Ronald Brouwer en Edwin Haan proberen een nieuwe combinatie uit: citytrip én fietsvakantie. Is dat een goed idee? Ze reizen af naar Berlijn, ontmoeten 500 ultrarunners, een Oost-Duitse dame die verzot is op ons kikkerlandje en raken verstrikt in Rave the Planet…
“Zicke, zacke, zicke, zacke. Hoi, hoi, hoi!” De grote bierpullen klappen tegen elkaar en de flink aangeschoten jarige job kijkt verbaasd om zich heen. Niemand zingt Ein Prosit mee, zo hoort het toch niet? Hij is een maandje te vroeg. Ronald en ik zitten in een groot Biergarten-restaurant en zijn omringd door andere toeristen. De beschonken Duitsers, die staand op tafel hun bierlied zingen, zijn ander volk gewend. Tijdens de Oktoberfesten zal iedereen waarschijnlijk wel meezingen, maar vanavond zitten er vooral veel sporters die morgenochtend al om zes uur starten voor hun Mauerweglauf. Een ultraloop over 160 kilometer, langs de Muur die West-Berlijn scheidde van de voormalige DDR.
Die Muur is een van de redenen dat we in Berlijn zijn. Ronald – voor deze gelegenheid heb ik zijn achternaam verbasterd tot RouteBrouwer – heeft een passie voor oorlogsgeschiedenis. En ik heb Berlijn nog nooit bezocht, een prima reden eens af te reizen naar de Duitse hoofdstad. Ronald heeft twee routes gemaakt; een rondje in het zuiden en een rit om de noordkant van Berlijn te ontdekken.
JFK
Voor de zekerheid hebben we de gravelbikes meegenomen, al zou het grootste deel over asfalt moeten gaan met nu en dan een stukje bospad. Ook in de stad is een fiets met wat dikkere banden prettig. Tramrails, putdeksels en stoepjes neem je allemaal net even wat soepeler op zo’n bike. Voor de eerste rit kiezen we het zuidelijke rondje. Zo’n 120 kilometer, waarbij we eerst even door de stad richting de East Side Gallery rijden.
Een kleine opfriscursus, voor wie het een beetje vergeten is. Berlijn lag in Oost-Duitsland en was na de Tweede Wereldoorlog in vieren gedeeld. Een deel voor de Engelsen, een deel voor de Fransen, de Amerikanen kregen een kwart en de Sovjets het laatste stuk. Toen na WO II de relatie tussen de Sovjet-Unie en het Westen steeds verder bekoelde, werd de Berlijnse Muur opgetrokken. Dat was in 1961 op het hoogtepunt van de Koude Oorlog. Die Muur scheidde West-Berlijn van Oost-Berlijn en de rest van de DDR. Om de Amerikaanse steun aan de stad te onderstrepen, sprak John F. Kennedy in 1963 de historische woorden: “Ik bin ein Berliner.” Uiteindelijk viel de Muur op 9 november 1989 en werden beide Duitslanden herenigd.
De East Side Gallery is een 1316 meter lang stuk van die oude Muur. Het is in 1990 beschilderd door graffity-kunstenaars en daarmee het langste openluchtkunstwerk ter wereld. Het is een vreemd idee dat nog niet zo lang geleden mensen aan de oostkant van die Muur niet vrij waren om naar de andere kant te gaan, best indrukwekkend. Nu we in de stad zijn, denken we mee met JFK en voelen ons zwei Berliner.
Hardleers
We rijden langs de rivier de Spree richting het westen. Het is eigenlijk prima fietsen in zo’n grote stad. Er zijn veel fietspaden en als je de weg met auto’s moet delen, is daar eigenlijk altijd ruimte genoeg. Eenmaal aan de rand van de stad zakken we af naar het zuiden. We fietsen richting Pramsdorf en Rangsdorf. Weinig bijzonders te zien hier, maar het is heerlijk weer dus de kilometers gaan rap voorbij. Eenmaal op het zuidelijkste punt van onze route moeten we westwaarts, want we willen naar Potsdam.
De eerste 50 kilometer zit erop, tijd voor koffie en taart. Vorig jaar stonden we al eens tevergeefs met onze pinpas in een café om de lunch te betalen. Dat was in Rügen, ook in Duitsland. We zijn wat hardleers, want ook nu hebben we weer geen contant geld mee. Eerst naar de Volksbank dus, om wat biljetten te halen. Dan Kaffee und Torte mit Sahne, zodat de dame achter de balie ’s avonds diezelfde biljetten weer kan terugbrengen naar waarschijnlijk dezelfde bank. Die cirkel is rond!
Rave the planet
In Potsdam, best een mooie stad, rijden we eerst even door het Holländisches Viertel – de Hollandse wijk. Dit deel van Potsdam is in de achttiende eeuw aangelegd door de Nederlandse architect Jan Bouman. Die kwam uit Amsterdam en dat is aan de gevels goed te zien. We rijden de stad uit om Schloss Ceciliënhof te bezoeken. Hier is geschiedenis geschreven toen Truman, Churchill en Stalin de Conferentie van Potsdam hielden. In dit slot werd in de zomer van 1945 bepaald hoe Duitsland moest worden geregeerd nadat de nazi’s verslagen waren. Het is te bezoeken als museum. Neem een slotje mee als je op de fiets gaat en naar binnen wilt.
Saillant detail is dat slechts acht kilometer verderop het huis staat waar hooggeplaatste SS’ers de Wannsee-conferentie hielden, waar de plannen voor wat zij de Endlösung noemden werden ontvouwd; het systematisch uitroeien van de Europese Joden. Ook dit huis is nu museum en een bezoek waard.
We rijden verder over de Glienicke-brug. Die speelde een grote rol in de Koude Oorlog, deze brug werd meermaals gebruikt om spionnen uit te wisselen. Hij heeft twee kleuren groen, het verschil tussen Oost en West. In het museum in Villa Schöningen aan de voet van de brug leer je van alles over die tijd. Ondertussen is het meer dan 30 graden en in de tuin van de villa koelen we af met een ijsje en een vaag biologisch citroendrankje dat zijn werk goed doet.
Opgefrist rijden we langs het water in de schaduw van de bomen langs het Havelmeer. Er wordt volop gerecreëerd, maar we kunnen lekker doorfietsen. Ruimte zat en iedereen houdt goed rekening met elkaar. Berlijn komt weer in zicht, maar we hebben eerst nog een klim, de enige van de dag, in het vooruitzicht. Ronald kijkt even of hij zich in de top 10 kan rijden op het Strava-segment, ik houd het al na 30 meter voor gezien. Mij te warm.
Boven op de Teufelsberg, zoals deze 80 meter hoge puist heet, staat een voormalig afluisterstation. In de nazitijd was er in deze heuvel een militairtechnisch college aangelegd. De geallieerden hebben na de oorlog geprobeerd de hele boel op te blazen, maar er was zoveel beton gebruikt dat dit onbegonnen werk was. Uiteindelijk hebben de Amerikanen er tijdens de Koude Oorlog het Field Station Berlin van gemaakt, een afluisterlocatie met grote koepels die nu grotendeels kapot zijn. Voor 10 euro mag je het terrein op en helemaal naar boven voor uitzicht over Berlijn. Alle muren en wat er van de koepels over is, zijn voorzien van streetart. Leuk om even rond te struinen in zo’n vreemde omgeving.
We fietsen terug de stad in en als we op de Bismarckstrasse in de buurt van de opvallende Siegessäule (Zegezuil) komen, rijden we zo het dancefestival Rave the Planet in. We vallen een beetje uit de toon in onze lycra outfits, tussen al het zwarte leer en de hotpants. Gelukkig zijn de meeste feestvierders in zo’n kennelijke staat dat ze niet veel meer van de omgeving meekrijgen. We hobbelen er voorzichtig tussendoor tot we verder kunnen naar de Brandenburger Tor. Wat ligt hier toch een hoop geschiedenis op een postzegel qua oppervlakte. We sluiten onze eerste rit af met een lekkere Hefe Weissen en gaan ’s avonds voor de grootste schnitzel die we kunnen vinden.
De invloed van de Stasi
Nu we het zuiden gehad hebben, blijft het noorden over. Gelukkig heeft mijn RouteBrouwer ook hier een lekker rondje voor getekend. De stad is bezaaid met lege flessen en kapot glas. Rave the Planet was kennelijk heel gezellig. We laveren zo goed mogelijk tussen de scherven door naar het noorden. Het is bijzonder om te zien dat zelfs 45 jaar na het vallen van de Muur de verschillen tussen Oost- en West Berlijn nog steeds zo duidelijk zichtbaar zijn aan de gebouwen.
De vorige avond bezochten we nog even een café, gespecialiseerd in absint, voor een afzakkertje en raakten aan de praat met Petra, een vrolijke Duitse dame van een jaar of 45. Ze herkende ons Nederlandse accent en ging helemaal los over hoe mooi ze het bij ons vindt. Petra is geboren in wat toen nog de DDR was en ze vertelde dat ook de jonge generatie nog steeds de effecten ondervindt van het verleden. Haar vader bijvoorbeeld heeft zijn hele leven niemand vertrouwd.
In zijn tijd was één op de vijftig mensen betrokken bij de Stasi, de Oost-Duitse geheime politie. Ofwel rechtstreeks in dienst, of als vrijwillige burgerinformant, samen goed voor bijna 300.000 mensen! Het kon dus je buurman, collega of neef zijn, die je zou aangeven als je je niet conformeerde aan het strakke communistische regime. En dat gevoel van onveiligheid werd onbewust doorgegeven aan kinderen en kleinkinderen. Ik heb me nooit gerealiseerd dat dit nu nog steeds een rol speelt.
Treurige geschiedenis
Vandaag rijden we tegen de klok in richting Oraniënburg. Het gaat eerst een heel stuk langs de Panke, een rustig kanaal met een prima fietspad ernaast. Als we bij Wald Basdorf aankomen, blijkt dit bos vol te liggen met fantastische gravelpaden. Hoewel, niet allemaal even fantastisch, want het is soms wel heel erg hobbelig. Geen racefietsterrein, we hebben er goed aan gedaan de gravelbikes te pakken.
Bij de Liepnitzsee maken we de intussen verplichte foto, die Ronald en ik altijd maken als we samen op pad zijn. Overdreven geposeerd uitkijkend over een meertje, fietsen op de grond ervoor. Hoe vaker we hem maken, hoe meer lol we erin krijgen. Petra had ons aangeraden hier even te gaan zwemmen. Zij is in deze regio opgegroeid en zwom hier altijd in haar jeugd. Zonder zwembroek lijkt ons dat niet zo’n goed idee. We willen niet à la Thomas Dekker en Laurens ten Dam in een cel belanden wegens onbehoorlijk gedrag.
We fietsen langs Villa Bogensee, het voormalige huis van rijksminister van Propaganda Joseph Goebbels. Waar de andere historische plekken die we aandeden perfect onderhouden waren, is dit een bouwval. De deelstaat die verantwoordelijk is voor het gebied wil er graag vanaf. Ze hebben het zelfs al eens gratis aangeboden, maar wie wil er in een huis wonen dat zo’n ellendige geschiedenis heeft?
In Oraniëburg is het al niet veel vrolijker, we stoppen hier bij het voormalige concentratiekamp Sachsenhausen. Al voor de oorlog werden hier door Hitlers Sturm Abteilung gevangenen opgesloten, voornamelijk leden van de Duitse Communistische Partij. In WO II zijn er minimaal drie massa-executies geweest waarbij ook honderd Nederlandse slachtoffers vielen. Hier vind je nu een museum en een gedenkplaats.
Het laatste deel van onze route gaat ook weer veel langs het water en kronkelt lekker onder de bomen door, heerlijk spelen op de fiets. Even die treurige geschiedenis uit de gedachten bannen. Terug in Berlijn kijken we of je op de fiets wat van het Olympisch Stadion kunt zien, maar dat valt tegen. Na 122 kilometer stopt de teller op het terras van het hotel. Tijd voor een koel biertje en warme Flamkuchen! We zien af en toe wat afgepeigerde finishers van de Berlin Wall Run binnenstrompelen. Petje af voor hen! Dan hadden wij het toch een stuk relaxter.
Aanrader
Dit was een ander soort fietstrip dan we doorgaans maken. En het smaakt naar meer, al is het misschien wel handig om dan de dagafstand wat korter te maken. Er blijft nu naast het fietsen niet heel veel tijd over om de bezienswaardigheden ook echt te ervaren. Het is vaak erlangs fietsen en even stoppen voor een snelle blik. Wat vooral leuk is, is dat je overdag heerlijk fietst en ’s avonds de stad nog kunt ontdekken.
Berlijn is een geweldige stad als je houdt van geschiedenis, lekker eten, musea en shoppen. Dat kan zelfs zonder fiets, maar dan ben je bij ons natuurlijk aan het verkeerde adres.
Wil je onze routes nafietsen? Je kunt de twee gpx-files hier downloaden.