Heel veel is er niet meer te vinden over het WK veldrijden voor profs in 1990. In het Baskische Getxo pakte geheel onverwacht de 29-jarige Henk Baars uit Diessen de wereldtitel. De fiets waarmee hij als eerste de atletiekbaan opdraaide heeft hij nog steeds, plus een heleboel mooie verhalen uit die tijd.

Henk Baars was prof in een periode dat je ‘het er nog mooi bij kon doen’. Bij Panasonic, waar hij in 1985 prof werd, reed hij met onder meer Eddy Merckx en kreeg hij vier fietsen. Dat was goed geregeld, al was het op kledinggebied nog wat aanmodderen, vertelt hij. “Ik kreeg een snelpak dat eigenlijk voor Walter Planckaert bedoeld was en iets te ruim zat. Mijn moeder legde er snel een extra zoom in. Zo paste het wel.”

Meer dan kleding en materiaal zat er niet in, maar als prof kreeg Henk per cross wel 100 gulden startgeld, wat een groot voordeel was. Na Panasonic volgden verschillende privésponsors: kachelbouwer Barbas, ongediertebestrijder Protekta en HEK Bouwmaterialen. Voor Protekta ging Henk in de zomermaanden supermarkten af om muizendoosjes te plaatsen, wat hem de bijnaam De Rattenvanger van Diessen opleverde. In de winter was het volle bak crossen. “Vanaf 1990 stelde de KNWU een volwaardig arbeidscontract verplicht. Dat was op dat moment lastig, omdat ik einde contract was. Ik mocht echter toch nog mee naar het WK in Getxo, en dat won ik.” Het leverde hem een echt contract op tot en met 1995.

Ruilhandel

Het crossmateriaal stond in de tijd dat Baars actief was nog in de kinderschoenen. Er waren wel speciale crossframes, maar echte crossonderdelen waren er eigenlijk niet. In het begin had Henk daardoor zijn handen vol aan balhoofden en naven die na een moddercross helemaal uit elkaar moesten worden gehaald, vertelt hij. “Later kwamen de Stronglight-modellen met naaldlagers en de 501-naven van Mavic. Dat was beter spul.”

Henk had een vrij grote supportersschare en dat was fijn. De mannen uit die groep gingen vaak mee naar de cross. Uiteraard werd er veel in België gereden, maar Henk croste ook geregeld in het Oostblok – dat tot 1989 nog werd afgescheiden door het IJzeren Gordijn. Verhalen over ruilhandel uit die tijd zijn er volop en ook Henk deed daaraan mee: op die manier kwam hij aan ‘heel fijne tubes’. “Er was hier in West Europa nog niet veel op dat gebied en de Barums waren top. We bewerkten de noppen soms met een stanleymes, dan kreeg je een fijner profiel.”

Baars en consorten ‘betaalden’ vooral met kleding. “Er was daar niks en een goede spijkerbroek of een nette koersbroek was zeer gewild. Op de terugreis moesten we weleens wat verstoppen, want spullen aangeven… dan wist je natuurlijk dat je ze kwijt was.”

Enkel voorblad

Het stalen gelugde Diamant-frame waarop Henk in Getxo wereldkampioen werd, is een maatje 54. De wielbasis is slechts een meter: dat kon omdat de staande buis een flinke bocht maakt. “Zo kon de modder weglopen en had ik een lekker korte fiets. De verchroomde voorvork staat wel iets meer onderuit dan bij een standaard model. Niet elke renner kon met zo’n fiets overweg, maar ik voelde me als een vis in het water op de Diamant.”

Een prijslijst uit die tijd laat zien dat een Diamant Cross Falk voor nog geen 5.000 Belgische frank te koop was. Een kader van Reynoldsbuizen kostte net geen 16.000 frank (omgerekend zo’n 400 euro). De Diamant-frames werden gefabriceerd bij Martelly in Zwevezele. Opvallend is dat de fiets een enkel voorblad heeft. “Ik reed ook met fietsen met een dubbel crankstel, maar deze heeft een 172,5 millimeter Campagnolo-crankstel met maar één 45-tands Suginoblad. Daaromheen zit een dubbele beschermrand om te voorkomen dat de ketting eraf liep. Die rand maakten we van 52-tands kettingbladen: we slepen de tanden eraf en monteerden ze vervolgens met langere boutjes op het crankstel.”

Speciale aandacht gaf Henk aan de pedalen. “Normaal hadden die een aluminium kooi, maar die trapte je snel kapot. Daarom maakte ik een stalen kooi en bewerkte ik mijn schoenplaatjes. Zo bleef alles heel en kon ik meer kracht zetten.” Hij schetst op een A4’tje hoe het eruitzag. In deze tijd van SPD-systemen is het bijna niet meer voor te stellen…

In totaal weegt de fiets 10,75 kilo, inclusief Modolo Rockyremmen, eenvoudige Shimano 105-remhendels en een stevig Turbomatic-zadel. 1990 was trouwens het laatste jaar dat Henk op stalen crossfietsen reed. “In de winter van 1990 reed ik al op een oversized Diamant Cross 7020 Alu. Datzelfde jaar kreeg ik ook Shimano Dual Control-hendels. Dat scheelde toch een stuk.”

Meneer van Ham

In 1993 opende Henk al een fietsenwinkel in Diessen, later verhuisde de winkel naar Hilvarenbeek. “Doordat ik in het begin veel zelf moest doen aan mijn fietsen, heb ik me het vak al doende zelf aangeleerd. Toen ik croste kwam het mountainbiken net op, dat paste ook wel in mijn straatje. Ik ben in 1989 zelfs Nederlands kampioen geworden en heb ook nog de MTB-versie van Parijs-Roubaix gereden. Dat was een tweedaagse, met finish op de wielerbaan.”

Wie nu bij Baars achterin het magazijn gaat kijken, ziet nóg een Diamant hangen. “Dat is één van de vier fietsen die ik in Getxo bij me had. De fiets waarmee ik als eerste over de meet rolde (de fiets op de foto’s) heb ik trouwens nog een tijdje verkocht gehad aan ene meneer Van Ham. Hij zocht een lichtlopend fietsje. Hij heeft er een jaar of zes op gereden en toen het niet meer ging, kwam hij hem weer terugbrengen. Sindsdien zorg ik goed voor de Diamant.”

De WK-trui hangt in de werkplaats, net als de Nederlandse kampioenstrui uit 1993. Henk tovert en passant ook nog een grote sporttas vol shirts tevoorschijn: oranje tricots, een snelpak in NK-kleuren en het sponsortenue van zijn laatste sponsor. De wereldkampioen van Getxo kijkt met gepaste trots terug op zijn carrière, en terecht. Hij staat toch maar in het rijtje met Stamsnijder, Groenendaal, Boom en Van der Poel senior en junior.