De klassementsrenner van Rabobank staat niet direct bekend als een specialist in de rit tegen de klok, maar in Noord-Spanje hield de Groninger over 18.9 geaccidenteerde kilometers onder andere wereldkampioen tijdrijden Tony Martin achter zich.

“De wereldkampioen kloppen in zijn discipline. Dat zijn zaken waar je van droomt en op hoopt, maar dit verwachten, is eigenlijk niet reëel. Maar Bauke doet het wel”, zei ploegleider Frans Maassen na afloop op de website van de Raboploeg.

In de regen van Baskenland was het sturen erg belangrijk op het technische parcours. Dat zat bij de Groninger wel goed: “Hij zat prima in cadans, maar vooral in de afdaling ging het geweldig. Bauke heeft nooit angst met dalen en dat kwam er op dit natte parcours helemaal uit”, vond Maassen.

Derde plaats

Mollema finishte na 28.54. Daarmee moest hij in de etappe alleen eindwinnaar Samuel Sanchez voor zich dulden. In het klassement klom hij naar de derde plaats, ook nog achter Joaquim Rodriquez.

Voor de Groninger was het vooral een bevestiging dat zijn extra trainingen op de tijdrit afgelopen winter zijn vruchten hebben afgeworpen: “Ik had vooral meer vertrouwen op de fiets. Ik zat lekker en de bochten liepen vloeiend. Deze bevestiging is me veel waard”, aldus Mollema.

Toch bleef hij ook zijn nuchtere zelf: “We moeten ook reëel zijn. Dit was een speciale tijdrit, dit parcours lag me wel. Een vlakke lange tijdrit met rechte wegen wordt toch een heel ander verhaal. Bovendien was die regen niet in mijn nadeel. Het plaatje paste dit keer precies.”

Leuke verrassing

In de aanloop naar de heuvelklassiekers is in ieder geval duidelijk dat de vorm bij de Nederlander wel goed zit, iets waar hij voor ‘Baskenland’ nog niet geheel zeker van was.

“Ik was deze week wel blij om te merken, dat het zo goed ging. Ik had na Parijs-Nice geen wedstrijden meer gedaan. Na dik drie weken sta je dan hier en gaat het eigenlijk goed. De ene dag wat beter dan de andere, maar toch voelde het goed.”

“Ik kan nu niet zeggen dat het iedere dag vooruit ging. Vanochtend was ik ook nog goed naar de kloten van vrijdag. Toen dacht ik nog: ‘Het is al heel mooi als ik een paar plekken stijg naar een plaats tussen plek tien en vijf’. Dat dan dit er uit komt, is weer wel een leuke verrassing. Ook voor mezelf.”

© NUsport