Lance Armstrong ziet in zijn eigen situatie veel overeenkomsten met die van Bill Clinton, die in 1998 bijna moest aftreden als president van de Verenigde Staten nadat hij had gelogen over een seksuele relatie met Monica Lewinsky. 

“Uiteindelijk zijn mensen bereid tot vergeving en onthouden ze de goede dingen die je hebt gedaan”, vertelt de oud-wielrenner, die in januari in een interview met Oprah Winfrey bekende jarenlang doping te hebben gebruikt, aan de Texas Monthly.

“Is het moeilijk om voor elkaar te krijgen? Natuurlijk. Maar Clinton is het gelukt. Dat deed hij door hard te werken en van mensen te houden. Hij is een held, een harde jongen die zich met goede mensen omringde. Tien jaar na die affaire was hij ‘de president van de wereld’. Het kan dus.”

Armstrong vertelt ook dat zijn familie aangeslagen is door de hele affaire. “De vlek zal altijd blijven. Ik doe nu gewoon mijn best voor mijn gezin en mijn gemeenschap.”

“Er zijn dagen dat ik denk dat ik dat interview met Oprah niet had moeten doen. Maar dan zie ik mijn kinderen, de manier waarop ze spelen. Als mijn zoon nu aan het basketballen is, dan is hij zo gefocust, een heel ander kind.”

Armstrong vindt het verkeerd hoe de media hem nu neerzetten. “Was ik een held? Dat was te perfect. Mijn vijanden maken nu een monster van me, dat is ook niet waar. Ik was geen held en ik ben geen monster.”

© NUsport