De Spaanse sprinter Oscar Freire stelt dat hij in zijn negen dienstjaren voor de Raboploeg niets vreemds heeft gezien met betrekking tot het gebruik van prestatiebevorderende middelen. “Het team is altijd tegen doping geweest”, zegt Freire in een interview met de Spaanse krant El Pais.

De drievoudig winnaar van Milaan-San Remo doet die uitspraak als reactie op de recente dopingbekentenissen van voormalige Rabo-renners Michael Boogerd, Michael Rasmussen, Marc Lotz, Danny Nelissen, Thomas Dekker, Levi Leipheimer, Steven de Jongh en Grischa Niermann.

“De doktoren hebben mij nooit iets aangeboden, in geen van de ploegen waar ik gezeten heb”, vervolgde de drievoudig wereldkampioen die afgelopen winter een punt achter zijn loopbaan zette. Naast Rabobank kwam hij in actie voor onder meer Mapei en Katoesja.

Domme vraag

“Andere renners hadden wel eigen doktoren, maar ik heb me altijd laten behandelen door de teamartsen en nooit door één in het bijzonder.” Gevraagd of hij ooit doping heeft gebruikt antwoordde Freire: “nee, nee, nee… dat is een domme vraag.”

“Ik kan die vraag eerlijk beantwoorden en mensen mogen zelf beslissen of ze dat antwoord geloven of niet. Ik heb altijd het maximale gegeven, ik heb tijdens mijn carrière de nodige tegenvallers gekend en andere renners hebben mij teleurstellingen bezorgd, maar ik heb ook veel momenten van geluk beleefd. En ik heb nooit doping gebruikt.”

Idioten

Freire gaf verder aan dat niet alleen de renners, maar ook de controlemethodes schuldig zijn aan de misstanden in de sport.

“Natuurlijk dragen de renners de meeste schuld, maar het probleem was ook dat de controles niet efficiënt waren. We moeten de schuld bij de renners neerleggen, maar ook bij diegenen die de controles uitvoerden en zich als idioten gedroegen.”

© NUsport