de visburger. Ik probeer de truc met mijn pinpas weer, maar ook hier is de oranje kaart niks waard. En voor de resterende 13 euro in mijn fietstas doen ze het niet. Als ik vraag of er ergens een pinautomaat is, zegt de uitbater dat we eerst maar eens lekker moeten gaan eten. Dan legt hij daarna wel uit waar ik contant geld kan tanken. Supertoll und vielen dank!

Na mijn visburger en de halve curryworst van Ronald kan ik er weer tegen. Op naar de Rügense Noordkaap, of, zoals ze die zelf noemen, Kap Arkona. Om daar te komen, rijden we een stuk langs de noordkust waar het zandstrand verdwenen lijkt. We hebben wat geklommen en de stranden blijken nu enkele tientallen meters onder ons te liggen. We rijden bovenop de witte kalkrotsen van Rügen. Daar zien we zelf niet zoveel van, dan moet je eigenlijk naar beneden, maar we hebben nog heel wat kilometers voor de boeg. Bij de Kap aangekomen kan ik toch nog een glimp van de witte kalkwanden op de foto vastleggen.

Onontdekt fietspareltje

Kap Arkona is een hotspot voor toeristen, dus het tempo gaat er even uit en we slalommen wat om wandelaars en e-bikers heen. Verrassend weinig gravelaars en mountainbikers hier. Dit is echt nog een onontdekt fietspareltje. Dat zien we ook op Strava, want er zijn nog maar weinig segmenten aangemaakt. Bij elke iets langere klim stuift Ronald ervandoor. De eerste keer denk ik nog dat ik misschien iets verkeerds heb gezegd, maar hij blijkt ’s avonds te checken of hij ergens een KOMmetje heeft gepakt. En dat is geregeld gelukt. Hierbij een oproep: op naar Rügen allemaal, pak die Brouwer!

Door het Nationaal Park Jasmund rijden we zuidwaarts, richting het Prora-hotel waar we zo nieuwsgierig naar zijn. Daar is het redelijk druk, vooral ook omdat een groot deel tegenwoordig is opgeknapt en dus bewoond wordt. We gooien de drone even omhoog om een beeld te krijgen van hoe vreemd een gebouw van 4,5 kilometer lengte eruitziet vanuit de lucht. Inderdaad, dat is bizar! Het schijnt dat je dit gebouw, net als de Chinese Muur, zelfs vanuit de ruimte kunt zien. Prora is boeiend om eens te zien, zeker als je de geschiedenis van het gebouw in ogenschouw neemt, maar eerlijk gezegd waren de 140 kilometers hiervoor een stuk mooier. ’s Avonds vullen we de verbrande calorieën aan met een dikke Zwiebelrostbraten en een flink dessert en praten nog wat na over een prachtige fietsdag.

Rare snuiters

We maken van dit tripje ook een videoverslag voor op ons YouTube-kanaal. In de nabespreking van dag twee constateren we dat we wel heel veel vogels zien, maar helemaal geen wild. En dat terwijl we grote stukken door rustige bossen en over uitgestrekte akkers rijden. Dat is een voorbarige conclusie, want we zijn op de laatste dag nog geen kwartier op pad of er klinkt luid gekraak en er springen zes grote herten vlak voor ons langs het pad over. Daar zijn we nog niet over uitgepraat of er huppelt een haas, formaatje Förstemann, over hetzelfde pad. Hij vindt ons kennelijk net zo intrigerend als wij hem, want hij blijft lang zitten kijken naar wat die twee rare snuiters in zijn bos doen.

Onze laatste rit hier kan niet te lang zijn, want we moeten ’s middags weer terug naar onze eigen Heimat. We rijden daarom een kort rondje om Putbus aan te doen. Op het statige plein in het centrum van dit dorp staat in het midden een monument, dat we terugvinden op het omslag van Stasi Winter. Nu is wat ons betreft de cirkel rond. Dat zo’n vage inspiratiebron als een spionageromannetje zo’n mooie minivakantie oplevert, is toch echt wat fietsen zo leuk maakt.

Routes

Vanaf Utrecht is het 720 kilometer naar Binz met de auto. Je vindt routes die we reden hier.

We maakten ook een videoverslag:

Dikke banden

Neem een gravelbike of racefiets met echt dikke banden mee. Je vindt op Rügen veel fietspaden met klinkers, kasseien en gravel, maar ook hier en daar wat los zand op bospaden of karrensporen met scherpe stenen. Je kunt er overigens ook prima fietsen met de racefiets, dan moet je zelf even wat routes zonder gravel maken.

Accommodaties

De oostkust van Rügen is het meest toeristisch, hier kun je overal slaapplekken vinden. Hotels, appartementen, campings; het is er allemaal. Check Binz, Sellin en Sassnitz als uitvalsbasis.

Cash

Vergeet niet om cash geld mee te nemen. In Duitsland zijn ze nog niet zo dol op pinnen als in Nederland.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."