Hielke Elferink is mountainbikester voor het Craft-Rocky Mountain Factory Team en viervoudig Nederlands kampioen MTB-marathon. Van 19-26 maart nam ze in Zuid-Afrika deel aan de Cape Epic, een van de grootste mountainbikewedstrijden ter wereld. Net als voorgaande jaren deed ze dat in het tenue van het Zuid-Afrikaanse Team Meerendal. Voor Pedala blogt ze over haar voorbereidingen op de race en over de race zelf. Het is nog maar half vijf in de ochtend als de wekker gaat. Een kort moment ben ik in de veronderstelling dat er nog een etappe gefietst gaat worden, maar dan komt het besef dat het dinsdag is. Opluchting. Het is de dinsdag na de Cape Epic, de dag waarop we terugvliegen en dat alles voorbij is. Stiekem heb ik vanaf het moment dat de wedstrijd begon een beetje uitgekeken naar deze dag, vooral op de dagen dat het tegen zat. Nu is het zover. We slepen al onze bagage naar buiten en gaan met het grootste gedeelte van Team Meerendal naar Cape Town Airport. Ondertussen schieten er gebeurtenissen van de afgelopen week door mijn hoofd. Er overheerst een gevoel van opluchting en trots, maar tegelijkertijd vraag ik me af of het niet nog sneller of beter had gekund. En ergens vind ik het ook jammer dat we weer weggaan.
Klaar!
Ploegmaatje Cornelia en ik zijn de wedstrijd goed doorgekomen. Het was een week met hoogte- en dieptepunten, maar uiteindelijk overheerste steeds het positieve. Vaak konden we met een lach op het gezicht napraten over alles wat er onderweg gebeurd was. De eerste drie dagen waren voor mij het zwaarst. De temperatuur lag rond de 40 graden en ik wilde uiteraard het uiterste uit mezelf halen. Er staan wereldtoppers aan de start die deze wedstrijd bloedserieus nemen, dus er wordt hard gereden en dan heeft een iets mindere dag of een mechanisch probleem direct gevolgen voor de dagklassering en het klassement.
Het zit erop
Emotionele achtbaan
Op dag drie had ik een slechte dag. Het liep gewoon niet. Misschien hebben die eerste dagen in de hitte er toch meer ingehakt dan ik dacht. Ondanks dat ik alles gaf kwam ik voor mijn gevoel niet vooruit en had ik veel moeite om het tempo van Cornelia te volgen. Op zulke momenten kun je de finish niet gauw genoeg voor je zien. Na de finish zag ik het even niet zitten. Hoe kon ik op deze manier nog vijf etappes doorkomen en de eindstreep halen?Een ijsbad, een paar goede gesprekken en een goede nachtrust deden wonderen. Ik zette de knop om en vanaf dag vier ging het een stuk beter! We werkten goed samen, konden een goed tempo rijden en hadden plezier. Het negatieve had plaats gemaakt voor het positieve, en daardoor was ik plotseling tot veel meer in staat. Opeens leek de laatste etappe helemaal niet meer buiten bereik. Dat was dus mooi. We wisten er die dag nog bijna een vierde plaats uit te slepen, maar door miscommunicatie in de laatste kilometer ging dat niet door. Ik reed in Cornelia’s achterwiel en sloeg over de kop. Het team wat bij ons reed werd vierde en wij vijfde. Een domme actie. Na de finish konden we er eerst even boos over zijn, maar even later konden we er al om lachen en waren we blij dat het veel beter liep dan de vorige dag. Dat gaf energie voor de rest van de wedstrijd!
Een ijsbad doet soms wonderen
Haaientanden
De dagen die volgden verliepen goed. Vaak reden we zij aan zij met sterke teams, zoals dat van Ariane Lüthi (winnares van de vorige 3 edities) en Adelheid Morath. Wij waren sneller in de technische passages en afdalingen, zij waren sterker bergop. Afhankelijk van het parcours leverde dat mooie strijd op en het zette ook onze prestatie in perspectief. Gezien hun staat van dienst en uitslagen in de afgelopen jaren, gaf het ons een boost dat we team Lüthi/Morath soms achter ons konden houden.
De Cape Epic is bijna overal offroad
In het wiel van Cornelia Hug
Het parcours was zoals te verwachten erg zwaar, met meerdere etappes van boven de 100 km en bijna alleen maar offroad-wegen. De hoogteprofielen leken wel een rij haaientanden. En als het eens vlak was, dan was de ondergrond vaak zo moeilijk te berijden dat je nog steeds het gevoel had een berg op te gaan. Ik denk dat het parcours een van de dingen is die de Cape Epic zo slopend maken. Je lichaam staat continu onder druk en de wegen zijn vaak erg hobbelig en ruw, waardoor je veel schokken en klappen te verduren krijgt.
Het parcours is zeer zwaar. Hier een schaars stukje ‘vlak’
Pech
Met de dag gingen we ons nu beter voelen. Voor de voorlaatste etappe dichtten we onszelf zelfs een goede kans op een podiumplek toe. Het hoogteprofiel was in ons voordeel en we hadden een goed gevoel. Het begin was goed. We zaten rond plek 5, maar we hadden zicht op het vierde team en het leek erop dat zij het erg moeilijk hadden. Na 40 km sloeg echter het noodlot toe: Cornelia kreeg tijdens een afdaling over grove stenen een lekke band. Het repareren ging niet goed. We kregen de plug, een soort ´worm´ die daar waar het lek zit in de band wordt gestoken (we rijden tegenwoordig niet meer met binnenbanden maar tubeless banden met daarin vloeibare latex), niet goed in de band. Nadat we al onze CO2 patronen op hadden geschoten, besloten we op de velg tot de materiaalzone te rijden, want ons pompje waren we verloren in diezelfde stenen afdaling.Al met al kostte het veel tijd en was het slecht voor onze dagklassering en het algemeen klassement. Bij de materiaalzone konden we het wiel wisselen en ons tempo weer oppakken. Dat ging vlot, maar zoals vaker op dagen met pech kwam er nog meer op ons pad. In een van de snelle afdalingen waar we – al zeg ik het zelf – echt heel snel waren, kwamen we een Afrikaans team achterop. De beste man werd zo nerveus dat hij pardoes een verkeerde lijn koos en een kuil instuurde, waarna we alle drie over elkaar heen vielen. Gelukkig konden we allemaal verder zonder al te veel schrammen en blauwe plekken, maar we baalden flink van de gemiste kans want fysiek waren we echt wel goed die dag.
Ready to go!
Klaar voor de start
Negen seconden
Zo bleef alleen de laatste etappe nog over. Dat was op zich goed, want het vroege opstaan en vooral het ontbijten om vijf uur ‘s ochtends gaan echt tegenstaan. Op dat moment in de race geeft je lichaam al een paar dagen signalen dat het genoeg is geweest, maar de geest is toch sterker en zo stonden we steeds toch weer gemotiveerd aan de start. Ik merkte al aan het begin dat ik me goed voelde en Cornelia voelde zich zelfs nog veel beter. Dat resulteerde in een ware race. Cornelia bepaalde het tempo en ik deed alles wat ik kon om te volgen en op de trails zo snel mogelijke lijnen te rijden. We reden lang in de kopgroep mee, werden gelost, maar reden ook weer terug en konden ons goed handhaven.Door ons tijdverlies van de vorige dag stonden we nu geen zevende meer in het klassement, maar achtste. Het verschil met de nummer zeven was echter maar negen seconden. Het bewuste team wist dit natuurlijk ook en verloor ons geen moment uit het oog. Uiteindelijk leek het erop dat we gingen sprinten voor de vijfde plaats, maar door een allerlaatste krachtsinspanning in de laatste twee kilomters konden we wegrijden en met bijna twintig seconden voorsprong over de finish komen. We hadden onze zevende plaats weer terug! Totaal gesloopt lagen we op de grond en kwam het besef dat het afgelopen was.
Gesloopt na de laatste etappe
Geen commentaar
Emotie
Blijdschap, trots, verschillende emoties, alles door elkaar. Sport is emotie en ik denk dat juist dit sport ook zo mooi maakt. Het afzien, de mooie momenten, de slechte momenten, tot het uiterste gaan, vriendschappen die ontstaan, te veel om op te noemen.Het was een week om niet te vergeten en waar we met een goed gevoel op terugkijken. We hebben veel geleerd en zijn veel ervaringen rijker. Het is dan ook fijn om weer naar huis te gaan en het lichaam te laten herstellen van deze wedstrijd. Als dat goed gaat, dan is het mogelijk om er een heel goed seizoen aan vast te plakken, weet ik uit ervaring. Ik hoop dat dit ook nu weer het geval zal zijn!
Weer thuis in Zwitserland! Uitpakken
Eerste herstelritje
Tot de volgende keer!Groetjes, Hielke Elferink