Gravel wordt steeds meer een ding, met eigen evenementen en schare volgelingen. We gingen eens kijken bij Where The Streets Have No Name en konden meteen wat aan zelfreflectie doen.

Wat: Where The Streets Have No
Name #wtshnn Wie: Rodrick, plus de halve fietsbranche
Wanneer: zaterdag 25 maart
De stemming: ape-relaxed, met een biertje en burger in de hand

Ik begin dit verslag met een bekentenis: ik ben ook maar een mens. Een mens met goede en slechte eigenschappen, voor- en nadelen en ja, ook zo mijn vooroordelen. Zo volg ik al een tijdje vanaf de zijlijn met enige scepsis de hele hype rond fietsen op gravel. Moet daar nou een speciale fiets voor komen? En al die hipsters die dat aantrekt, ik weet het niet.

Het zal mijn opvoeding zijn. Wie mij kent en volgt via Fiets weet dat ik vanaf mijn 12e een rigide opvoeding in het wegwielrennen heb gevolgd. Old skool, met in ‘de wet’ dat zwemmen en bier taboe zijn. Oké, een winters uitstapje naar de baan of het veld was nog net geoorloofd. Maar vanaf februari weer, hup, de waaier in.

Na het interbellum in mijn loopbaan ben ik wel hybride geworden. Wat zeg ik? Ik ben de meest hybride persoon van alle old skool wegrenners die ik ken. Ik mix weg met veld en had bij nader inzien liever BMX-er of downhiller geworden dan criteriumtijger. Dus een open mind heb ik zeker.

CULTUURSHOCK

Deze lange inleiding is nodig om je een beetje inzicht te geven in mijn mentale toestand toen ik aan de start stond van Where The Streets Have No Name, het nieuwe gravel annex offroad event van Gijs Bruinsma en zijn vrienden. Gijs is een mooie vent. Je kent hem misschien als verantwoordelijke voor de route en logistiek van Bikegear.cc The Ride en was al een hipster voordat er hipsters waren. Samen met zijn oude posse uit Utrecht is hij WTSHNN begonnen en dat sloeg aan.

Ik heb langer bier gedronken en hamburgers gegeten dan gefietst

De start van Streets vond plaats in Lage Vuursche, ironisch genoeg de plaats waar über-wegracer Gerrie Knetemann zijn op de weg verdiende centen had geïnvesteerd in pannenkoekrestaurants. Goed, daar in Lage Vuursche stonden dus op een zonnige zaterdag eind maart zo’n 120 mensen aan de start die grofweg in twee kampen waren te verdelen: aan de ene kant de flexitariërs zoals ik, in lycra en strakke shirts, en aan de andere kant de hipsters met de tattoos, de spijkerbroeken, de houthakkershemden, die je vervolgens knoeperhard uit het wiel kletsten. Hmm, cultuurshock. De beste manier om elkaar te leren kennen is met elkaar in contact komen. Zouden meer mensen moeten doen.

GEZELLIGE BEDOENING

Voor lekker klooien in de bossen kan je me altijd wakker maken. Ik trok op met Carlo, Thijs en Paul en we hebben ons kostelijk vermaakt. Maar interessanter was dat dit het eerste fietsevenement is waarbij de ratio fietsen-horeca in het voordeel van het laatste uitpakte. Met andere woorden: ik heb langer bier gedronken en hamburgers gegeten dan gefietst. En dat was niet omdat het moest, maar omdat het kon. Omdat het leuk was. Wat een gezellige bedoening, daar Buiten in de Kuil met dat hashtag wtshnn, want zo zetten hipsters een event neer. En leerzaam ook. Al was het alleen al omdat ik weer een vooroordeel bij het oud vuil kon zetten.

1 Initiatiefnemer Gijs Bruinsma trapt af.

2 De vier musketiers.

3 Hip event, dus zwartwitfoto.

4 Twee roestbakken.

5 Hamburgers van een echt vuur.

6 Hippe livemuziek.

7 Huh, tussen je spaken?

8 We lopen op koffie, maakt niet uit welk event.

9 Zelfvoorzienend.

10 Off the road again.