Dayenne leeft met een half hart en fietst zo vaak ze kan. Voor Pedala magazine zet ze twee-wekelijks haar verhaal op papier. Over het overwinnen van angsten, doorzettingsvermogen, vertrouwen en fietsen

Aan de spanning in mijn lijf, en mijn ogen die zich enkel focussen op het leen-exemplaar dat voor mijn neus staat, merk ik dat ik het best spannend vind. Ruim een half jaar na de operatie maak ik straks mijn debuut op de racefiets.

Mei 2014

Met de fiets aan mijn linkerzijde loop ik geheel door mijn fietsmaat in het nieuw gestoken, met hem naar buiten. Het zonnetje straalt zacht, maar het zweet gutst in mijn geleende handschoenen. Ik sla mijn been over het blauwgekleurde aluminium en klem het stevig tussen mijn benen.

Ik krijg uitleg over het schakelen en grijns van oor tot oor zodra mijn zeem het zadel raakt. Waar iedere fietser naar smacht, heb ook ik het geluk vandaag. Er staat nagenoeg geen wind. Geen enkele graadmeter pas ik voor dit doel toe dan dat mijn gevoel zegt dat we er vandaag voor moeten zorgen dat we niet meer dan 25 kilometer gaan fietsen.

Na een kwartiertje voel ik mij zekerder worden, al heb ik met geen vinger aan de versnellingen gezeten. Gedurende de rit kletsen we over koetjes en kalfjes en soms laten we expres even stiltes vallen om mij bij laten te komen. Geregeld checkt mijn maatje op een ongedwongen, niet controlerende of belerende manier, bij mij hoe het staat met de benen. “Steengoed Co”, roep ik als een kind zo blij. De weidse uitzichten en de geur van boerderijdieren laat mijn onzekerheid over wat de toekomst voor mij in petto heeft van mij afglijden.

89a8c1bb-713c-472c-a63a-6b5ed5234fa8

We zijn net de 20 kilometer gepasseerd en ongeveer eenzelfde afstand verwijderd van de plek waar het eerder die ochtend begon. We stoppen voor koffie. Niet vanwege verzuring, maar puur voor de fun. We nemen plaats op het terras en ik bijt op mijn lip als ik mezelf trillend in de stoel laat zakken. Ik besef me dat als we straks weer terug zijn, we bijna 40(!) kilometer hebben gefietst.

Dat was niet de bedoeling! Ik begin mij in stilte af te vragen waarom ik nou altijd van die waanzinnig fysieke uitdagingen opzoek. Co geeft aan dat ik nagenoeg de hele rit niet uitgepraat leek en (dus aanvoelde) dat ik dit niveau aankan. Hij praat mij moed in en geeft aan dat ik het hartstikke goed doe. Even later stappen we weer op de fiets en trappen in rustig tempo terug naar zijn huis.

Vlak voordat we bij onze eindbestemming zijn, gaat het mis

 

Juni 2014

Ik voel me goed als Co en ik twee en een halve week later weer heerlijk tussen het weidse tafereel van de polder fietsen. We besluiten de eerder goed bevallen 40 kilometer als doelstelling aan te houden. Dit keer is de zon nergens te bekennen en voelen de gladgeschoren benen zelfs frisjes aan. Onderweg begint het te regenen en vlak voordat we bij onze eindbestemming zijn, gaat het mis.

Mijn voorband raakt het achterwiel van Co en ik ga onderuit. Met als resultaat: schaafwonden op beide palmen (geen handschoenen dit keer), ellebogen, knie en kin. Mijn tong streelt over een rijtje tanden die ook lichtjes het grindpad hebben geraakt. Snel sta ik op en loop naar de fiets. Ik pak het ros op en doe alsof er niets is gebeurd. Even voel ik tranen in mijn ogen prikken, maar als ze die van Co niet kunnen ontsnappen, barsten we in lachen uit.

Tja, ook dat hoort erbij. Fietsen gaat met vallen en opstaan. Lichaam en fiets worden dubbel gecheckt en ik kruip weer voorzichtig op het zadel.

img_2382

Juli 2014

Ik ben weer aardig hersteld na mijn val vorige maand. Aan de ene kant voel ik ontzettend veel zin om weer op die fiets te stappen. Ik maak mezelf wijs dat ik mijn conditie verwaarloos als ik niet met regelmaat beweeg. Een knoop in mijn maag maakt dat ik geen nieuwe afspraak in wil plannen. De Trombosedienst heeft mij wegens de enorme blauwe plekken die ik aan de val overgehouden heb, flink op de vingers getikt en maken mij bang om weer onderuit te gaan.

Geen goed teken. Zo lukt het mij niet om die uiterst goede conditie te behalen en te behouden. Dat wil ik niets liever doen dan op de racefiets. Dus hoppa, ik geef mezelf een spreekwoordelijke schop onder de kont en een minuut later tik ik via Whatsapp een bericht met daarin de vraag wanneer we weer gaan fietsen?

Een week later breekt de dag aan en voel me zenuwachtiger dan die ene dag in mei…..