Sturen voor racefietsen en mountainbikes komen in vele maten en vormen. Waarop moet je letten om een voor jou passend stuur te kiezen?
Een racestuur zou in principe net zo breed moeten zijn als je schouders. In de praktijk is deze stelregel echter niet altijd goed hanteerbaar. Zo is moeilijk aan te geven vanaf welk punt van je lichaam je meet. Ook blijken de verschillen tussen personen klein. De nieuwe stelregel die we hierbij willen introduceren is dan ook: ga uit van 42 centimeter hart-hart, die breedte voldoet voor bijna iedereen. Alleen echt smalle personen kunnen mogelijk beter een 40-centimeterstuur kiezen, en ben je erg breed of zit je nooit of zelden in de beugel, dan kun je voor een 44-centimeterstuur kiezen. Een breder stuur geeft je meer controle en je kunt het steviger vasthouden in een afdaling.
De diameter voor de stuurpenmontage is tegenwoordig standaard 31,8 millimeter (oversized). Vooral de zwaardere aluminium sturen zijn hierdoor erg stijf en geven klappen en trillingen op den duur irritant door. Kies daarom ofwel een lichter stuur, of probeer een stuur met een ‘oude’ diameter te pakken te krijgen. Sommige modellen sturen hebben een afgeplatte bovenkant. Zo’n anatomisch gevormd stuk is in het algemeen wat lekkerder om op te steunen. De verstelmogelijkheden zijn echter beperkt. Sturen met een geïntegreerde stuurpen zijn helemaal niet meer te verstellen.
Gebruik je die bocht in je racestuur nooit? Dan kun je een recht stuur met bar-ends overwegen, dat is een stuk praktischer. Wil je toch een racestuur, denk er dan eens over je hele voorkant wat hoger af te stellen. Zo kun je zonder diep voorover te zitten, wel gebruik maken van de stuurbocht.
Let op de reikwijdte, de diepte en de vorm van de stuurbocht. Per merk kunnen die behoorlijk verschillen. Er worden zelfs sturen voor kleinere handen geleverd. Een ronde bocht bijvoorbeeld houdt minder lekker vast, je krijgt drukpunten aan de zijkant van je handen. Grijp je de bocht altijd in de bocht vast, kies dan voor een anatomisch gevormd stuur. Houd je het stuur juist aan de uiteinden vast, dan ben je beter af met een rondere bocht en een langer uiteinde. De remgreep zit bij een ronde bocht dichter bij het stuur, wat weer een voordeel kan zijn als je kleine handen hebt.
Bij mountainbikesturen kun je kiezen uit een vlak stuur en een zogenoemde riser bar, een verhoogd stuur, in de volksmond ook een gebogen stuur. Let bij een vlak stuur goed op de diameter. De oversized (31,8 mm) sturen zijn in het midden zo dik dat de bedieningsorganen niet ver genoeg naar binnen kunnen. De verhoogde sturen zijn niet alleen hoger, maar ook breder. Vanwege de bocht die er in zit, kunnen ze niet erg smal worden gemaakt, omdat de remhendels en schakelaars dan niet ver genoeg naar binnen kunnen worden gezet. Het hogere van de gebogen sturen zou je overigens ook kunnen bereiken met een andere stuurpen.
De standaardbreedte voor een vlak mountainbikestuur is 580 millimeter. Daarmee kun je nog bar-ends monteren en de bedieningsorganen voldoende naar binnen schuiven. Een breedte van 565 millimeter wordt ook nog veel geleverd, maar dat is behoorlijk smal. Een breder stuur geeft meer controle.
Bij een gebogen stuur is 610 millimeter standaard. Voor toerders, maar ook voor liefhebbers van technisch terrein en snelle afdalingen is een breder (en hoger) stuur een aanrader. Die anderhalve centimeter aan beide kanten maakt je fiets echt niet te breed. Voor freeriders is een stuur van meer dan 610 millimeter aan te raken.
Een aluminium mountainbikestuur kun je te breed kopen en later inkorten. Gebruik hiervoor een scherpe ijzerzaag, of beter nog een pijpsnijder. Kort een carbon stuur nooit in.