Zondag is hij bij de wegwedstrijd op de WK een van de vier beschermde renners in de Nederlandse ploeg. ”We horen niet bij de favorieten, maar kunnen wel voor een verrassing zorgen.”
Mollema verblijft met de ploeg sinds maandag in het statige Kasteel Vaeshartelt, aan de rand van Maastricht.
”Dat had van mij niet gehoeven, een of twee dagen later had ik ook goed gevonden”, vertelt de Groninger die in juli vader werd van een dochter. Dat gebeurde een dag nadat hij de Tour met heup- en rugklachten – een gevolg van een eerdere val – had verlaten. Zo was hij bij de geboorte, een geluk bij een ongeluk.
Korte nachten
Mollema had wat korte nachten, herstelde ondertussen van zijn verwondingen en reed nog voor de Vuelta een alleszins redelijke Clasica San Sebastian (vijfde).
”Toch bleek uiteindelijk dat ik niet topfit aan de Ronde van Spanje begon. Een eendagskoers is natuurlijk ook anders dan een rittenkoers. Maar ik was niet zo slecht als mijn klassering (28e) doet vermoeden. Ik heb twee mindere dagen gehad waardoor ik wegviel uit de top van het klassement. Daarna heb ik nog geprobeerd om in een ontsnapping mee te gaan en heb ik Robert (Gesink) en Laurens (ten Dam) proberen bij te staan in de bergen.”
Rabo-ploegleider Adri van Houwelingen keek ook door het tegenvallende resultaat heen. ”Bauke kan straks zo maar de beste Nederlander op het WK worden”, zei de ploegleider die moet vertrekken bij de ploeg op de slotdag van de Vuelta.
De renner weerspreekt het enkele dagen voor de titelrace niet. ”Ik voel me in ieder geval in orde. De laatste week van de Vuelta heeft dit WK ook steeds door mijn hoofd gespeeld. Het is pas mijn tweede. Vorig jaar in Kopenhagen was een mooie ervaring maar niet echt mijn parcours.”
Lombardije
Het was een jaar waarin Mollema in ieder geval leerde dat hij niet per se een ronderenner is. Na Luik-Bastenaken-Luik (zesde) concludeerde hij al dat eendaagse koersen de komende jaren nog meer zijn belangstelling gaan krijgen. Met het WK sluit hij zondag zijn seizoen ook nog niet af, de Ronde van Lombardije is zeker ook een koers waarin hij uit de voeten kan.
”Ik moet zondag in staat zijn in de finale nog voorin te zitten. Natuurlijk zal het lastig zijn als een Gilbert of Valverde doortrekt op de Cauberg, maar er volgt dan nog meer dan een kilometer naar de streep. Maar ik besef wel dat ik een superdag moet hebben om dan nog mee te zitten.”
© ANP