Lieuwe Westra
Westra vertelt over zijn jeugd, dat hij een talentvolle renner was maar er eigenlijk weinig voor deed. Zijn broer Jan Hendrik was beter en leefde er in tegenstelling tot Lieuwe wel voor. Nadat Lieuwe zijn diploma had behaald, begon hij met werken en veranderde zijn leven. Wielrennen deed er niet meer toe; hij verdiende geld en zette zijn wielercarrière op een lager pitje. Vanaf dat moment ging het bergafwaarts met hem en werd hij een hevige drugsgebruiker. Westra ontving op 15/16-jarige leeftijd een uitnodiging voor de RAP-dagen en mocht samen met leeftijdsgenoten als Koen de Kort, Michiel Elijzen en Bobbie Traksel zich in de kijker van de Rabo-opleidingsploeg rijden. Het boeide hem niet meer; Westra werd er aan alle kanten afgereden. Met een peuk in zijn mondhoek verliet hij het kamp en begon een nieuw leven. Het gabberleven.In het boek vertelt Westra dat hij soms wel 25 XTC-pillen nam, puur voor de lol. Het tekent zijn bizarre leven. Na een aantal jaren elk hardcorefeestje te zijn afgegaan en overdag te werken als stratenmaker, valt op een verjaardag plots het kwartje en zegt hij dat hij nog profwielrenner wil worden. Hoongelach valt hem ten deel, maar Westra zet alles op alles om prof te worden. Het Beest verdient een contractje bij Krolstone en rijdt zich via de kleine Nederlandse ploeg in de kijker bij het grotere Vacansoleil-DCM.Gesjoemel met attesten
Over de periode bij Vacansoleil-DCM is hij erg openhartig. De ploeg had door onder anderen Riccardo Ricco en Clément Lhotellerie al geen ‘schoon’ imago, maar in Het Beest legt Westra uit dat er meer aan de hand was. Een passage: “In 2009 en 2010 werd nog niet geheimzinnig gedaan over injectienaalden. Voor belangrijke wedstrijden konden de kopmannen van de ploeg worden geprepareerd met behulp van injecties. Er werd een soort cocktail van preparaten in je lijf gespoten zodat je optimaal aan de start zou verschijnen. Voor wedstrijden gebeurde dat meestal achter in de teambus, achter een gesloten gordijn. Als het gordijn dicht was, dan werd er gewerkt aan een renner. Elke renner kende die regel. Maar het was mogelijk zonder problemen naar binnen te lopen. Al werd vermeden dat jongelingen te veel zagen. Maar er werd niet stiekem een naald in een wielrenner gestoken. Zo was het ook niet. Het was gewoon de cultuur die er heerste en het gebeurde vermoedelijk bij elke ploeg. Soms kwam je binnen en zag je dat een renner met een spuit in zijn buik zat. Op deze manier kreeg de renner vitaminen, ijzer, mineralen en bijvoorbeeld cafeïne toegediend, maar ook suikers.” In die tijd waren naalden nog toegestaan, later werd dat verboden.Doordat ploegbaas Daan Luijkx geen nieuwe hoofdsponsor kon vinden, waren alle renners vrij om uit te kijken naar nieuwe werkgevers. Westra had die zaken uit handen gegeven aan André Boskamp, waarmee hij brak nadat hij had getekend bij Astana. Bij die Kazakse wielerploeg beleefde hij hoogtepunten op sportief gebied, maar begon ook zijn ernstige depressie. In 2015 hielp hij voor een salaris van meer dan een half miljoen per jaar Vincenzo Nibali aan de Tourzege en won hij in 2016 ‘zijn’ Driedaagse De Panne. Hij was echter niet opgenomen in de Tourselectie en werd gepasseerd. Dat was het begin van het einde; Westra werd niet meer begeleid en moest het zelf uitzoeken, daar in zijn appartement in Monaco. Dat lukte niet. Een zware depressie lag op de loer. Westra staarde soms dagen voor zich uit en van die ooit zo succesvolle wielrenner was maar bar weinig terug te vinden.Het Beest
In ‘Het Beest’ is Westra heel openhartig over eigenlijk alles. Het gesjoemel met medische attesten ziet hij niet als valsspelen, want alles deed hij tot het toelaatbare. In alles is Westra extreem, zowel met wielrennen als met drugsgebruik. Tijdens trainingen en wedstrijden kon Het Beest zich pijnigen als geen ander, maar nu zit er een beest in zijn hoofd dat er maar moeilijk uit gaat. Door allerlei rechtszaken en andere problemen is Westra platzak. De Fries is weer op aan het krabbelen, maar dat gaat met pijn en moeite. Dit boek ziet hij als een begin om over zijn depressies te vertellen. Een aanrader voor wielerfans, maar ook voor mensen met psychische problemen. Achter de wielrenner Westra gaat een hoop schuil en dat vertelt de normaal zo stille Westra in ‘Het Beest’.Ondanks alles blijft hij het wielrennen volgen: “Wielrennen blijft het mooiste dat er is – zolang je maar geen rugnummer hoeft op te spellen.”Het boek is o.a. te koop via Bol.com:De links in onze artikelen verwijzen soms naar online shops. Bestel je daar iets via Fiets.nl, dan help je ons deze site te blijven maken. Het kost jou niets extra’s.