Door Anne Joldersma

“Ik voelde me goed, dat gaf wel een bepaalde geruststelling”, verklaarde Terpstra met het goud om zijn nek, “maar ik was zeker nerveus. Ik denk ook dat het raar is als je niet zenuwachtig bent.”

“Ik hoopte dat ik geen slechte dag had en dat ik geen fout zou maken. Bijvoorbeeld een bocht verkeerd. In een ploegentijdrit kan je geen tijd goedmaken. Dat brengt behoorlijk wat spanning mee.”

De 28-jarige Noord-Hollander moet het met de medaille doen. Het kenmerkende tricot dat doorgaans wordt uitgereikt aan wereldkampioenen ontbreekt bij de op de mondiale kampioenschappen debuterende ploegentijdrit.

“Dat is wel jammer, ik zag me al staan in die trui!”, lachte Terpstra. “Ik hoorde het pas toen we het podium opliepen. Dat had mooi aan de muur kunnen hangen. En ja, inderdaad het Belgische volkslied… Maar ik voel me zeker wel wereldkampioen.”

Gas erop

QuickStep was één van de weinige ploegen die met zes man aan de streep kwam. “We hebben het parcours hier verkend en zeiden in de training al tegen elkaar: jongens, we moeten elkaar niet kapot rijden op de Cauberg. Bovenop maken we weer het verschil in de laatste kilometer naar de streep.”

“In de aanloop naar de berg toe versnelden we al een beetje en toen we boven waren ging het gas er weer vol op. Maar we wilden niet per se met zes man finishen. Gewoon de vierde man in de beste tijd over de streep. Alleen iedereen had een goede dag en dus kwamen we met zijn allen aan.”

Kick

In de persconferentie ging de Belgische kopman Tom Boonen ook al in op het feit dat QuickStep met zes man aankwam. “We probeerden Niki wel te lossen, maar het lukte niet”, liet hij met een knipoog weten.

Voor de Nederlandse wereldkampioen ploegentijdrijden was het behalen van de titel een bijzondere ervaring. “Het leeft hier, heel leuk. Zeker als je de Cauberg op rijdt merk je het. Ik kon mijn ploeggenoten nu al niet meer horen en ik denk dat het volgende week zondag nog veel drukker wordt. Dat geeft echt een kick.”

© NUsport/Anne Joldersma