Robert Gesink vindt dat het publiek in Nederland hem te negatief benadert. Afgelopen maand kreeg de renner van Blanco Pro Cycling kritiek omdat hij zijn doelstelling in de Ronde van Italië (een plek in de top vijf) niet kon realiseren.

“Natuurlijk gaat er een keer wat mis, maar het is niet zo dat we alleen maar het vergrootglas op Robert Gesink moeten leggen. Dat hij in elke koers die hij rijdt nóg wéér tien keer beter moet zijn. Dat kan helemaal niet”, zegt de 27-jarige klimmer in het AD.

“Kijk nou eens gewoon naar de resultaten. Ik ben in acht grote rondes gestart en ik heb vier keer bij de eerste tien gereden.”

Gesink gaf enkele dagen voor de slotetappe in de Giro op. Op dat moment was zijn rol in het klassement al uitgespeeld.

“Ik ben geen veelwinnaar, maar heb wel supermooie dingen laten zien. Maar die stap naar rondjes winnen is blijkbaar niet zo makkelijk. En daarbij komt dat het wel erg eenvoudig is om te vergeten dat ik tussendoor ook nog mijn poot gebroken heb en mijn pa ben verloren. Oké, dit seizoen zit het effe een beetje tegen. Maar ik zie echt niet in waarom ik niet kan terugkomen op mijn oude niveau.”

“Ga eens kijken wat ik allemaal gepresteerd heb tussen renners die er verdomme opgevoerd bij reden”, vervolgt Gesink. “Daarna twee jaar aan de kant gingen, terugkwamen en opnieuw als helden binnengehaald werden. In Nederland zijn we daar nu allemaal héél erg kritisch op. Nee, nee…Dat mag allemaal niet hier. Ik heb de keuze gemaakt om het op een nette manier te doen en dan word je er nog op afgerekend ook dat je geen twintig koersen per jaar wint.”

Gesink zal in de Ronde van Frankrijk, die op zaterdag 29 juni begint, starten zonder klassementsambities. Bauke Mollema is de kopman van Blanco.

© NUsport