Wat neem je m ee op je bikepackingavontuur? Neem je geen enkel risico en stouw je je fiets helemaal vol? Of ja je op pad met alleen je creditcard op zak? Of is er nog een gulden middenweg? ervaringsdeskundige Rob praat je bij.

Wanneer je overtuigd bent geraakt dat je met de fiets op vakantie gaat, komen er direct tal van uitdagingen op je pad. Wat neem je mee en vooral hoe neem je dat mee? Afhankelijk van waar en hoelang je gaat bikepacken kun je kiezen uit grofweg drie methodes.

Bij de full monty pakezel modus sleur je jezelf bepakt en bezakt een ongeluk, maar ben je wekenlang zelfvoorzienend en kun je op alle terreinen uit de voeten. Het andere uiterste is de racemodus oftewel de ‘creditcard methode’. Niet veel meer dan een extra jasje, wat chamois crème en een powerbank neem je mee. De rest koop je onderweg en slapen doe je tijdens korte pitstops in hotels. Intussen brand je het krediet helemaal op. Snel maar kostbaar.

Met de gulden middenweg kom je een heel eind en wanneer je voor het eerst op pad gaat is het goed vooraf te testen wat je kunt meenemen, want dat is veel minder dan je denkt. Leg alles gewoon op de grond. Een extra setje kleding, reparatie-setje, slaapspullen enzovoort. Kijk vervolgens wat er in je tassenset past en je komt waarschijnlijk tot de conclusie dat je te veel hebt neergelegd.

Pak slim

Ga voor je grote avontuur eerst eens een dag bepakt fietsen om je setup te testen op stevigheid. Maar ook of je niet met je knieën langs de frametas schuurt bijvoorbeeld. Probeer het gewicht goed over je fiets te verdelen en pak je spullen slim in. Equipment die je weinig gebruikt zoals je setje vrijetijdskleding stop je achter in je zadeltas. Je relatief zware en grote tent of slaapzak kun je het beste aan je stuur of voorvork knopen. In het midden plaats je alles wat je onderweg bij de hand wilt hebben. Je reepje, regenjack of powerbank bijvoorbeeld. Gebruik de ruimte goed. Je bespaart bijvoorbeeld een hoop ruimte door je extra paar sokken op te vouwen. Ga je naar de zon? Neem dan een paar slippers mee in plaats van schoenen.

Investeer dus in minstens één goede fietsbroek met een stevige zeem

Packlist

Wil je niet je hele huisraad meenemen en heeft je creditcard een beperkte limiet, dan zal je slim en creatief moeten zijn. We sommen de belangrijkste punten voor je op. Waarschijnlijk zal je voor een rit van drie dagen niet veel minder meenemen dan voor een trip van twee weken.

Fietskleding: laten we vooropstellen dat bikepacken niet het meest hygiënische feestje is. Plaats voor iedere etappe een verse fietsbroek is er simpelweg niet. Investeer dus in minstens één goede broek die strak genoeg zit en een stevige zeem heeft. Kies je kleding zo dat je flexibel bent. Het liefst dus een korte broek met shirt en daaronder een vochtafvoerend ondershirt aangevuld met arm- en beenwarmers, windjack of bodywarmer en een regenjas. In feite kun je zo alle kanten op. Je zit tenslotte de hele dag op de fiets, dus de temperatuur kan behoorlijk veranderen gedurende je rit.

Probeer minstens één extra broek en shirt mee te nemen zodat je kunt rouleren met de kleding. Schaf een tubetje wasmiddel aan dat ook werkt in koud water, zodat je de kleding kan uitspoelen onder een kraan of in de beek. Raakt je broek te verzadigd door het zweet, dan kunnen de zoutkristallen weleens flink gaan schuren met alle gevolgen van dien. Een klein tubetje chamois crème mag dan ook niet ontbreken.

After ride: wanneer je klaar bent met trappen is het heerlijk om even wat anders aan te hebben dan die grote mannen- pamper en je dampende schoenen. Onmisbaar is een lang thermo ondershirt. Dit houd je ‘s nachts lekker warm. Kies een dunne sportbroek en -shirt in verband met het gewicht en pakformaat. Qua ondergoed kun je het beste voor merinowol kiezen. Merino gaat minder snel ruiken en dus kun je het best nog een dagje aan. Ditzelfde geldt ook voor arm- en beenstukken die tegenwoordig beschikbaar zijn in merino uitvoering of polypropyleen. Ga je in het voor- of najaar? Dan is een lichtgewicht jas met donsvulling enorm aan te raden. Hiervoor moet je even een deurtje verder dan je wielerspeciaalzaak, maar bij de betere outdoorwinkel hebben ze keus genoeg. Het ganzendons houd je lekker warm en overdag is de jas lekker klein op te vouwen. En je hebt meteen een hoofdkussen.

Reservespullen en klein gerei: in feite moet je zelfvoorzienend kunnen optreden. Een reservebandje, pompje en quick link mogen natuurlijk niet ontbreken. Een multitool of beter nog Leatherman is onmisbaar (kun je meteen je brood smeren). Verder is het verstandig om een reserve achterpat mee te nemen. Die heeft de winkel onderweg namelijk vast niet liggen. Proviand: de hele dag repen eten is onmogelijk. Niet alleen ben je ze binnen no-time beu, maar er is ook geen ruimte om zoveel proviand mee te nemen. Je bent dus aangewezen op de lokale keuken. Een Spork en eventueel opvouwbare beker zijn daarom handig. Zo kun je onderweg eens een yoghurtje weg lepelen of een sandwich samenstellen. Shop voor je was-en douchegerei gewoon bij de drogisterij. Met een klein busje deodorant maak je na een paar dagen veel vrienden en tandenborstels zijn er tegenwoordig ook opvouwbaar. Neem (zoals al gezegd) alleen mee wat je nodig hebt en kies daarom voor kleine tubes tandpasta of shampoo.

Elektronica: nagenoeg alle bikepack events gebruiken een gps-route om te navigeren. Diverse merken hebben goede gps-computers, alle met hun eigen voordelen. Zo gaat de Elemnt van Wahoo lekker lang mee, terwijl de kaart in de Garmin Edge 10(3)0 lekker helder en uitgebreid is. Hoe dan ook. Geen enkele gps-computer houdt het langer dan een dag uit. Én je hebt ook nog je smartphone, eventueel camera of GoPro. Je zult dus aan ‘electronica-management’ moeten doen. Met een naafdynamo en USB-omvormer van bijvoorbeeld Supernova heb je altijd en overal stroom. Dit is echter wel redelijk zwaar en wéér een investering. Met een power-bank, of twee, ben je lekker flexibel en kun je tegenwoordig al snel een aantal keren je gps-apparaat opladen. Zoek naar een goede powerbank die snel oplaadt. Uiteindelijk heeft immers ook die weer stroom nodig. Een uitgelezen gelegenheid om halt te houden bij de eerstvolgende McDonalds.

Slapen onderweg: een hotel is fantastisch. Lekker bed, een douche en ontbijt. Schone kleding de volgende ochtend maar wanneer er op je route geen warm bed te vinden is zal je toch verder moeten kijken. De hardcore bikepacker slaapt overal, bushokjes, op de hooizolder of achter een muurtje. Zelf vinden we een heel klein beetje comfort wel prettig en geven de voorkeur aan een kleine tent of tarp. Een tarp – eigenlijk gewoon een groot waterdicht doek – is lekker licht, heeft geen tentstokken nodig (gebruik hiervoor je fiets!) en is in allerlei vormen inzetbaar. Ideaal vinden we.