Zowel de velg als de band van de gemiddelde racefiets is tegenwoordig minimaal één maatje breder dan een paar jaar geleden. Dat heeft consequenties voor de bandendruk. Wat zijn die consequenties precies? Hoeveel lucht stop jij in je banden? En waarom? Wij zoeken het uit.
Bandendruk heeft effect op snelheid, comfort, grip én lekbestendigheid. Best belangrijk dus. Nu we niet meer met de smalle 23 millimeter bandjes rijden, luistert het allemaal wat nauwer hoeveel lucht je in je band pompt. Want te veel lucht zorgt niet alleen voor minder grip, je bent er – anders dan wat hele volksstammen nog steeds geloven – ook langzamer mee. Je bandendruk optimaliseren is daarmee verreweg de goedkoopste manier om de performance van je fiets te verhogen.
En hoewel op de zijkant van de band altijd een geadviseerde bandendruk staat, is dat hoogstens een richtlijn. Het is namelijk heel erg afhankelijk van een aantal wisselende factoren. Jouw gewicht, de breedte van je velg en de ondergrond waarop je rijdt; allemaal factoren die meespelen bij het bepalen van de ideale bandendruk. Dat klinkt misschien alsof het heel lastig is om de optimale druk te bepalen, maar gelukkig valt dit best mee.
Wat is optimaal?
De bandendruk moet hoog genoeg zijn om energieverlies door vervorming van je band te minimaliseren en bochten te kunnen nemen zonder dat je band ‘zwikt’. En de druk moet laag genoeg zijn om hobbeltjes in de weg te kunnen absorberen en om te voorkomen dat je over het wegdek stuitert. Kijk je puur naar de prestaties, dan is een optimale bandendruk vooral belangrijk voor het realiseren van de laagste rolweerstand en een hoog comfort.
Met hoeveel bandendruk rijd jij? Vul hier zelf de poll in.
Een te zachte band zorgt voor meer frictie tussen het rubber en de weg. Een band moet enigszins kunnen vervormen, maar dat mag niet te veel zijn. Met te weinig lucht loop je daarnaast een grotere kans op een stootlek – een lekke band doordat de binnenband wordt lekgeprikt tussen velg en buitenband als je een oneffenheid raakt. Vaak levert dit twee gaatjes op, één aan elke kant van de velg. Vandaar ook de term snakebite, je binnenband ziet eruit alsof een cobra hem te pakken heeft gehad.
Een te harde band daarentegen, maakt dat de band gaat stuiteren waardoor zowel energie als comfort en grip verloren gaan. De valkuil zit hem daarbij in het rijgevoel. Harde banden voelen snel, maar zijn het niet. Het gestuiter geeft weliswaar een snelheidssensatie, maar zorgt ervoor dat de rolweerstand toeneemt en je als resultaat dus echt langzamer gaat. Daarnaast raken je spieren ook nog eens sneller vermoeid van al dat getril!
Wat heb je nodig?
Om de band op de juiste spanning te zetten heb je uiteraard een goede pomp nodig. Hans testte er in dit nummer van Fiets al een flink aantal voor dikke banden (zie Fiets 2). De criteria die hij gebruikt gaan ook op voor smallere banden. Een pomp moet bij voorkeur een ‘bleed-knopje’ hebben en een betrouwbaar display voor het aflezen van de druk. Als het gaat om racefietsen, is iets te zacht altijd beter dan iets te hard. Onder andere Silca heeft hier uitgebreid op getest. Zodra je boven de optimale druk uitkomt, gaan de prestaties rap naar beneden. Terwijl een iets te zachte band maar een kleine snelheidsstraf oplevert.
Aanbevolen bandendruk
Een aantal bandenfabrikanten heeft een handige calculator gemaakt waarmee je de voor jou ideale druk kunt berekenen. Vooral die van Silca is mooi omdat zij ook rekening houden met de ondergrond en je gemiddelde snelheid. Je moet daarbij wel uitgaan van de gemeten breedte van je band op de velg. Die is lang niet altijd de breedte die de fabrikant opgeeft. Als de band iets breder uitvalt dan aangegeven, dan kun je toe met iets minder lucht. En andersom natuurlijk. Even nameten met een schuifmaat is dus aan te bevelen!
Op een band staat meestal ook een maximum en minimum bandendruk aangegeven. Ga in ieder geval nooit over de maximale druk heen. Dat kan ertoe leiden dat je band van de velg afschiet, met een flinke smak tot gevolg. En dan is er nog de nieuwste trend, hookless rims, velgen zonder ‘haakje’. Daarbij is de maximale druk altijd lager dan bij velgen met zo’n haakje waar de ‘draad’ van de band achter kan blijven zitten.
Het startpunt
De ideale bandendruk kunnen wij je helaas niet geven, vanwege alle genoemde variabelen. Maar onderstaande tabellen zijn wel een mooi startpunt. Tel bij je gewicht ook het gewicht van je fiets + accessoires op!
Veel fabrikanten hebben tegenwoordig ook een calculator om tot een aanbevolen druk te komen. Daarbij wordt ook rekening gehouden met de ondergrond en kun je zelf aangeven met welke combi van velgbreedte en bandbreedte je op pad gaat. Zie o.a. Silca, SRAM, Schwalbe, maar er zijn er meer, ook die niet met een S beginnen.
Gewichtsverdeling
Op wegfietsen is het gewicht van de berijder niet gelijk verdeeld over het voor- en achterwiel. Ook dit is weer persoonlijk, maar over het algemeen komt er net iets meer druk op het achterwiel dan het voorwiel. Daarom stop je vaak 0,1 tot 0,2 bar meer in je achterband dan in je voorband.
De ondergrond
Op de supergladde ondergrond van een wielerbaan is een band met hogere druk sneller. Maar zodra je naar buiten gaat, het asfalt op, gaat deze vlieger niet meer op. Hoe slechter de weg, hoe langzamer je gaat met te harde banden. Maar met te zachte banden heb je snel een stootlek te pakken, dat speelt vooral bij smalle banden. Daarom zijn de banden in de afgelopen jaren van 23 naar 25 millimeter gegaan, en nu bijna standaard op 28 millimeter uitgekomen. En nog breder is al geen uitzondering meer. De velgbreedte is meegegroeid. Het voordeel hiervan is dat er een groter volume is waarmee je makkelijker met weinig druk kunt fietsen. Zo heb je het beste van beide werelden. Weinig rolweerstand en toch beschermd tegen stootlekken.
Tubeless?
Wil je nog meer zekerheid? Denk dan eens aan tubeless rijden. De meeste moderne velgen en banden hebben geen binnenband meer nodig. Tubeless ventiel erin, scheutje latex en je kunt op weg. Op de wegfiets heeft dit overigens ook nadelen. Omdat de druk – in vergelijking met die bij het mountain- en gravelbiken – nog vrij hoog is, spuit de latex bij een lekke band je frame onder die plakkerige smurrie. Soms verlies je dan alsnog te veel druk voordat het gaatje gedicht is en moet je bijpompen of toch een binnenband monteren. En dat is geknoei met een buitenband die onder de latex zit.
Nog nieuwer (voor de racefiets) dan latex is het gebruik van inserts. Onder andere Vittoria heeft speciale foam inserts voor in de racebanden. Die zorgen voor minder kans op doorstoten en je kunt er in theorie op een lekke band mee thuiskomen. Ik rijd er nu een jaartje mee, maar ben nog niet zo overtuigd. Het voegt gewicht toe, niet veel maar toch, en op een halfzachte band naar huis fietsen doe ik toch niet. Dan zet ik er liever alsnog even een binnenbandje in. Voor de mountainbike of ruig gravelen is dit een heel ander verhaal, daar zijn inserts vaak een heel goed idee.
Weer en temperatuur
Op nat wegdek kan het verstandig zijn om je banden iets zachter te zetten voor net dat beetje extra grip. Ook de temperatuur kan een rol spelen, zij het een heel kleine. Op bloedheet Spaans asfalt mag er wel een beetje lucht uit. Denk bij dit soort aanpassingen aan 0,1 bar en niet veel meer.
Finetunen
We hebben je wat handvatten gegeven om tot een ideale bandendruk te komen, maar geen keiharde waarden. Die zul je zelf moeten ontdekken. Dat doe je door te experimenteren. Begin met de waarden uit de tabel en ga vervolgens wat spelen met 0,1 bar eraf of erbij en kijk wat je fijner vindt rijden. Als je een vermogensmeter hebt zou je zelf kunnen uitvogelen wat voor jouw situatie optimaal is qua snelheid. Houd daarbij in je achterhoofd dat comfort ook belangrijk is.
Fiets hiervoor in gelijke omstandigheden, bij voorkeur op een lange rechte weg, met geen of weinig wind, met een zo gelijkmatig mogelijk vermogen of een vaste snelheid. Doe vervolgens hetzelfde stuk, maar dan met iets minder (of iets meer) bandendruk. Zorg dat zowel je houding als je vermogen/snelheid hetzelfde zijn als bij de eerste run. Ging je nu sneller of had je minder vermogen nodig? Top, weer iets dichter bij de ideale bandendruk!