De Spaanse Tania Calvo, een ronde later zelf roemloos ten onder, was verantwoordelijk voor de uitschakeling van de inmiddels 27-jarige van oorsprong Kampense die nog niet zo lang geleden tegen de wereldtop aanschurkte.
”We moeten hier lessen uit trekken, zonder dat we meteen onze hele aanpak gaan omgooien. Er is geen sprake van paniek, maar we moeten dit wel goed analyseren”, zei bondscoach René Wolff, zelf wereldkampioen sprint in 2005.
Wolff heeft het sprinten zien veranderen. Dat begon bij de mannen al in het jaar dat hij wereldkampioen werd. ”Mijn tegenstander, Mickaël Bourgain, reed daar net als alle Fransen met een veel zwaarder verzet. En als je nu een sprinter als Kevin Sireau ziet, die rijdt gewoon meteen drie rondjes keihard op kop en zet van daaruit de sprint aan.”
Bij de vrouwen is de tendens na de Spelen van Peking ingezet. ”Neem de Oost-Europeaansen, de Françaises, ze rijden nu met een verzet dat ik zelfs nooit gebruikt heb. Of we dat te laat hebben opgemerkt? De ontwikkeling is in ieder geval sneller gegaan dan we verwacht hadden.”
Harde les
Kanis kreeg zaterdag een harde les. De nummer vier op de sprint bij de Spelen in 2008 was in tranen. Het enige positieve was dat ze in ieder geval de rug, die haar WK-optreden eerder dit jaar vergalde, niet had gevoeld.
”Logisch, dat Willy teleurgesteld is”, zei Wolff. ”Ze is nu boos op zichzelf, we gaan de komende week maar eens rustig naar de videobeelden kijken.” De Duitser heeft zijn conclusies grotendeels al getrokken.
Zwaarder verzet
”Willy zal zeker naar een zwaarder verzet moeten. Dat hebben we eerder ook al geprobeerd, maar toen was dat mede door haar rugklachten lastig. Willy is afkomstig uit de fietscross, ze vindt het prettiger om met een iets kleiner verzet meteen in haar ritme te komen en houdt van een korte explosieve sprint. Maar haar manier van sprinten werkt niet meer.”
Kanis bleef, toen de tranen waren opgedroogd en na een onderonsje met Wolff, optimistisch. ”Ik heb de kracht. Londen is nog ver weg. Ik geloof erin.”
© ANP