De Giro d’Italia kent dinsdag zijn eerste aankomst bergop. Blanco-troef Steven Kruijswijk hoopt op de flanken van de Altopiano del Montasio aan te tonen dat het met de vorm echt goed zit. 

Door Anne Joldersma

“Het gaat een mooie etappe worden en ik denk dat we op de laatste klim te zien krijgen welke renners er goed zijn”, laat Kruijswijk aan NUsport weten. “Je kunt je in deze etappe moeilijk verstoppen, ook omdat hij wat langer is. Het is er echt één om naar uit te kijken.”

De 25-jarige renner maakt zich aan de vooravond van de tiende etappe geen zorgen over de eigen vorm. “Het is inderdaad de eerste vuurproef, maar na een volle week koersen heb ik een redelijk idee hoe ik er voor sta. Het zal een afvalrace worden op weg naar de Montasio. Ik hoop als één van de laatsten af te vallen of misschien samen met Robert (Gesink -red.) te overleven.”

Volgens Kruijswijk verloopt de Giro vooralsnog volgens plan voor Team Blanco. Na de eerste rustdag staat kopman Gesink derde in het klassement. Kruijswijk: “Het gaat zoals we gehoopt hadden. We zijn het eerste deel van de ronde goed doorgekomen, we moeten nu deze lijn zien door te trekken.”

De renner geeft duidelijk aan wat zijn eigen doel in Italië is. “Als ik zelf een doel zou mogen kiezen, ga ik natuurlijk voor een mooie etappeoverwinning, maar de ploeg is hier om Gesink op het podium te krijgen”, legt de nummer twintig van het klassement uit.

“Als ploeg hebben we nu eenmaal het doel gesteld om voor het klassement te gaan, dan weet je dat de eigen ambities aan de kant moeten. Als ik hier mijn niveau van twee jaar geleden haal en ik mijn steentje bijdraag om Robert hoog in het klassement te krijgen, ben ik ook tevreden.”

Warme band

Kruijswijk heeft een warme band met de Italiaanse etappekoers. In 2010 debuteerde hij met een knappe achttiende plaats, een jaar later eindigde hij zelfs in de top tien. “Ik vind het inderdaad een hele mooie koers. Ik heb hier twee keer heel goed gereden, dan is altijd leuk om terug te keren.”

“Ik weet ook dat deze periode van het jaar me goed ligt. Dan reis je met vertrouwen af naar zo’n ronde. Ja, ik kan wel stellen dat ik blij ben weer in deze koers te mogen rijden”, verklaart Kruijswijk, die vorig jaar de Giro moest overslaan ten faveure van de Tour. Deze zomer gaat hij niet van start in Frankrijk en richt hij zich na zijn optreden in Italië op de Vuelta.

Ondanks de tijd van het jaar speelt het weer het peloton vooralsnog flink parten. Vooral de vele regenbuien hebben het nodige leed veroorzaakt onder de renners. “Buiten de eerste dag in Napoli hebben we inderdaad de hele tijd regen gehad”, blikt de Blanco-man terug.

“Dat heeft de Giro de eerste week erg lastig gemaakt. Dat zagen we zondag weer. We moesten zo goed opletten, continu van voren zitten, anders verlies je heel makkelijk tijd zoals Bradley Wiggins overkwam. Op die manier koersen kost gewoon heel veel kracht. Maar het is tot nu toe niet in ons nadeel. We zijn er goed doorheen gekomen, maar van mij mag in de tweede helft van de Giro wel wat vaker de zon schijnen.”

Dat komt vooral omdat de meeste Italiaanse wegen na een kleine plensbui al snel veranderen in een ijsbaan. “Vooral rondom de steden is het erg glad. Door al dat verkeer ligt er altijd veel olie op de weg en het type asfalt is ook anders.”

Ook Kruijswijk kwam niet zonder kleerscheuren door de eerste week. “Ik ging een keer onderuit in een afdaling en ik wist weer dat ik in de Giro toch net iets alerter moet zijn. Gelukkig heeft die valpartij niet echt gevolgen gehad. Wat dat betreft ben ik er goed vanaf gekomen, ik mag niet klagen.”

Profiteren

De Nederlander merkt wel dat anderen meer moeite hebben met het gladde wegdek, zoals Wiggins, die zondag in de afdaling tijd verloor. Een verklaring daarvoor heeft Kruijswijk wel. “Ik weet van mezelf ook dat als ik eenmaal een keer slecht daal, het in mijn kop gaat zitten.”

“Je ziet dat Wiggins het er echt moeilijk mee heeft en snel door het peloton zakt als er gedaald wordt. Maar ja, dalen hoort er nu eenmaal ook bij en is iets waar je veel tijd op kan verliezen. Dat is een probleem voor hem en daar moet de tegenstand van profiteren, zoals Garmin zondag deed.”

Blanco focust zich vooralsnog echter meer op zichzelf dan op de Britse Tourkampioen. “We hebben dat als ploeg nog niet echt gedaan, we hebben nog niet geprobeerd Wiggins te lossen in een afdaling. Wij zijn bezig zelf voorop te rijden en bij de eerste tien te zitten als de afdaling begint.”

“Als we voorlopig gewoon van voren zitten, weten we dat we uit de problemen blijven en dan kunnen we later in de week alsnog kijken of we iemand op die manier op achterstand kunnen zetten. Eerst maar eens zien dat we er zelf ongeschonden doorheen komen.”

© NUsport/Anne Joldersma