(Blog Ronald Jacobs)

Ranch
Tijd om verder te trekken. Big Bend verlaten we via Study Butte (wie verzint zo’n naam?). Onderweg naar Marfa, ons doel voor vandaag, zien we de ene ranch na de andere. Bij het woord ranch gaan de gedachten al snel naar royaal uitgevallen wit omheinde optrekken met een veranda en een schommelstoel. Vaker is het tegenstelde waar. Een grote camper of caravan met een dakje erboven. Armoe troef dus. Landschappelijk is Texas hier zoals we het ons hadden voorgesteld als we aan het woord prairie denken. Uitgestrekte vlakke stukken droog land met her en der een koe. Meestal klopt dat beeld niet en liggen er heuvels en bergjes in het landschap. Het is voorjaar en dat betekent dat het relatief groen is. Nou is groen een relatief begrip. Als je beleving van groen begint bij beige, is het hier echt wel groen. Anders is het gewoon droog en dor.

De Tom Tom geeft aan dat we 138 mijl (220 km) rechtdoor moeten. Die route bepalen is een makkie, want in het hele stuk ligt geen enkele zijweg. Ook dat is Texas, eindeloze wegen, vaak kaasrecht, zonder verkeer van betekenis.

In het stadje Alpine is het tijd om de tank met benzine te vullen. Hij is nog maar voor 1/8 vol. Dat duurt even, want er kan honderdtachtig liter bij. Hoeveel zegt u? Inderdaad 180 liter. Dat betekent evenveel dollars afrekenen. Nou kost die omgerekend € 0,75 per liter, dus duur is de benzine niet. Na een volle tank is het tijd voor een volle koelkast. Dus op naar de supermarkt in het zeldzaam ongezellige stadje (2300 inwoners).

Om de een of andere reden hebben wij wel een traktatie verdient. Een Chinees restaurant biedt ‘all you can eat’ voor $8,- per persoon. De kwaliteit van het restaurant ‘Chez Ingrid à la RV’ is beter, maar een keer zondigen met ijs en andere toetjes en niet te hoeven koken, is prima.

Met een (te) volle buik volgen we de laatste 35 km naar het stadje Marfa. Op een RV-park in aanbouw vinden we een plekje. Naast onze camper staat een oude Chevrolet uit een film met Humpfrey Bogart met kogelgaten in de ramen. Cool! Een stukje verderop ligt de oude ingang van een mijn. Overdag komt hier met regelmaat een trein voorbij. En dan zo’n Amerikaanse met drie locomotieven gevolgd door meer dan 1,5 km (niet overdreven) wagons. Volgens het spoorwegwet moeten ze bij steden geluidssignalen geven. En net als alles in de States zijn die Big. De eerste keer val je spontaan uit je stoel omdat je denkt dat er een Boeing 747 naast je neerstort.

Lichtbollen
De reden waarom we in dit vergeten stuk land zijn gestopt is vanwege de Marfa lights. De mysterieuze lichtbollen verschijnen zo af en toe boven de woestijn. Dat ze bestaan is duidelijk, maar wat het zijn weet geen mens. Dus na zonsondergang, naar het parkeerterrein een paar mijlen terug, waar het allemaal te doen is.

Wij gaan niet bij de meute zitten (een man of 20) maar klappen onze stoeltjes uit voor de camper. Met een drankje in het donker zien de ontelbare sterren aan het firmament er nog veel indrukwekkender uit. Behalve mysterieuze koplampen van vertrekkende en inparkerende auto’s, zijn er spannende lichten te zien. Om 23.00 uur terug naar de camping. Een kop pepermuntthee dient als opwarmertje, want het koelt stevig af hier in de dessert

Marfa naar Guadalupe Mountains
We worden langzaam gewoontemensen. Klokslag 07.30 uur wakker. Als de zon langzaam opkomt boven de eindeloze vlakte zitten we buiten. Met een vest en capuchon over ons hoofd en warme koffie is onze handen, is de damp van onze adem duidelijk zichtbaar. Dat duurt niet lang want binnen een kwartier schiet de temperatuur omhoog van te koud, naar lekker voorjaar. Met de schoenen naar binnen is not done op deze RV-plek. De bodem ligt bezaaid met kleine bolletjes vol scherpe dorentjes. Die wil je echt niet in je blote voeten hebben. Die stukken venijn zijn zelfs een fakier te machtig.

Fort Davis
Eerste stop is Fort Davis, genoemd naar Jefferson Davis, gesticht in 1854. Hij was de man die als minister van Oorlog, kamelen in Texas introduceerde. Het fort staat dramatisch met zijn rug naar een vulkanische rots toe genaamd sleeping lion mountain. In het fort is het leven van de late negentiende eeuwse frontsoldaten tentoongesteld. We lopen door de originele gebouwen uit de dagen dat de soldaten te paard de huifkarren en postkoetsen begeleiden. We lopen er rond, nemen nog plaats op de veranda van het huis van de commander en zijn familie. Het huis is nog geheel origineel ingericht. Je krijgt echt het gevoel terug te zijn in die tijd, eind 1800.

Voor de geschiedenisfreaks: http://www.fortdavis.com/

Mc Donalds Observatory
Aan de schitterende highway 118 (een smalle weg door de Davids Mountains) ligt het Mc Donalds Observatory met een paar van de grootste telescopen van de wereld. De planeten, de zon en andere sterren worden bestudeerd door ontelbare geleerden uit alle delen van de wereld. In een twee uur durende presentatie en rondleiding inclusief busrit worden alle in- en outs vertelt. Heel interessant.

Tijdens de presentatie keken we life naar uitbarstingen op de zon. Heel indrukwekkend allemaal.

Voor de astonomen onder ons: http://mcdonaldobservatory.org/

Voor de fietsers is hier een mooie, maar pittige ronde te fietsen. 77 mijl bijna 2000 hoogtemeters.

Na de bergen volgt er weer zo’n kaarsrechte Texaanse weg en een stuk Interstate (de echte snelwegen van Amerika).  Als laatste, 88 km over Highway 54. Die afstand is interessant omdat al vanaf het begin de Guadalupe Mountains duidelijk te zien zijn. Zo helder is de lucht. Ter vergelijking dat je vanuit Eindhoven de Pietersberg in Maastricht ziet liggen. We passeren onderweg het bord dat aankondigt: Mountain time. Onze klok moet een uurtje terug.

Pine Spings is ons doel van vandaag. Deze State camping kost slechts € 8,- per nacht. Daarvoor krijg je een prima plek met picknicktafel, watervoorziening en toiletfaciliteiten. En, voor de camper beginnen de hikingtrails. Wat wil een mens nog meer? Fietsroutes, maar dat blijkt verboden. Een boek dat ik in Nederland heb gelezen gaf aan dat je hier kon mountainbiken. Geen schijn van kans!

Nu merken we echt wat zo’n camper allemaal kan. Als de generator loopt hebben we 110 volt stroom. De geiser levert warm water om af te wassen en te douchen (geen stortbad, maar toch prima). Als we willen kunnen de airco en de  magnetron ook nog een aan. Pure luxe in de vrije natuur!

Naar de top van Guadalupe mountain
Na een koude, winderige nacht, worden we om half zeven locale tijd (mountain time) gewekt door het af en aan rijden van auto’s. Kinderen worden uitgeladen. Al kijkend vanuit ons slaapvertrek zien we verschillende ‘pietamientjes’ inclusief wandelstok ongeduldig wachten totdat ze mogen starten. De meesten dragen groene petjes of t-shirts en rugzakken. Het is een schoolreisje en ze staan te trappelen van ongeduld. Na een ontbijtje op bed, schieten wij ook in onze wandelkleren, het is slechts tien stappen lopen naar het begin van de routes. Er starten hier vier wandeltochten, wij besluiten de 2667 meter hoge Guadelope Peak trail te lopen. Een rotsachtige, inspannende tocht van 13,5 kilometer en 1000 hoogtemeters. Deze Peak is tevens de hoogste berg van Texas. En we willen altijd naar het hoogste punt met de fiets en nu dus ook te voet. Het foldertje waarschuwt dat we minstens een gallon (3,8 liter) water mee moeten nemen op een hete dag. Aangezien we om half negen starten en we op het heetst van de dag terug komen, besluiten we onze drinkzakken te vullen met ruim twee liter water. Met nog de nodige powerbars op zak moet het ons lukken. De hele tocht gaat over smalle rotsachtige paadjes en langs diepe afgronden. Dit is het gebied waar de Apache indianen hebben geleefd en hun vee lieten grazen. Zo rond 1850 zijn ze verjaagd, zogenaamd omdat ze niets moesten hebben van de pioniers. Volgens mij gaat integratie net andersom en past de nieuwkomer zich aan. Ook is dit gebied bekend vanwege de vele fossielen die hier nog steeds worden gevonden. Miljoenen jaren terug was dit alles zee, vandaar dat er in de lagere gebieden nog heel veel zoutvlaktes liggen.

Knieën op slot en een zonnig humeur
De stenen zijn ongelijk en het stijgingspercentage is hier en daar flink, maar met het uitzicht links en rechts is dat laatste snel vergeten. We bereiken zonder enige moeite, na iets minder dan 7 kilometer, de top. Het is er winderig en het verre uitzicht is schitterend. Een fotootje maken en dan weer naar beneden. Ook hier halen we Amerikanen in en steeds weer dezelfde vraag hoe het met ons gaat, en waar we vandaan komen.
Meer informatie over Guadalupe National Park: http://www.nps.gov/gumo/index.htm

Guadalupe Mountains naar Alamogordo
De nacht was onrustig. Niet vanwege amoureuze verwikkelingen, maar door een heftige (zand)storm. De camper schudde op zijn wielen en de ramen stonden bol in de sponningen. Tel daarbij op een temperatuur waarbij een gebreide borstrok verplicht zou moeten zijn. Vrieskou dus.

Ik sliep zoals altijd de slaap der onschuldigen, maar daar weet Ingrid wel raad mee. Omdat volgens een bekende Nederlandse filosoof  “ieder nadeel zijn voordeel heb” stonden we vroeg op en scheurden we richting het Nationale Park White Sands in New Mexico. De kortste weg voert ons door El Paso, waar je alleen al vanwege de naam doorheen wilt rijden. Bij die naam krijgen we visioenen van ‘Once upon a time in the west’ of een spaghetti western. Nou deze keer is de werkelijkheid een stuk beroerder. Wie een lelijkere stad kan vinden, heeft recht op een medaille. De weg erheen had al een waarschuwing moeten zijn. Die is in zo’n deplorabele staat dat de broodrooster bijna door het dakraampje van de RV naar buiten springt. Ook wordt iedereen die de stad binnen rijdt door de Border Patrol (grenspolitie) gecontroleerd. Wij ook, maar dat zijn we in de buurt van de Mexicaanse grens inmiddels wel gewend.

Nou heeft iedere stad natuurlijk wel één lichtpuntje. En die hebben we gevonden, restaurant Ranchers, waar je voor € 5,-  per persoon onbeperkt soep en salade kunt eten, en dat van een geweldige verse kwaliteit. Kort na El Paso rijden we de staat New Mexico binnen, door haar bewoners liever the land of enchantment genoemd.

White Sands National Monument New Mexico
Rond de klok van twee rijden we White Sands National Monument binnen. In het visitorscentrum krijgen we een informatieve videofilm te zien. Met een oppervlakte van 780 km² is het de grootste gipswoestijn ter wereld. Op de spierwitte duinen groeien alleen op sommige plaatsen woestijngrassen en yucca’s. Het mooist zijn de duinen als er helemaal niets op groeit en het spel van licht en schaduw zijn werk kan doen. Dat is natuurlijk het allermooist in de ochtend en de avond. Maar dat maken wij helaas niet mee. Toch is het ook nu genieten geblazen. Er is een 10 km lange doodlopende weg in het park aangelegd van waaruit veel moois te zien is. Er wordt door dagjesmensen gerecreëerd, zonder dat het echt vol is. Ze glijden op sleetjes naar beneden alsof ze in de sneeuw aan het spelen zijn. Of ze gebruiken – net als wij – een van de vele overdekte picknicktafels die bescherming geven tegen de onbarmhartig stralende zon. We hebben een paar uurtjes vertier in het witte zand.
Minder fraai is het feit dat het natuurpark ligt ingeklemd in de White Sands Missile Range. Dit enorme militaire complex overheerst hier alles. Als ze een nieuw (nucleair) wapensysteem willen testen, komt alles hier tot stilstand. En dat gemiddeld twee keer per week, een uur tot twee uur. Zelfs de snelweg en het natuurpark worden dan afgesloten. De militaire basis heeft al een lange geschiedenis want in de Tweede Wereld Oorlog is hier de allereerste atoombom getest die later is gebruikt in Hiroshima en Nawasaki.
In een kwartiertje tijd leggen we het laatste stukje af naar Alamorgordo om op het veruit ongezelligste RV-park tot nu toe terecht te komen. Maar ook hier heeft ieder nadeel zijn voordeel;  het ligt naast de Wal Mart, en daar moeten we morgen toch zijn.

Informatie over White Sands National Park: http://www.nps.gov/whsa/index.htm

Alamogordo naar Santa Fe
Het besluiten het wat rustiger aan te doen. We voegen de daad bij het woord en gaan naar het ruimtevaartmuseum. Uiteraard na een bezoek aan de Walmart, want een dag niet naar de Walmart, is een dag niet geleefd. Een kar vol boodschappen verdwijnt in de RV. Dan naar het museum met Imax bioscoop. Best leuk, al kan het natuurlijk niet tippen aan Cape Canaveral in Florida waar we vorig jaar waren. Stom toevallig krijgen we ook hier de film voorgeschoteld die we in Florida al hadden gezien. Niet erg want de film gaat over de reparaties aan ruimtetelescoop Hubble, en  is ook voor de tweede keer de moeite waard.

Informatie ruimtevaartmuseum: www.nmspacemuseum.org

Van ons voornemen om na een mijl of honderd de RV rust te gunnen komt niets terecht. Heel ongewoon, er zijn geen RV-camping sites. Dus toch ongewild in één ruk door naar Sante Fe.

Als de weg de reis is, klopt dat hier. Prachtig is het. Ruig, kaal, met schitterende bergen rondom de oneindige vlakte waarover wij rijden. En die bergen nemen allerlei kleuren aan. Van beige tot donker rood. Het is genieten met een hoofletter G.

Op de  uitgezochte camping is het niet mogelijk om zelf in te schrijven. Heel on Amerikaans. Dus naar de volgende. Die ligt een stukje buiten de stad op een heuvel.

’s Nachts wordt het koud. Heel koud. Alles wat dienst kan doen als deken wordt gebruikt. Met een trui aan en een muts op worden we wakker. Pas dan leren we het gebruik van de kachel. Want behalve koelen kan de airco ook verwarmen. Stelletje sukkels!

Santa Fe per bike
De hoogste tijd om weer eens wat aan beweging te gaan doen. Fietsen van het rek en op naar Down Town Santa Fe. Volgens de uitbaatster van de camping is er een systeem van ‘trails’ die naar het centrum leiden. De moeilijkheid is vooral om daar op te komen. Via een rustige weg die min of meer parallel loopt aan Interstate 25 sluiten we aan op een systeem van kronkelende paden bestemd voor wandelaars en fietsers. Duidelijk is het allemaal niet, want routeborden zoals wij die kennen zijn hier onbekend. Op iedere splitsing of kruising is het dus een beetje gokken. Het lukt om zonder al te veel problemen in het centrum te komen. In alle reisboeken wordt er hoog opgegeven over de authentieke adobe gebouwen. Computerfreaks denken bij Adobe natuurlijk meteen aan het programma Adobe Reader. Mensen met meer historisch inzicht weten dat adobe een bouwstijl is waarbij de muren van huizen uit een mix van leem en stro worden gemaakt. Eerst worden er een soort bakstenen gevormd die in de zon worden gedroogd. Nadat de muren zijn gemaakt komt daar nog een glad gestreken laag overheen. De balken van de plafonds steken vaak karakteristiek buiten het gebouw uit. Gemiddeld eens per jaar moet de deklaag worden hersteld en opnieuw worden aangebracht.

De Plaza is het hart van downdown Santa Fe en daar is het te doen. Het is duidelijk nog geen hoogseizoen want de sfeer is relaxed. Er speelt een bandje met rustige muziek en bijzondere types van allerlei pluimage schuifelen rond. ‘Artiesten’ schilderen de gebouwen rond de Plaza. Nou dat kan Ingrid tien keer beter. Alle historische gebouwen zijn een museum, een eetgelegenheid of een winkeltje. Gewoon het bekende toeristengedoe dus… Op de een of andere manier roept de naam Santa Fe bij ons het beeld op van stoffige straten uit een spaghetti Western met Lee Van Cleef in de hoofdrol en dan in het Duits na gesynchroniseerd.  Zo van “Hé dad, hier mit die Kanone”. Maar niets van dat alles. Alles keurig netjes. Conclusie van het bezoek aan downtown Santa Fe: “bin there, seen it, done it”.

We besluiten de kortste weg terug te fietsen. Dat is kicken. We rijden over highways van het formaat A2. Het zijn zelfs officiële fietsroutes. Fietsen doe we op ‘the shoulder’, zeg maar de vluchtstrook. Niemand die dat gek vindt. Sterker nog als we bij en uitvoegstrook rechtdoor moeten, geven alle automobilisten ons ruim baan.

Met 48 kilometer op de teller, staan we weer bij de RV

Santa Fe naar Taos

Grote kloof, kleine kloof
Lekker op tijd vertrokken en dus een hele dag voor ons. Niet al te ver buiten Santa Fe verandert het landschap ingrijpend. De grote droge badkuip met kaarsrechte wegen verandert in bergachtig met kronkelende wegen met meer groen. Na een tijdje pikken we een oude bekende op, de Rio Grande. In Texas nog de grens met Mexico, hier stroomt hij midden door de staat. De 120 km leggen we snel af. De camper vindt een plaats in de Orilla Verde Recreation Area, beheerd door het ministerie van Landmanagement. Voor slechts  $ 7,50 staan we op een wonderschone plek aan de Rio Grande. Eigenlijk is de prijs dubbel zo hoog, maar onze jaarkaart voor de Nationale Parken geeft de 50% discount. Je zou denken dat het hier storm loopt, maar niets van dat alles, samen met minder dan een handjevol jongeren van een jeugdkamp zijn we solo. Bij het bezoekerscentrum krijgen we uitgebreide informatie over de streek en jawel, de fietsmogelijkheden. De Rim Trail spreekt meteen aan en na de lunch gaan we op de pedalen. De eerste 12 kilometer gaan lekker glooiend stroomopwaarts op en af over een asfaltweggetje langs de Rio Grande. Dan uit het niets een vette klim over een breed, maar onverhard pad. Door het remmen van auto’s is het wegdek verandert in een eindeloos wasbord. De 200 steile hoogtemeters rollen wat moeizaam onder de wielen door. Boven begint de echte trail. Over een singletrack door laag struikgewas gaan we naar de ‘rim’, de rand dus. Ingrid heeft er niet meer zo veel zin in en besluit om te draaien. Verdwalen is niet mogelijk want er is maar één weg terug. Hoewel dat nogal ongewoon voor mij is, ga ik alleen verder. Na een kilometer verandert het pad in een jeeptrack, met her en der wat rotsen en stenen, bochten en kleine dipjes en klimmetjes. Niets om ongerust van te worden. De omgeving lijkt vlak met op afstand een paar stevige bergen. Schijn bedriegt. Het pad draait namelijk af naar de rand van een enorme diepe en vrij brede kloof. In ontelbare jaren door de Rio Grande in het landschap uitgesleten. In de diepte zie ik twee gekleurde drijvende objecten. Pas al ik door mijn telelens kijk zie ik dat het flinke rafts zijn. Het is een spectaculaire omgeving, de diepe kloof met zijn bochten, ruig afgesleten wanden en op de achtergrond een paar bergen waarvan de toppen nog met sneeuw zijn bedekt. Een rare gewaarwording, want waar ik sta is het bloody hot. Gelukkig heb ik volle bidons met water, want in lucht met 0% vochtigheid merk je niet eens dat je uitdroogt. En daar heb ik deze reis al ervaring mee zoals bekend.

Als een jong veulen dat na een winter in de stal de wei in mag, cross ik verder. Als de trail na 26 kilometer bij een reusachtige brug over de kloof eindigt, draai ik om. Niet erg om dezelfde weg terug te moeten, want vreemd genoeg ziet die er op de een of andere manier nog indrukwekkender uit.

Terug bij de RV heeft Ingrid al de voorbereidingen getroffen voor een heerlijke maaltijd. En ze klaagt over het afwasmiddel. Ze krijgt er kloofjes van in haar handen. Heel veel kloofjes. Klopt de wereld toch weer een beetje. Ingrid de kleine kloof ik de grote.

Het bekijken van de foto’s is een waar feest en tevreden stappen we in ons bed. We verwachten een koude nacht. Mis. In de luwte van de canyon blijft de warmte beter hangen.