We kregen en krijgen regelmatig mailtjes van Shimano waarin gewag wordt gemaakt van ‘alweer een overwinning met Dura-Ace Di2′. Leuk natuurlijk en we geloven het ook wel. Maar wat heeft een normale fietser nu eigenlijk aan dit systeem? Om dat uit te zoeken rijden we regelmatig met een (test)fiets met dit systeem. En we hebben eind 2009 een groep kunnen monteren voor een lange duur test. Op een Giant TCR Advanced SL.Collega Bram van der Leij heeft de Giant onder zich en trapt de kilometers er mee weg. Hij meld, nu zo’n vijf maanden later, het volgende:
Het grote voordeel is en blijft het nauwkeurige schakelen met een lichte druk op de knop. Ik heb echt het gevoel dat dit veiliger is dan ‘vroeger’. Dat wil zeggen: ik kijk eigenlijk nooit meer ‘naar beneden’ of dat de ketting ook werkelijk op het juiste kransje is gesprongen. Dat is gewoon zo, daar twijfel ik niet meer aan. Punt.Nadeel. Nou ja, luxe probleem: (overigens niet te serieus bedoelt, ik moet nog zoeken). Na RUIM 3.000 kilometer is de accu bij standje 2 aangekomen (knipperend groen lampje). Nog voldoende om veel kilometers te blijven rijden; alleen moet ik met schaamrood op de kaken toegeven dat ik nu al niet meer weet waar ik dat oplaadstationnetje heb gelaten in mijn overvolle schuur… Tja, als je zo weinig moet opladen… Pluspunt dus! De lichte bediening houdt voor mij in dat ik zelfs met mijn één vinger kan schakelen als het nodig is, en de rest van mijn hand dus stevig om het stuur kan houden. Ook schakelen naar het grote blad, of een groter tandje, heeft niet meer zo’n grote uitwijking van mijn hand nodig. Ik voel me daar echt beter bij, zeker bij bijvoorbeeld een ritje als de Steven Rooks Classic over slechte wegen door de Voerstreek. Ook staand schakelen voelt beter, de secuurheid van het systeem geeft geen angst om op mijn bovenbuis te landen (door een overslaande ketting), maar ook weer: met ‘4 vingers’ om mijn stuur en één op de schakelknop heb ik voldoende grip om mijn fiets in bedwang te houden. Over de Giant: strakke fiets. Echt een lekkere koersfiets. Scherp in de bochten, direct met aanzetten. Erg licht, dus voor het gevoel erg wendbaar. Ik kijk uit naar een weekje klimmen met deze fiets (en afdalen tegen hoge snelheden) maar ben daarnaast ook erg benieuwd hoe Parijs Roubaix op deze racer gaat voelen. Dat eerste voorzie ik geen problemen, dat tweede iets meer. Maar eigenlijk maakt het niet uit wat voor je fiets je dan onder je hebt, het zal wel een lijdensweg worden. 2e week juni meer over die 2 ‘ondernemingen’. Nadeel van electrisch schakelen is dan toch de installatie: want als je een fiets koopt zonder te bedenken over de toekomst loop je dus tegen de problemen van een 2e bidonhouder aan. Ik heb ‘m erop gezet, en zo gaat het op zich wel in de ritjes die ik rijd. Ik ben alleen benieuwd hoe deze bidon blijft zitten in de 260 kilometer van Parijs Roubaix. Uberhaupt ben ik benieuwd hoe de onderdelengroep zich houdt tijdens die martelgang, maar ik ga er van uit dat hij dit probleemloos doorstaat. De profs rijden er ook al een tijdje mee, toch? Wordt vervolgd!Tekst en foto’s Bram van der Leij, Menno GrootjansZoekcode:101162
Het grote voordeel is en blijft het nauwkeurige schakelen met een lichte druk op de knop. Ik heb echt het gevoel dat dit veiliger is dan ‘vroeger’. Dat wil zeggen: ik kijk eigenlijk nooit meer ‘naar beneden’ of dat de ketting ook werkelijk op het juiste kransje is gesprongen. Dat is gewoon zo, daar twijfel ik niet meer aan. Punt.Nadeel. Nou ja, luxe probleem: (overigens niet te serieus bedoelt, ik moet nog zoeken). Na RUIM 3.000 kilometer is de accu bij standje 2 aangekomen (knipperend groen lampje). Nog voldoende om veel kilometers te blijven rijden; alleen moet ik met schaamrood op de kaken toegeven dat ik nu al niet meer weet waar ik dat oplaadstationnetje heb gelaten in mijn overvolle schuur… Tja, als je zo weinig moet opladen… Pluspunt dus! De lichte bediening houdt voor mij in dat ik zelfs met mijn één vinger kan schakelen als het nodig is, en de rest van mijn hand dus stevig om het stuur kan houden. Ook schakelen naar het grote blad, of een groter tandje, heeft niet meer zo’n grote uitwijking van mijn hand nodig. Ik voel me daar echt beter bij, zeker bij bijvoorbeeld een ritje als de Steven Rooks Classic over slechte wegen door de Voerstreek. Ook staand schakelen voelt beter, de secuurheid van het systeem geeft geen angst om op mijn bovenbuis te landen (door een overslaande ketting), maar ook weer: met ‘4 vingers’ om mijn stuur en één op de schakelknop heb ik voldoende grip om mijn fiets in bedwang te houden. Over de Giant: strakke fiets. Echt een lekkere koersfiets. Scherp in de bochten, direct met aanzetten. Erg licht, dus voor het gevoel erg wendbaar. Ik kijk uit naar een weekje klimmen met deze fiets (en afdalen tegen hoge snelheden) maar ben daarnaast ook erg benieuwd hoe Parijs Roubaix op deze racer gaat voelen. Dat eerste voorzie ik geen problemen, dat tweede iets meer. Maar eigenlijk maakt het niet uit wat voor je fiets je dan onder je hebt, het zal wel een lijdensweg worden. 2e week juni meer over die 2 ‘ondernemingen’. Nadeel van electrisch schakelen is dan toch de installatie: want als je een fiets koopt zonder te bedenken over de toekomst loop je dus tegen de problemen van een 2e bidonhouder aan. Ik heb ‘m erop gezet, en zo gaat het op zich wel in de ritjes die ik rijd. Ik ben alleen benieuwd hoe deze bidon blijft zitten in de 260 kilometer van Parijs Roubaix. Uberhaupt ben ik benieuwd hoe de onderdelengroep zich houdt tijdens die martelgang, maar ik ga er van uit dat hij dit probleemloos doorstaat. De profs rijden er ook al een tijdje mee, toch? Wordt vervolgd!Tekst en foto’s Bram van der Leij, Menno GrootjansZoekcode:101162