Primoz Roglic is weer een stap dichter bij de eindzege in de Ronde van Spanje. De Sloveen van Jumbo-Visma werd in de achttiende etappe, de voorlaatste bergrit van deze Vuelta, niet bedreigd door zijn concurrenten. Roglic finishte als tweede en pakte tijdwinst op met name de Colombiaan Nairo Quintana, die zijn tweede plaats in het klassement weer verspeelde aan zijn ploeggenoot Alejandro Valverde.
Poels in de aanval
De rit, van Colmenar Viejo naar Becerril de la Sierra over ruim 177 kilometer, werd gewonnen door de Colombiaan Sergio Higuita. Het was de eerste overwinning bij de profs van de 22-jarige renner van Education First. Vrijdag volgt een relatief makkelijke rit van Ávila naar Toledo. Na nog een laatste bergrit eindigt de Vuelta zondag met een voor het klassement niet meer belangrijke rit door Madrid.De rit leek in grote lijnen op de etappe waarin Tom Dumoulin in 2015 de eindzege verspeelde aan de Italiaan Fabio Aru. De Limburger raakte zonder ploegmakkers om zich heen geïsoleerd. Roglic was gewaarschuwd maar hoefde zich wat steun betreft geen zorgen te maken.Terwijl voorin eerst Wout Poels en later de Fransman Geoffrey Bouchard tussen een aantal vroege vluchters de punten wegkaapten op de eerste drie cols van de dag wis Roglic nog de Amerikanen Sepp Kuss en Neilson Powless om zich heen. Bouchard verstevigde zijn leidende positie in het bergklassement, maar toen achter de kopgroep de Colombiaan Miguel Ángel López ten aanval trok, ging het tempo omhoog met funeste gevolgen voor de kopgroep. Alleen Higuita bleef buiten bereik.
Sterke López
Op de slotklim toonden Valverde, López, Rafal Majka en Roglic zich de beste klimmers van de groep favorieten. De Sloveen won 15 seconden achter Higuita het sprintje om plaats twee en een paar bonificatieseconden. Hij heeft nu 2.50 voorsprong op Valverde, 3.31 op Quintana. Wilco Kelderman zag Majka passeren en zakte naar de zevende plaats.Higuita maakte de Vuelta voor zijn ploeg, die al vroeg Rigoberto Urán na een val verloor, nog enigszins goed. “Dit is zeker een opsteker. Voor mij, en voor de ploeg. Ik wist dat ik het hier kon afmaken. In een sprintje of alleen. Ik had heel goede benen.”
Bron: ANP