Naast Gesink komen Bauke Mollema, Laurens ten Dam, Lars Boom en Maarten Tjallingii, de Duitser Grischa Niermann en de Spanjaarden Juanma Garate, Luis Léon Sanchez en Carlos Barredo aan de start.

”We gaan met een absolute kopman naar de Tour. Rond Robert hebben we een evenwichtig team samengesteld. Met hem proberen we dicht bij het podium te komen, ondanks de heftige concurrentie”, zei technisch directeur Erik Breukink maandag over de teamsamenstelling.

De mening van Gesink, die vorig jaar als zesde eindigde en toen het kopmanschap met de inmiddels vertrokken Denis Mentsjov deelde, telde ook mee bij het aanwijzen van de Tourploeg.

Klimcapaciteiten

Gesink krijgt vooral renners met klimcapaciteiten mee. De renner uit Varsseveld kan in de bergen rekenen op de steun van Mollema, Ten Dam, Garate, Sanchez en Barredo. Boom en Tjallingii zijn renners van het tempowerk.

Gesink testte zich in het Critérium du Dauphiné, waarin ook de tijdrit in Grenoble uit het Tourschema was opgenomen. In het slotweekeinde liet hij zich gelden in de twee zware bergritten. Daarna verkende hij de Alpencols uit het Tourschema.

”Het is in de Dauphiné gelopen zoals we hoopten”, aldus Gesink, die zich in de voorbereidingskoers op de Tour niet druk maakte om het algemeen klassement.

”In de zware bergritten was ik goed. Okay, Joaquim Rodriguez was niet bij te benen maar die kwam in topvorm uit de Giro d’Italia. Wij waren in opbouw naar de Tour. Die bergritten gaven mij zonder meer veel vertrouwen”, gaf Gesink maandag aan.

Verkenning

Dat hij daags na de Dauphiné de Alpen introk om de bergritten uit de slotweek van de Tour te bekijken, was nuttig. ”We willen niets aan het toeval overlaten.”

Mollema en Ten Dam bewezen in de Ronde van Zwitserland dat het met hun vorm wel goed zit. Tijdritspecialist Boom onderscheidde zich in de Dauphiné met een zege in de proloog.

© ANP