Dayenne leeft met een half hart en fietst zo vaak ze kan. Voor Pedala magazine zet ze tweewekelijks haar verhaal op papier. Over het overwinnen van angsten, doorzettingsvermogen, vertrouwen en fietsen

Om mijn tweede wielerseizoen goed af te sluiten, bedenk ik mij in een impulsieve bui dat het wel tof is om in het buitenland te gaan fietsen. Aangezien mijn ex-schoonouders, waar ik nog goed contact mee heb, een schitterende Chambres d’Hôtes in de Vogezen runnen, hoef ik niet lang na te denken aan welk land mijn stalen ros en ik een bezoek willen gaan brengen.

Uit eigen ervaring van onze wandelingen weet ik dat het daar naar mijn idee slechts ‘glooiend’ is. Bovendien had ik deze lieve mensen al veel te lang niet gezien en leek het mij juist wel bijzonder om bij hen te mogen logeren.

Stiekem voel ik best wat angst. Het dichtstbijzijnde ziekenhuis ligt op 30 minuten rijden…

Angst

Misschien dat het onbewust ook een geruststellend idee is om naast mijn vertrouwde fietsmaatjes, die direct enthousiast op mijn voorstel reageren, ook ‘familie’ om je heen te hebben. Stiekem voel ik namelijk best wat angst om in het buitenland te gaan fietsen. Het dichtstbijzijnde ziekenhuis ligt op 30 minuten rijden, maar liever hoop of beter gezegd bid ik voor fietsdagen zonder ontregeld hartritme en/of hoofdpijnen mogelijk door de overmaat aan inspanning.

Samen met de fietsmaatjes

Voorbereiding is het halve werk

Mijn Gitane ondergaat een beurt, om het mij een beetje makkelijker te maken, laat ik de cassette veranderen door er een 32 tandwiel op te plaatsen voor de klimmetjes.

Ik kan nog een aantal keer oefenen door het ‘Kopje van Bloemendaal’ met steeds meer gemak te bedwingen. Ook scherp ik mijn dieet weer wat aan. Ik eet vaker volkorenpasta’s en neem mijn dagelijkse shotje magnesium. Mijn dorst les ik tijdens het fietsen met in de ene bidon kokoswater en in de andere water met Keltisch zeezout. Dit om de verloren mineralen op peil te houden en om spier- en hoofdpijnen zo min mogelijk de kans te geven. Een maand later zijn we onderweg. Hoe dichter we bij Frankrijk komen, hoe meer het als thuiskomen voelt. Maar spannend blijft het wel.

Fietsdag 1: paniek

In verband met de voorspelde hitte en de onbekendheid van de stijgingspercentages gunnen we ons geen uitgebreid ontbijt. We gaan direct aan de slag met het uitstippelen van een niet al te gekke beginnersroute. Na een laatste plasronde komen we op een schappelijke 35-30 kilometer uit.

De adrenaline vliegt me naar mijn keel en mijn hart lijkt zich uit mijn borstkas te slaan.

Met klotsende bidons, bananen en repen in onze achterzak stappen we op en volgen we gehoorzaam de man met de GPS. We rijden het dorp uit en staan meteen voor een pittige eerste klim. Beheerst en kalm spreek ik mezelf toe dat ik dit kan. Nadat ik mezelf stevig op mijn zadel klem probeer ik de focus vooral op de rotaties van mijn benen te leggen. Halverwege de klim fiets ik in het lichtste verzet als een pen in hoofdletters PANIEK in mijn hoofd schrijft. Door de trage snelheid en doordat ik met mijn schoenen vast zit in de klikpedalen merk ik dat ik extra bang ben om te vallen. De adrenaline vliegt me naar mijn keel en mijn hart lijkt zich uit mijn borstkas te slaan.

Samen sterk

Mijn maatjes willen op mij wachten maar ik laat ze tot de top doorfietsen. Wat dat betreft lijkt het hollen (dalingen vind ik heerlijk en kunnen mij niet snel genoeg gaan) of stilstaan te zijn met mij en daar voel ik me geregeld schuldig over. Ik prijs me gelukkig met hen. Van tevoren hebben we wel afgesproken dat ieder op eigen niveau de diverse glooiingen langs de uitgestrekte weilanden en vergezichten van de Vogezen bedwingt. Maar in de praktijk blijkt hier niets van waar.

Rond lunchtijd arriveren we met glimmende en rode wangen, stinkend naar het zweet bij ons logeeradres. In de werkplaats stallen we onze fietsen en puffen uit op het overdekt terras. Ik voel mij niet fit genoeg om na een douche het dorp in te gaan en besluit een uurtje op bed te gaan liggen. Tegen het einde van de dag voel ik me stukken beter en proosten we tijdens het diner met een groot glas water. “Op naar nog een vruchtbare dag”.

Vanuit het niets stap ik van mijn fiets af. Ik voel tranen opkomen en geef eraan toe.

Fietsdag 2: tranen en troost

Bij het opstaan voel ik direct een lichte verzuring in de benen, dus stel ik bij het ontbijt voor dat we qua afstand een zelfde én een route met minder hoogtemeters dan gister, van maximaal 30 kilometer totaal aanhouden. Dit keer rijd ik de klimmetjes vanaf het begin rustiger en met één voet uit het pedaal omhoog. Die ene losse voet werkt geestelijk gezien goed en ik stap af zodra mijn benen niet meer kunnen.

Ondanks dat we vroeg zijn vertrokken stijgt de temperatuur snel naar 33 graden en wordt dit, gelukkig niet alleen mij teveel. Vanuit het niets stap ik van mijn fiets af. Ik voel tranen opkomen en geef eraan toe. Hoe haal ik het in godsnaam in mijn hoofd dat ik wel even in de Vogezen kon gaan rocken?

De stevige knuffel en de armen van mijn vriendinnetje bieden troost en we beginnen beiden weer te lachen. Zodra we allebei weer het stuur beetpakken schreeuwt ze een paar keer keihard “boe” achter elkaar. En dan zie ik dat we midden tussen de koeien staan..

Het ‘boe’ uitzicht

Nieuwe plannen

De middag besteden we aan chillen op een strandje en we slenteren door Gerardmer. We drinken op een terras een biertje. En nog een. We worden wat emotioneel en praten over het mooie leven en hoe blij we zijn met elkaars steun, door dik en dun. We bespreken waar we volgend jaar naartoe gaan. Tot zover blijft het Frankrijk, maar dan moet de omgeving niet zo vals plat zijn zoals in de Vogezen.

De volgende ochtend drinken we nog een kop koffie met ‘mijn familie’. Wat was het leuk, gezellig en bijzonder. Een laatste handkus blaas ik naar hen vanuit de auto, terwijl zij ons uitzwaaien en we zetten koers naar Nederland.

Op de terugreis betrap ik mij vaak op een kleine glimlach. Wat was het afzien.

Trots

Gedurende de terugreis betrap ik mij vaak op een kleine glimlach. Wat was het afzien. Ik heb veel geleerd op het gebied van schakelen en heb absoluut (misschien ook wel door mijn grote neiging tot bewijsdrang) mijn grens weer opgezocht en ook wel een klein beetje overschreden. Ik heb geleerd om te gaan met mijn geduld, mijn tekortkomingen en dit mijzelf direct weer vergeven.

Ik ben erin geslaagd zonder ritmestoornissen te fietsen in het buitenland!

Marco, Edo, Esther en ouders van mijn ex partner: dank jullie wel. Het was onvergetelijk!