Belkin heeft woensdag tijdritspecialist Lars Boom gebruikt om het parcours te verkennen voor klassementsrenners Bauke Mollema en Laurens ten Dam. De Brabander deed het rustig aan tussen Embrun en Chorges.

“Voor mij was het doel op tijd binnenkomen. Ik heb ervoor gezorgd dat ik zo constant mogelijk reed. Dan kunnen ze een beetje de tijden vergelijken”, vertelde Boom na zijn race tegen de klok, waar hij 56 minuten en 28 seconden over deed.

“Als ik hard zacht, hard zacht rijd, hebben ze geen referentie. Dus ik hield hem zo vlak mogelijk en dat is redelijk gelukt. Ploegleider Merijn Zeeman reed achter me en die kreeg ook een goed beeld.”

De ploegleider bedankte Boom vlak na de streep voor zijn inspanningen. “Bij de vorige tijdrit hebben we het ook zo gedaan. Dat leek te helpen, dus ik hoop dat ze nu weer zo goed gaan rijden.”

Boom sprak van een moeilijk parcours. “Het was een lastige rit. Vooral de klim was lastiger dan ik had verwacht. Toch viel het over het algemeen op zich allemaal wel mee.”

Froome

Tom Veelers deed langer dan een uur over de 32 kilometer en voor hem is het de vraag of hij de tijdslimiet haalt. Dan moet de winnaar langzamer dan 49.36 gaan. Boom denkt niet dat dat gaat gebeuren. “Ik denk dat Chris Froome 48 minuten rijdt en dan komen er al jongens in de problemen.”

Niki Terpstra, net als Boom een erkend tijdritspecialist, reed bijna drie minuten langzamer dan Boom. “Dit was toch geen training, echt een tijdrit. Ik heb zeker niet rustig gereden, maar wel lekker. De afdaling is hier goed en zeker niet bepalend. Bergop is er veel meer te winnen.”

Lees alles over de Tour de France op onze special

© NUsport/Anne Joldersma