Het is een ieder jaar terugkerend fenomeen voor crossers: tubes kitten. Waarom gaan ze niet ‘gewoon’ tubeless het veld in? Wij namen de proef op de som. En dat viel nog niet mee.

Al jaren pushen verschillende fabrikanten tubeless banden voor de cross. Merken als Schwalbe, Vittoria en Specialized bieden verschillende profielen van 33 millimeter breedte aan. Toch is de conclusie tot nu toe dat rijden op zo’n band niet hetzelfde is als met een tube. Dat zit hem vooral in het ‘speciale gevoel’ met de ondergrond dat je krijgt met een crosstube. Hoe dat zit? Daarvoor moeten we even wat theorie in duiken.

Het crossgevoel

Als we een tube doorknippen, zien we een soort katoenen koker met daarin een binnenband. Op de bovenkant van die koker wordt het profiel geplakt. De onderkant plakken we dan weer vast aan de platte tubevelg. Doordat de tube stevig vastgemaakt wordt, kun je met (extreem) lage druk hard door de bocht. De tube vervormt zo erg, dat deze zelfs bijna ‘naast’ de velg kan komen te liggen. Dit wordt mogelijk gemaakt doordat het karkas, die koker waar we het over hadden, gemaakt is van katoen. Zeer kwetsbaar, maar ook extreem soepel.

Alle tubeless banden worden gemaakt van rubber. Dit bestaat uit meerdere lagen en is altijd steviger en stugger. Daar komt bij dat een tubeless band op een normale velg wordt gemonteerd en daardoor dus vast moet ‘klikken’ in de velgranden. Bij het fietsen met een lage druk bestaat daardoor de kans dat de band lucht verliest. Ook is zo’n velgrand kwetsbaarder voor impact dan een platte tubevelg. Schreven we trouwens dat alle tubeless banden gemaakt zijn van rubber? Dat klopt – tot nu toe in elk geval. Er was al wel een alternatief van Challenge, dat iets maakte wat tussen de tube en een traditionele band in zat.

Maar nu heeft A. Dugast – nog altijd hét merk als het om crosstubes draait – een eigen tubeless band uitgebracht. Een mooi moment voor ons om de tubelessproef opnieuw op de som te nemen. De A. Dugast-band is gemaakt van hetzelfde katoen als de tubes. Wel zijn ze voorzien van een extra rubberlaag aan de binnenzijde, om extra bescherming te bieden ter hoogte van het loopvlak. Ook is er een stevige hieldraad die moet zorgen dat de band op de velg blijft zitten.

Moeilijke montage

Dat deze band op een tube lijkt, merken we snel. Hij voelt niet alleen even soepel, ook de montage lijkt net zo tijdrovend als bij een tube… Want nee, dit is niet even oppompen en vloeistof bijvullen. Op meerdere manieren worden we door het merk gewaarschuwd hoe anders de manier van monteren is. En vooral: hoe gevoelig de banden zijn en hoe voorzichtig we te werk moeten gaan. We gaan er dan ook eens goed voor zitten, en monteren de banden keurig volgens de handleiding. Het idee is dat de banden dusdanig worden gemonteerd, dat er een laagje latexvloeistof tussen de band en de velg komt te zitten. Dit moet dan weer lekker gaan kleven, waardoor de banden als het ware tegen de velgrand worden geplakt. Zo wordt op papier voorkomen dat de banden lucht verliezen wanneer je met flinke snelheid door de bocht vliegt.

Drie van de vier

Maar er is een probleem. Deze banden worden met de hand gemaakt, en dat zorgt voor een grotere foutmarge. De band bestaat eigenlijk uit een katoenbasis met aan de buitenkant het rubberprofiel en aan de binnenkant een beschermlaag van rubber. Deze zijn aan elkaar verlijmd. Maar dit rubber is van nature niet volledig luchtdicht. Daar komt bij dat de rubberlagen niet altijd overal 100 procent aan elkaar zijn verlijmd en goed gevulkaniseerd zijn.

Ga je de fiets monteren en pomp je de band op, dan blaas je ook lucht tussen deze twee rubberlagen. Blijf je pompen, dan blaas je het profiel als een soort kauwgumbel op en is de band rijp voor de vuilbak nog voor je ermee gefietst hebt. Ook wij kregen hiermee te maken bij de eerste band. Bij de tweede hebben we dit grotendeels kunnen voorkomen door de band eerst volledig met een kwast in te smeren met latex. Belangrijk is dat je hierbij een ammoniakvrije vloeistof gebruikt. Ammoniak tast het katoen namelijk snel aan. Bij het oppompen houden we het rubber nadrukkelijk in de gaten.

Waar de eerste band al bij een halve bar ‘bellen’ begon te vertonen, komen er nu slechts kleine blaasjes tevoorschijn. Deze prikken we direct lek: dat lost dit probleem op. Maar hoewel dit een product is voor een heel klein en heel specifiek publiek, blijft het raar dat we in gloednieuwe banden staan te prikken om ze gemonteerd te krijgen. Nadat we met de hand extra latex tussen de band en de velg hebben laten lopen en deze zeer voorzichtig tegen de velg hebben gedrukt, kunnen we de band echt goed oppompen. Uiteindelijk krijgen we drie van de vier testbanden die we ter beschikking kregen, goed gemonteerd.

Voors en tegens

En dan zijn we vertrokken. Eerst nog wel voorzichtig: we spreken behoorlijk wat renners in het peloton, en wat zij ons vertellen geeft ons niet zoveel vertrouwen. Zo zien we dat Gerben Kuypers beide banden van de velg rijdt in Beringen. Ook de Pauwels Sauzen-ploeg durft, na een testdag met de nodige problemen, de overstap nog niet aan. Maar na een aantal ritten voelen wij onszelf toch zekerder worden.

De banden voelen absoluut soepel en er is niets dat zo dicht bij een tube komt als dit. We voelen bovendien dat deze band wat stabieler is dan een tube. Vooral doordat de tubeless band in een bocht als het ware wordt ‘teruggeduwd’ door de velgrand. Hierdoor gaat de band iets minder ‘drijven’ over het gras. Dit gevoel wordt sterker nadat we een set monteren met smalle inserts – van die foamslangen die de band nog beter op zijn plek houden. Een nadeel hiervan is dan weer dat de luchtkamer nog kleiner wordt, waardoor het aanvoelen van de luchtdruk ook totaal anders wordt. Niet direct een aanrader daardoor.

Onze banden zitten nu behoorlijk goed aan de velg vastgeplakt, daardoor is het ons niet gelukt om ze van de velg te drukken. Een goede zaak, al is dit dus erg afhankelijk van de montage. Wat wel een groot nadeel lijkt, is het feit dat het katoen rekbaar is. De banden tonen snel sporen van gebruik en beginnen dan ook vlot lucht te verliezen. Waar de banden in het begin goed op druk bleven (veel beter dan tubes), loopt er nu een halve bar per half uur uit. Dit betekent dat koersen met dit testsetje inmiddels al niet meer mogelijk is.

Conclusie: schoenmaker…

Eigenlijk moeten we dit product op twee manieren beoordelen. Ten eerste de montage en het benodigde onderhoud. Op dit vlak had dit product eigenlijk nog niet door de eind controle en op de markt mogen komen. Het is enorm kwetsbaar. De kans dat de montage fout gaat en je bijna 80 euro verprutst, is erg groot. Calculeer dan ook nog in dat deze banden niet goedkoper zijn dan tubes én dat de montagetijd praktisch even lang is als bij een tube. Op dit vlak kun je dus nauwelijks spreken van voordelen. En de rijeigenschappen dan? Ja, dit is op dit moment de beste tubeless band die je kunt kiezen als je echt wilt crossen. Maar hoewel hij erg dicht in de buurt komt, en op sommige parcoursen dat stevigere gevoel van die band weleens een voordeel kan zijn, is het uiteindelijk nog steeds geen tube.

Voor nu is de conclusie daarom: schoenmaker, blijf bij je leest. Het zou zonde zijn als de mooie, iconische naam van A. Dugast te grabbel wordt gegooid. De cross? Die blijft het voorlopig nog wel even doen met tubes.

Meer lezen over de cross? Bestel dan Fiets nummer 12, daarin vind je een heuse cross-special!