Trek heeft zijn op comfort en performance gerichte hardtail, de Procaliber, volledig vernieuwd. Eerder dit jaar beloonden we de ‘oude’ versie met een mooie 8 en dus is de vraag bij de nieuwste generatie: is de Gen 3 net zo comfortabel én snel als zijn voorganger?
Dit voorjaar gaf ik al aan enthousiast te zijn over de Procaliber, die naar mijn mening ‘niets te wensen overliet’ en met een prijs van 3.800 euro een goede koop was voor zowel wedstrijdrijders als hardtail liefhebbers. De fiets bleek speels en vooral opvallend comfortabel, met een geometrie waarmee je op de meeste Nederlandse bospaden goed uit de wielen kan. Vervolgens diende de nieuwe Gen 3 zich aan, en ik wilde weleens weten waarom Trek het nieuwe frame zo bijzonder heeft vormgegeven en wat het effect daarvan – en van de aangepaste geometrie en componenten – is op het rijgedrag. Zo klom ik voor de tweede keer dit jaar op een Procaliber.
Wanneer je de fiets voor het eerst ziet (en ja, ook daarna), dan kijk je nog een keer om. De looks zijn bijzonder, iets wat we van Trek met de vormgeving van de Madone wel gewend zijn. Een Trek is geen eenheidsworst. De knik in de extreem dunne bovenbuis met een opening voor de kruising van de bovenbuis en zitbuis blijft speciaal. Voor mij in positieve zin, en op social media – waar ik mijn testfietsen altijd even voorstel – krijg ik soortgelijke reacties.
Te goede koop?
De fiets die ik test is het topmodel van de Procaliber, de 9.7 met prachtige carbon red smoke lak die niet zou misstaan op de duurste Treks. Die upgrade is alvast geslaagd, net als de luxere 120 millimeter SID vork die de 110 millimeter Reba-vork vervangt, de dropperpost in plaats van de carbon zadelpen en de brede 2.4 banden. De (nogal) stijve geïntegreerde carbon RSL-cockpit, carbon wielset en het schakel- en remmateriaal van SRAM (GX AXS Transmission) kennen we al van zijn voorganger.
Wat ook gebleven is, is de lockout met twee standen. Ik vraag me af: waarom geen drie? Wat we níet meer terug zien, is de Knock Block die voorkomt dat het stuur door kan slaan tegen de bovenbuis. Mijn testfiets, die al een aantal dealerdagen heeft doorleefd, is al beschadigd op de bovenbuis. Zonde, zeker omdat je deze laksoort met ‘diepte’ niet zomaar kunt spuiten.
Wat ook anders is, is de prijs: Trek vraagt nu 4.499 euro. Wellicht besefte het merk (ook) dat de 9.7 uit 2024 – die 3.799 euro kostte en de veel duurdere maar niet per se luxere 9.8 opvolgde – eigenlijk een ‘te goede koop’ was, wat ik in de vorige test al aangaf. Of is het een stap terug naar oude prijzen? Ik vind het in ieder geval een flinke meerprijs voor een fraaie lak en een wat betere vork. Vergelijk je de fiets met andere hardtails uit het topsegment, dan is de prijs in combinatie met carbon wielen overigens nog steeds scherp. In totaal zijn er drie modellen, waarbij de goedkoopste variant 1.999 euro kost.
Langere comfortzone
Trek heeft comfort hoog in het vaandel staan en dat vraagt om complexe constructies en afwijkende vormen. IsoSpeed is vervangen door de simpelere, lichtere IsoBow-constructie – de eigenzinnig gevormde flinterdunne bovenbuis met opening die voor hetzelfde comfort moet zorgen. Daarmee is het framegewicht gedaald van ongeveer 1350 naar 1200 gram, wat nog steeds niet heel licht is.
Waar veel fietsen alleen flexibele seatstays hebben, loopt de deels van de zitbuis losgekoppelde bovenbuis door de IsoBow-constructie door in de achterbouw, waardoor er een langere comfortzone ontstaat. Ook de remklauw is deels losgekoppeld van de liggende vork en ‘zweeft’ tussen de seatstay en steekas, waardoor de comfortzone doorloopt tot aan de steekas.
De geometrie is flink gewijzigd en zal het grootste effect hebben op het rijgedrag. Het totaalgewicht is weliswaar gelijk gebleven, maar daarbij heb je nu wel een stijvere, betere vork met meer veerweg, een dropper én 2.4-banden. Die vork staat met 67 graden 1,8 graad ‘luier’, de reach van de L is met een centimeter toegenomen en de (deels maatspecifieke) achterbrug is drie millimeter langer. Daarmee is de wielbasis 38 millimeter langer dan bij de oude Procaliber. De stuurpen is even lang gebleven. Zo zit je dus ongeveer een centimeter ‘gestrekter’ dan op de voorganger. Goed om te weten!
Maatvoering
Vanwege de reach van het frame (die belangrijk is voor de zitpositie en het rijgedrag) kies ik voor maat L, maar daarbij had ik graag de 70 millimeter-stuurpen gehad die op de ML zit. Die speelsere ML – die met een 70 millimeter stuurpen is uitgerust en daardoor weer te kort zou zijn voor mij – in combinatie met de 80 millimeter stuurpen van de L zou ook leuk zijn geweest, maar door de geïntegreerde cockpit heb ik die keuzes niet.
Een belangrijk punt hierbij is dat je de maat van een mountainbike (ook) kiest op basis van het gewenste rijgedrag: een grotere maat voor meer stabiliteit of zelfs twee maten groter met een extreem korte en diepe stuurpen, of juist een kleinere maat omdat dat zo lekker wendbaar en speels aanvoelt met een langere stuurpen en wat meer spacers. Een geïntegreerde cockpit maakt dit finetunen lastiger – en waar die cockpit dan goed voor is? De verkoop, de looks en een beetje gewichtsbesparing, maar een mooie losse stuurpen met dito stuur kan er ook premium uitzien en geeft je wél alle keuzevrijheid als het gaat om de lengte, hoek én hoogte (riserbar!) van het stuurgedeelte.
Wat (als we het dan toch over maten hebben) wél kudo’s verdient, is dat de ML is uitgerust met 170 millimeter cranks. De XXL is uit het programma, maar de nieuwe XL zou ook langere rijders moeten passen.
Groesbeeks gruwelijkste
Over het rijgedrag van de Gen 3 kan ik vrij kort zijn: dat is subliem. Naast de nodige ritten op de geijkte MTB-routes rij ik ook twee marathonritten omdat ik wil weten of deze ‘comfort- hardtail’ ook dan nog een plezierige metgezel is. En ja, dat is het geval. De fiets daalt heel mooi stabiel af (waar ook de dropper aan bijdraagt), blijft door de centrale zitpositie en goede balans ook stabiel op steile klimmetjes vol geulen en wortels én blijft verrassend comfortabel op onrustige ondergronden zoals paden met kuilen, kleine wortels en verborgen bakstenen, op harde, opgedroogde kleigrond en op tractorpaden.
Je kunt vaker blijven zitten en doortrappen dan je vooraf zou denken, zonder dat het achterwiel begint te stuiteren. De fiets stuurt erg mooi in en straalt rust en vertrouwen uit – en jij dus ook. Wat betreft het rijgedrag is er een flinke stap gezet en ik moet de hardtail die méér comfort biedt nog tegenkomen.
Het examen vindt plaats tijdens Groesbeeks Gruwelijkste, een 110 kilometer lange MTB-tocht met trails, bospaden, venijnige klimmen, wortels, stenen en hobbelpaden waar ik in de laatste twintig kilometer nog even flink onder druk word gezet door iemand op een high-end fully. Ondanks de onrustige ondergrond en de lange dag die ik al op de hardtail heb doorgebracht, kan ik volgen zonder dat ik overmatig last heb van het gebrek aan comfort. Dat kan in zulke situaties het verschil maken tussen volgen of… breken.
Niets op af te dingen
De voordelen van een hardtail? Een top spec-fully is vrijwel altijd de betere keuze: net zo licht, maar (veel) comfortabeler. Alleen, een fully is ook… fors duurder, niet alleen in aanschaf, maar ook in het onderhoud. Daarnaast verliezen de meeste fullies van rond de 4.000 euro het op de wielen, afmontage en het totaalgewicht – en daarmee ook op de rijbeleving. En daar zit nu juist het voordeel van de Procaliber.
Hij is capabel door zijn fijne geometrie en comfort, de betere vork, de dropper en de 2.4 banden. De fiets is flink verbeterd zonder dat hij zwaarder is geworden. En de afmontage? Daar is op enkele details na niets op af te dingen. Op het terrein had ik weliswaar geen echt voordeel van deze hardtail ten opzichte van de betere fullies, maar wél een lekker licht lopende en vooral leuk rijdende fiets plús een paar duizend euro meer op de bank.
Comfort is nooit het resultaat van maar één onderdeel, het gaat om het totaalplaatje – en dat klopt bij de Procaliber Gen 3 bijna helemaal. Alleen die eendelige (en niet zo comfortabele) cockpit, het ontbreken van de Knock Block en de flinke prijsverhoging staan een maximaalscore in de weg. Zadel je Trek-dealer dus maar op met het vervangen van die cockpit als dat jou beter past – want het is zeker geen reden om deze fiets te laten staan!
Specificaties Trek Procaliber Gen 9.7 AXS Gen 3
Plus: comfort en capabiliteit, een gedurf design en een premium uitstraling: ondanks de verhoogde prijs is deze premium hardtail nog steeds een concurrerend totaalpakket
Min: de geïntegreerde cockpit beperkt de keuzevrijheid en we missen de knock block en lockout met drie standen
Prijs: € 4.499,-
Frame en voorvork: OCLV Mountain Carbon/Rockshock Sid RL, 120mm
Gewicht: 10,35 kg
Groep: SRAM GX Eagle AXS T-Type
Wielen: Bontrager Kovee Elite 30 Carbon
Banden: Pirelli Scorpion 2.4 XC RC Prowall
Zadel en -pen: Bontrager Verse Short Elite, 145mm/Bontrager Line Dropper, 150mm
Stuur en -pen: Bontrager RSL Cockpit, 80mm – 13 graden rise, 760mm breedte
Maten: S, M, L en XL
Bekijk meer over deze Trek Procaliber op de site van Trek.