‘Wat is dit nou voor stom meisjes gedrag’, schreeuw ik tegen mezelf.Even denk ik terug aan dit moment, zo’n vier weken na mijn openhartoperatie. Wat het voor mij zo heftig maakt is dat ik ten tijde van mijn ziekenhuisperiode de fysieke pijn zonder morfine de baas werd. Liever hield ik even de kiezen op elkaar dan stront misselijk te zijn. Ook vond ik dat mij groot moest houden tegenover familie en vrienden. Als ik hen mijn angsten, pijn, rouw om mogelijk verlies in mijn lichaam zou tonen, werd het net zo dramatisch als een grote valpartij in een peloton. Bovendien had ik ook dit weer overwonnen en legde mezelf op dat ik mij als true survivor moest gedragen. Die is sterk en huilt niet.Amper 24 uur heb ik op Intensive Care doorgebracht. Vanaf mijn periode op Medium Care noteerde ik alle namen van de deskundigen die ik aan mijn bed kreeg. Ik bemoeide mij met mijn behandel- en medicatieplan. De eindverantwoording van de betrokken witte jassen legde ik neer bij mijn behandelend specialist en chirurg. Bij iedere wisseling van de wacht leerde ik mijn vertrouwen in zowel hen als in mezelf op te bouwen. Ik toonde interesse in de mens achter de dokter, verpleegkundige of de apotheker en bouwde op een gelijkwaardige manier een soort van collegiale relatie met ze op.Toen mijn drains verwijderd moesten worden, steeg de spanning omdat dit in het verleden tot een bijna dood ervaring heeft geleid. Zoals een inmiddels echte ervaringsdeskundige zich behoeft te gedragen, liet ik de verpleegkundige meerdere keren navragen of het daar NU echt al HET veilige moment voor was?
“Ik heb er echt geen last van, laat ze nog maar even zitten”, schreeuwde ik met het zweet in mijn handen tegen haar toen ze de drie drains één voor één met het geluid van een leeglopende fietsband mijn buik, uittrok.
Op het tandvlees lopen
Eenmaal thuis was ik de eerste maanden erg verdrietig. Naast de fysieke pijn voelde ik angst voor wat de toekomst mij zou gaan brengen. Regelmatig dacht ik aan degene die nooit een OK levend hebben mogen verlaten. Continue bleef ik mezelf afvragen waarom ik deze moderne verbouwing aan het hart WEL had mogen overleven? Ik sloot me af omdat ik me onbegrepen voelde. Tegenover vrienden en familie schaamde ik mij als ik moest zeggen dat ik het huishouden nog steeds niet fatsoenlijk kon uitvoeren.Een aantal maanden later merkte ik hoe zeer ik een ander (familie en vrienden) nodig had om mij gerust te stellen dat de situatie waarin ik mij bevond niet mijn eindpunt was. Ik legde mezelf, haalbaar of niet doelen op, en liep op mijn tandvlees. Dit tijdperk wilde ik zo snel mogelijk achter me laten en mijn ‘normale’ leven weer oppakken. Uiteraard liet ik niets van dit alles merken en verzoop stilletjes in een lichte depressie.Drank, seks en rock & roll
Dat ik professionele hulp nodig had, om al deze bouwstenen weer te herschikken, was wel duidelijk. Ik besloot na de verplichte zes tot acht weken rust met hartrevalidatie te starten. Dit bestond uit oefeningen in groepsverband tot aan een op maat gemaakt fitness schema met cardio en krachttraining.Fysiotherapeuten raapten mij op als ik fysiek kapot was, het mij begon te duizelen in mijn hoofd, als ik dreigde te verstarren omdat ik geen progressie boekte. Met een psycholoog paste ik een behandeling voor traumaverwerking: EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessin) therapie toe.Ik las veel (auto)biografische boeken over mensen die de vergelijkbare fases na een ingrijpende gebeurtenis hadden meegemaakt. Ik vond heling in het luisteren van muziek en schreef mijn gevoelens van mij af. Inclusief de bijbehorende drank, sex en rock and roll, ging ik op stap totdat het weer ochtend werd. En zo ging dit meerdere keren per week.Hoe moe ik ook was, sporten sloeg ik nagenoeg niet over.Mijn familie zag dat ik mezelf kapot maakte en confronteerde mij meerdere keren op harde wijze waar ik mee bezig was. Het deerde me niet. Hoe harder zij mij in bescherming wilde nemen, hoe meer ik vond dat ik zelf met mijn hoofd tegen die deur aan moest knallen. Keer op keer, op keer.Inmiddels weet ik dat ik lieg als ik zeg dat ik altijd precies wist (of nog altijd denk te weten) waar ik mee bezig was. Ik leef NU. Ik leef een nieuw leven.