Als rasechte Brabander heeft Ronald Jacobs keiveel zin in de 335 kilometer lange Grande Traversée de l’Ardèche in Zuid-Frankrijk. Al snel blijken de keien een stuk groter te zijn dan thuis. De GTA is een heftige mountainbikeroute, maar wel keigaaf!
Etappe 1: prikkers en pompen
In Annonay begint mijn mountainbike-expeditie. De trails zijn lastig, het loopt voor geen meter. Maar ik wel, naast de fiets om precies te zijn. De bandenspanning verlagen doet wonderen. Het beslechten van dit soort trails zit gelukkig nog in mijn systeem opgeslagen en langzaamaan gaat het luikje open. Dat moet ook, anders wordt het een lange lijdensweg. Een andere moeilijkheid zijn de prikkers. Brandnetels en dikke doorns die op en hangend over de trail vervelende gaatjes in de banden en je huid prikken. Ook zoemen er zwermen uit de kluiten gewassen insecten rond, die steken. Is het dan allemaal kommer en kwel? Zeker niet, de Ardèche kan wedijveren met de mooiste fietsgebieden in Europa.
In het dorpje Vanosc verkoopt de bakker chocoladebroodjes, koffiebroodjes en koffie voor een prijs waarvan je in Nederland blij bent dat je er alleen koffie voor krijgt. Tegenover het terras staat een pomp. Even aan het wieltje draaien en overheerlijk drinkbaar bergwater gutst de bidon in. Met de tropische temperaturen van vandaag geen overbodige luxe. De enige vlakke kilometers voeren langs het stuwmeer Lac de Devesset. Daar staat een uitnodigend bankje waar het de hoogste tijd is om de halve meter stokbrood uit de rugzak te halen en naar binnen te schroeven.
Etappe 2: storm en modder
De uitbater van het hotel waarschuwt voor de storm die rond 13.00 uur losbarst. In de bossen moet je dan niet zijn, tenzij je denkt dat een fietshelm voldoende beschermt tegen een omvallende boom. De route van vandaag telt slechts 35 kilometer met 1200 hoogtemeters, dus dat gaat lukken. Tijdens de eerste technische klim staat er een fiets tegen een boom met daarachter een tentje met een diehard bikepacker. Niet zo’n watje als ondergetekende die van hotel naar hotel fietst.
Op zo’n 1.100 meter hoogte golft de route over een vulkanisch plateau. De uitzichten zijn overweldigend. Het groen is opgeleukt met uitzinnige hoeveelheden veldbloemen. Her en der ligt een gehucht. Als de route er doorheen voert, is er geen mens te zien. Soms worden de keien even ingeruild voor pindakaasmodder die hevig aan de banden plakt. Zelfs na een klein stukje van die prut klinkt minutenlang een tikkend salvo van tegen het frame gekatapulteerde steentjes.
Tijdens de laatste afdaling blokkeren omgevallen bomen heel wat keren de trail, met geklauter tot gevolg. Vandaag leer ik dat tijdens de GTA het hoogteprofiel niets zegt over de zwaarte. Sommige afdalingen zijn lastiger dan een klim, of een ogenschijnlijk ‘slechts’ glooiend profiel wordt bikkelen door de vele stenen-, wortel- en modderpassages. Eén ding weet ik wel: een dropper is een must.
Etappe 3: cadeau en weerbaarheid
De verdampende, overvloedige regenval van gisteravond zorgt voor dichte nevel. Dat betekent waterplassen en gladde stenen. Op dit moment is dat wel het minste van mijn problemen. Gisteravond zocht ik vergeefs in mijn tas naar kettingolie. Dom, het flesje ligt nog in de auto. Even naar de fietsenwinkel kun je in de Ardèche vergeten, 80 kilometer verderop volgens Google! Wie de GTA rijdt moet zich dat realiseren. Kom hierheen met een fiets die top in orde is en daal niet te onbesuisd. Een scherpe steen scheurt een band met gemak open. En dan?
In de garage van het hotel staat naast mijn fiets een spuitbusje WD40. Zeker niet het beste middel om op de ketting te spuiten. Maar een wijs mens heeft mij ooit geleerd: kan het niet zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan. Aan de uitbater vraag ik of het flesje te koop is. Met een streng gezicht zegt hij van niet. Dan lachend: “Het is een cadeau.” Het past helemaal in de reis tot nu toe. Waren de Fransen uit mijn verleden toch erg vaak een pénis du chien, nu zijn ze aardig, gastvrij en beleefd. De ketting loopt als een zonnetje.
Kniestukken, armstukken en overschoenen aan en gas erop. Dwars door heidevelden en opnieuw met regelmaat naast de bike op onfietsbare stukken. In mijn hoofd woedt een tweestrijd. Ergeren en balen, of accepteren en blijven proberen zo lang mogelijk op de fiets te zitten. De keuze valt op de laatste optie. Deze dag is een training in mentale weerbaarheid.
Etappe 4: picknick en mieren
De GTA in juli rijden? Veel te warm, klonk de waarschuwing. Hoezo warm? Maximaal 16 graden met ochtenden rond de 10, luidt de voorspelling. Dat lijkt meer op rillen dan zweten. Een groot geluk, de soms heftige regenbuien vallen tot nu toe in de avond. Na een kilometer of 10 staat er plotseling een man op de singletrail. Het is de eigenaar van mijn overnachtingshotel. Hij komt de ‘picknick’ brengen die hij vergeten was mee te geven. Wat een service!
De route heeft een metamorfose ondergaan. De keien zijn een stuk kleiner. Wel zijn de klimmen langer, de rotsformaties ruiger en de afdalingen sneller. Dat een ongeluk in een klein hoekje zit, blijkt in een snel genomen bocht. Er staat een ree op het pad. Dat is even hard schrikken. Vol in de ankers! Het dier sprint weg. Dat ging maar net goed. Had ik hem anders overreeën? Gelukkig daal ik bewust op 70 procent. Want wie crasht, wordt niet snel gevonden. Nee, een platgetreden pad kun je de GTA niet noemen.
Even later volgt het hoogste punt van de dag. Tijd om een foto te maken van het schitterende uitzicht. Plotseling krijg ik pijnscheuten in mijn benen. Whaaaa, rode mieren klauteren met tientallen tegen mijn benen omhoog en bijten hevig. Ik ben zonder het te beseffen in een nest gaan staan. Vluchten en wrijven helpt om ze weg te krijgen. Hoewel, even later blijkt er eentje in mijn nek te zijn gekropen en neemt bijtend wraak. De laatste 4 kilometer scheurt over een mooie brede, golvende strook wit gravel langs een ravijn. Een prima afsluiter van een dag vol genietmomenten.
Etappe 5: jam en driewieler
De weersverwachting luidt nul uur zon en maximaal 12 graden. Toch worden de armen en benen ingesmeerd met factor 50. De juiste keus, rond het middaguur schijnt de zon volop. Het komt ook door het hoogteverlies. De route is een kleine kilometer gedaald naar het op zo’n 200 meter hoogte gelegen stadje Les Vans. De vegetatie verandert mee. Loofbomen en een verdwaald wijnveld nemen de plaats in van de naaldbomen. De ene lastige trail volgt de andere op. Om er optimaal van te genieten moeten er drie dingen veranderen. Een bike met megaveel veerweg, van top tot teen beschermende kleding aan en tien keer meer stuurmanskunst.
Ik voel me trouwens niet fit. Volgens mij ligt het aan het eten. Zoet, zoet, zoet en nog eens zoet. Het Franse ontbijt bestaat uit stokbrood met zes verschillende soorten jam en een sloot koffie. Zou de insulinehuishouding van slag zijn? Dat lijkt het geval want na een volle bidon water ebt het onbehagelijke gevoel weg.
Halverwege de etappe komen de flowtrails. Ik geniet als een kleuter op zijn nieuwe driewieler. De gedownloade route en de routebordjes zijn niet altijd consistent. Op zich geen probleem want ergens sluiten ze weer op elkaar aan. Aan het eind van de dag heb ik echt last van mijn zak. Mijn rugzak welteverstaan. De zes kilo fotomateriaal in combinatie met het hevige schudden op de trails resulteert in een stijve nek.
Etappe 6: gebit en lavendel
Vandaag is het 30 graden. Tijd om na te denken over een hitteprotocol. De laatste mogelijkheid om water bij te vullen komt al na 10 kilometer. Dat lijkt geen probleem. Thuis trek ik voor 40 kilometer met 700 hoogtemeters mijn fietskleren niet aan, hier kan het een dagvullend programma zijn.
Al snel rijd ik een nauwe kloof in vol grillig gevormde rotsen en spookachtig begroeide bomen. Rondkijken tijdens het fietsen is alleen een optie voor wie behoefte heeft aan een nieuw gebit. Na de kloof volgt een paar kilometer gravelen over paden door weilanden vol veldbloemen. Halverwege start de langste klim van de dag. Die telt zo’n 250 hoogtemeters waarvan er niet eentje een cadeautje is. Het blijft ploeteren door stroef grind met stijgingspercentages die het hoogteprofiel van de navigatie donderrood kleuren. De singletrailafdaling valt niet in de categorie flowtrail. Zo schuurt een laaghangende tak het vel van mijn arm open. Net voor het einde van de etappe zorgen velden vol geurende paarse lavendel voor een visuele traktatie.
In het centrum van etappeplaats Vallon-Pont-d’Arc is het een drukte van belang. Overal terrassen, restaurants en winkels waar ze prullaria verkopen waarvan je zou denken dat er geen mens op zit te wachten. Het heeft allemaal te maken met de beroemde Pont d’Arc, de natuurlijke boogbrug over de rivier de Ardèche.
Etappe 7: bossen en rivieren
Het bijna ondenkbare gebeurt. De trails rijgen zich aan elkaar zonder dat ik van de fiets hoef. Eenvoudig gaat het nog steeds niet over de steile, hobbelige paden. Sommige afdalingen zijn zo heftig dat mijn wangzakken alle kanten op schudden. Het blijft een constant gevecht tussen lichaam en geest. Het lichaam schreeuwt: stoppen met die onzin, gewoon lopen. De geest zegt: je bent een bikkel als je fietsend de top haalt. De eerste 40 kilometer is het moeilijkst. Op de grond stenen, links en rechts alleen maar groen. Een uitzicht voor de afleiding, vergeet het maar. ‘Gelukkig’ zwermen er een miljoen muggen rond, die maken stoppen sowieso tot een slechte keuze.
Met nog een kilometer of 20 te gaan ligt er alsnog een loopsectie. De reden valt te billijken. Het leidt naar een spectaculair uitzicht over de rivier de Ardèche en het historische stadje Aiguèze. Dalen naar de rivier, koffie en dan weer steil omhoog. Aan de komende 10 kilometer ploeteren in de brandende zon lijkt geen einde te komen. Gelukkig zoeven de laatste 5 kilometers soepel tussen de wijnvelden door naar de fraai aan de rivier de Rhône gelegen finishplaats Bourg-Saint-Andéol.
Conclusie
Van de Grande Traversée de l’Ardèche gaat het mountainbikehart sneller kloppen. Het is genieten van de uitdagende trails en de fraaie omgeving. De GTA is alleen geschikt voor ervaren mountainbikers die het niet erg vinden om geregeld een stuk te hike-and-biken. Mijn advies aan de toeristenorganisatie van de Ardèche: maak een variant die de meest technische stukken omzeilt. Dan ontstaat er een geschikte en nog steeds uitdagende route voor een grotere groep (e-)mountainbikers.