Alleen wil Iwan Spekenbrink het met zijn renners bij Project 1t4i verder perfectioneren om zijn topsprinters Marcel Kittel en John Degenkolb in stelling te brengen in de grote wielerkoersen.

Dinsdag in Altea, de uitvalsbasis voor het voormalige Skil-Shimano in de buurt van Alicante, presenteerde Spekenbrink zijn ploeg voor het wielerjaar 2012.

Pas in maart wordt bekend wie de sponsor is. Meer dan dat het een groot, internationaal bedrijf is, wilde Spekenbrink nog steeds niet kwijt. ”In maart volgt de naam.”

Voorlopig moet de formatie het doen met een procontinentale licentie, waardoor een uitnodiging voor de grote wedstrijden noodzakelijk is om daarin te kunnen starten. Spekenbrink heeft echter goede hoop dat zijn renners ook in de belangrijke koersen uit de World Tour aan de slag kunnen.

Dinsdag kreeg hij al zekerheid over wildcards voor de klassiekers Milaan-Sanremo en Lombardije, maar was er ook een afwijzing voor de Ronde van Italië.

Licentie

”Een World Tour-licentie is niet een doel op zich. Onze ambitie is op het hoogste niveau actief te zijn. Dat kan door die licentie of op uitnodiging. Wij willen ons verder ontwikkelen, maar hebben wel de omvang en kwaliteit om in de belangrijke koersen goed mee te doen en de aandacht op ons te vestigen. Een licentie voor de World Tour volgt dan vanzelf. Dat biedt dan wat meer zekerheid”, aldus Spekenbrink.

Met de Duitser Marcel Kittel had Spekenbrink vorig jaar een opvallende renner in huis, die ritten won in onder meer de Ronde van Spanje, de Ronde van Polen en de Vierdaagse van Duinkerke.

Het uithangbord van het vroegere Skil-Shimano krijgt dit seizoen gezelschap van zijn landgenoot John Degenkolb, afkomstig van het opgeheven HTC-Highroad. Ook hij heeft inmiddels een behoorlijke naam als sprinter opgebouwd.

Treintje

”We willen een perfect treintje om hen heen bouwen”, verklaarde Spekenbrink over de doelstellingen. ”Het zijn verschillende sprinters. Marcel is een powerman, John kan sprints winnen in zware koersen. Voor een deel zullen ze een gescheiden programma rijden, maar ze kunnen elkaar ook geweldig aanvullen.”

”Daarnaast zijn het jongens die nog progressie zullen maken. En dat geldt voor het hele team. We hebben de toekomst in huis”, aldus Spekenbrink.

© ANP