Robert Gesink kleurde vandaag de zestiende Touretappe, maar werd niet beloond. De renner van LottoNL-Jumbo finishte uiteindelijk als zesde en greep weer naast zijn eerste etappeoverwinning in de Tour, maar geeft niet op. “Het gaat een keer lukken”, is hij strijdvaardig.

‘Ik blijf er voor knokken’

Samen met 46 andere renners, waaronder vier landgenoten, zat Gesink in de kopgroep van de dag. Op de slotklim Col du Portillon viel Gesink aan en kreeg hij Domenico Pozzovivo mee, maar nadat Mollema was aangesloten volgden ook Adam Yates en Julian Alaphilippe. Yates ging er direct vandoor, begon met twintig seconden voorsprong aan de afdaling en kwam in diezelfde afdaling ten val waardoor Alaphilippe de overwinning pakte.

Achter ritwinnaar Alaphilippe, Gorka Izagirre, Yates, Mollema en Pozzovivo finishte Gesink als zesde. Hij vindt niet dat hij onderweg een fout heeft gemaakt, maar wel dat hij heeft geleerd. “Op een gegeven moment heb ik in een grote groep de benen gespaard. De les is misschien dat ik nog iets rustiger moet blijven. Maar je rijdt in de Tour, zit in een kopgroep, dan ga je ervoor. Misschien was ik weer iets te enthousiast en had ik meer moeten afwachten. Maar ik blijf er voor knokken”, zegt hij tegen het ANP.

Mollema en Dumoulin

Mollema eindigde dus als vierde en spreekt van ‘de zwaarste dag in de Tour tot nu toe’. “Eerst was het een kleine 100 kilometer demarreren, daar heb ik veel tijd en energie in gestoken. De laatste klim ging het ook continu volle bak. Ik voelde me goed, maar kwam tien seconden na Alaphilippe boven en dat maak je gewoon niet meer goed in een afdaling. Ik heb wel risico’s genomen, maar hij ging een stukje harder”, aldus Mollema.

Tom Dumoulin finishte in de groep met klassementsmannen en beleefde een tamelijk rustige dag. “Er komt morgen een zware dag aan, dat weet iedereen. Soms is het verstandiger om rustig aan te doen. Dat weet ik en dat weten de concurrenten ook.”