Must do's in Oostenrijk (Innsbruck)
En die had je eerst nog afgeraden. Toch niet bang dat iemand je KOM gaat aanvallen Ik dacht eigenlijk dat deze weg ook verboden voor fietsers was. Maar je maakt me nieuwsgierig. Ik ga eens kijken of ik daar nog tijd voor heb de komende tijd. Thnx.
Goedkope startbewijzen voor gran fondo's, bezoek de CycloWorld SHOP
Nee ik ben vandaag weer naar huis gegaan. Ik heb 3 ritjes gedaan Kaunertaller gletscherstrasse, Timmelsjoch en Kuhtai+stuwmeer. En nog een aantal vlakkere ritjes met de vriendin. Toch nog goed voor zo'n kleine 300km. Prachtige omgeving maar het kan erg druk zijn op de wegen. Hierdoor zat ik vaak 7 uur op de fiets. Ook wel lekker op tijdens het afdalen alle fietsers omhoog te zien rijden.Herman_N schreef:Richard-w, zit je er nog? Gisteren ben ik met vrouwen zoon naar het Finstertal stuwmeer gelopen. Prachtig daar. Was ook erg mooi weer. Vandaag weer even de fiets gepakt en naar het Halltal gereden. Wat een waanzin is dit, maar wel mooie waanzin Een stuk met een max van 32% en dat is zeker niet overdreven. Vooraf wist ik niet wat me te wachten stond. Is die 32% een klein stukje waar je even doorheen moet rammen? Helaas helaas, het waren enkele honderden meters. Een wielrenner voor me gaf er gelijk de brui aan toen hij die muur zag. Die keerde om voordat hij er goed en wel aan begonnen was. Zelf ben ik boven gekomen maar vraag niet hoe. Moest wel even stoppen tijdens dat +30% stukje maar met de nodige acrobatiek lukte het me om weer verder te rijden. Verder viel het wel mee, er zaten genoeg stukken van 13% in waarop je lekker bij kon komen. Heb gemerkt dat je met 4-5 km/u nog heel goed door kunt rijden zonder om te vallen. Wat een monster, maar wel leuk om eens te doen. Hoewel ik me erg goed kan voorstellen dat hele volksstammen mij voor gek verklaren. Afdalen heel rustig aan gedaan. Af en toe gestopt om de velgen af te laten koelen. Weet niet of dat echt nodig was, maar je kunt niet voorzichtig genoeg zijn.
Verstuurd vanaf mijn LG-H815 met Tapatalk
Afgelopen 3 weken heb ik vakantie gevierd op camping Natterer See in het Oostenrijkse Natters, nabij Innsbruck. De fiets was mee, zodat er naast de familiebezigheden ook nog privévertier voor ondergetekende was. Ik heb een aantal beklimmingen gedaan en zal deze beschrijven. Allereerst kan ik de camping van harte aanbevelen. Het fietsen dient echter wel een beetje voorbereid te worden aangezien je niet direct van de camping zo eventjes naar de dichtstbijzijnde bergen rijdt. Er zijn nogal wat weggetjes en het is allemaal niet vanzelfsprekend. Ik bereid me echter altijd goed voor dus had de nodige routes bij voorbaat uitgetekend en in de Garmin gezet. Dat dit niet helemaal klopte, daar zou ik al gauw achter komen.
Silzer Sattel, Kühtai
Dag 1, moeder en zoon wilden uitblazen van een reisdag dus ik pakte gelijk de bekende Kühtai via de Silzer Sattel. Nou ken ik Oostenrijk wel een beetje en weet ook wel dat ze de wegen daar het liefst in een zo recht mogelijke lijn naar boven aanleggen, maar ik werd toch weer verrast. 200 meter na de camping sloeg ik rechtsaf een bosweggetje in. Hier ging het gelijk 19% omhoog. Lekker begin zeg. De Natterer wand noemen ze dit op strava. Welkom in Oostenrijk. Daarna naar de voet van de Silzer Sattel gereden. Wat een beestenklim was dit zeg. Kilometers lang aaneen percentages van 11-14%. De teller bleef continu in de dubbele cijfertjes. Was ik slecht in vorm? Lag het aan de temperaturen van bijna 30 graden? Was het wennen aan de hoogte? 8 km lang was het harken, zwoegen en worstelen totdat de weg de laatste 2 km wat milder werd. Daarna een korte afdaling naar de Kühtai. Hier startte gelijk het steile stuk vanuit Ochsengarten. ORM deelnemers weten dat dit geen makkie is. Ook hier weer even flink in de benen. Tot de top flink werken af en toe en daarna naar de camping via de supersnelle Kühtai achtbaan. Toen ik terugreed bleek ik echter een een of ander boerenweggetje te hebben uitgekozen. Dit was weliswaar de kortste route terug naar de camping, maar ook eentje met enkele bespottelijke percentages. Om op enkele kilometers van de camping nog eens 20% voorgeschoteld krijgen is geen prettig vooruitzicht. Dit was dus een eenmalige route en bij thuiskomst maar even een minder stevige route bepaald voor de volgende keer.
Aldrans, Patsch
Dit keer gewoon een lekker rondje van een km of 50 parallel aan de Brennerpas. Was wel een beetje zoeken in Innsbruck om er te komen, maar het was lekker heuvelachtig zonder al te forse uitdagingen. Een heerlijk rustig boerenweggetje op een steenworp van de gekte op de Brennerpas. Na Matrei terug afdalen via de oude Brenner richting camping.
Halltal
Jarenlang was ik gegrepen door het Halltal waar een bordje staat met de sprekende cijfers 32%. Nu was ik in de buurt en had vooraf op internet gecheckt of deze weg nog steeds berijdbaar was. Dit gaf geen duidelijkheid en ik ging er eigenlijk vanuit dat het inmiddels was omgetoverd in een wat ze op zijn Duits een schrotterweg noemen. Desondanks toog ik naar Hall om het eens met eigen ogen te aanschouwen. Vlak voor het dal zag ik een andere wielrenner die kant op rijden. Zou het dan toch kunnen? Oei, dan ‘moet’ ik wel. De weg bleek inderdaad te beschikken over prima asfalt. Afgesloten voor auto’s en zelfs bedoeld als ‘fietspad’. Al direct ging het recht omhoog met stukken van 14%. Deze probeerde ik zo goed en zo kwaad mogelijk op te rijden. Ik wilde me koste wat het kost niet forceren. De andere renner bleef zo’n 100 meter voor me rijden en beiden hadden we er een slakkengangetje van rond de 5-6 km/u in zitten. Dit ging de eerste anderhalve kilometer zo door. Plots was hij uit beeld verdwenen. Was hij gedemarreerd? Was er een onoverzichtelijke bocht? Ik was even in verwarring. Maar zo snel als hij was verdwenen, zo snel kwam hij weer tevoorschijn. Tot mijn verbazing reed hij echter niet meer in dezelfde richting als ik, hij kwam me te gemoed. Hij groette me vriendelijk en direct daarna snapte ik wat er was gebeurd. Een enorme muur doemde op. En dat terwijl het asfalt hier al verticaal lag. Holy shit! Dit was natuurlijk die 32%. Eén ding was duidelijk, het was geen kwestie van even tanden op elkaar en doorrammen. Dit was serieus. De wanhoop moet mijn collega renner om het hart geslagen zijn. Ik ben echter niet snel uit het veld te slaan; ik moest en zou rijdend boven komen. Ploeterend begon ik aan deze klus en reed al heel gauw in het rood. Het ging nu tergend langzaam, metertje voor metertje klauterde ik omhoog. Het eind was niet in zicht, dat lag ergens na de bocht. Althans dat hoopte ik. Eigenlijk dacht ik niet zoveel meer. Achterom kijkend zag ik een mountainbiker aankomen die mij met blijkbaar speels gemak naderde. De bocht lag nu op 50 meter en met de huidige snelheid zou het nog wel een minuutje duren voordat ik daar was. Ik reed niet meer in het rood, maar donkerpaars. De pedalen kreeg ik niet meer rond. Dan maar even stoppen om op adem te komen. Pff, nog een klein stukje tot de bocht en hopelijk is daarna het einde van deze bizarre waanzin. Ondertussen reed de mtb’er mij voorbij; ik was blij dat ik geen gedachten kon lezen. Ik had natuurlijk kunnen lopen, maar dat moest koste wat het kost voorkomen worden. Maar hoe stap je weer op je fiets? De enige mogelijkheid was om dwars over het smalle paadje te rijden en vliegensvlug in de pedalen te klikken. Hopelijk lukte dat. En warempel, met de nodige acrobatiek zat ik gelijk in de pedalen en kon de reis vervolgen. Na de bocht was het nog een meter of 20 waarna het steilste stuk geëindigd was. Hier werd het vlak en daar stond zowaar het ‘beroemde’ 32% bordje. Snel plaatste ik mijn fiets er tegenaan en maakte toch wel met enig trots de foto. Nu was de ergste klus geklaard dacht ik. Maar het werd al gauw weer heel pittig en de muur ging gewoon verder waar hij gebleven was. Geen stukken meer van +30%, maar 15-20% was geen uitzondering. Enigszins bijkomen kon ik op de stukken van 12-13%. Nog een kilometer of 2 ging dit zo door totdat uiteindelijk de verharde weg ophield. Done! Niks wees er echter op dat hier een monsterachtig fietspad eindigde. Geen bordje of wat dan ook. De afdaling was er eentje van alleen maar in de remmen knijpen en even tussentijds stoppen om de kramp uit de handen te halen. Heel rustig en zonder kleerscheuren belandde ik gelukkig weer bij de start van het dal. Wat een waanzin! Maar ik heb mijn foto.
Tijdens het ritje naar de camping had ik nog een ander hellinkje gepland, de Kleinvolderberg. Zo’n onbeduidend ding waarin je 452 hoogtemeters overbrugt in 4,1 km. Maar wat deed het er toe? Het voelde aan als vlak vergeleken bij het Halltal
Praxmar
15 km van de camping start de klim naar Praxmar. Ik dacht dat dit een eitje zou zijn, maar blijkbaar had ik de grafiek van cyclingcols niet goed bestudeerd. Het ritje dat bedoeld was als kort tussendoortje werd daardoor weer een flinke worsteling. Wel een mooi weggetje zonder noemenswaardig verkeer dat eindigt bij een nietszeggende parkeerplaats. Het uitzicht is daar trouwens fantastisch, evenals de snelheden die in de afdaling gehaald kunnen worden. Is een aanrader.
Stubaital
Met vrouw en zoon heb ik het Stubaital verkend per fiets. Dit dal is goed te doen hoewel je wel twee keer langs bordjes met de aanduiding 15% moet. Wij vonden het in ieder geval een fantastische rit met een schitterend uitzicht op de gletscher en onderweg ook op de grote Grawa waterval.
Maria Waldrast
O ja, nog zo’n belachelijk ding. Maria Waldrast, een klooster met een weg die vanuit Matrei rechtstreeks naar boven loopt. Een monsterklim. Ik zal jullie niet weer vermoeien met percentages, maar het was vrijwel continu worstelen en harken. Desondanks liep het naar omstandigheden vrij redelijk. Het leek alsof de benen inmiddels wel een beetje gewend begonnen te raken aan dit geweld. Boven heb je trouwens weer een fraai panorama.
Seefeld
Vanuit Telfs lopen twee klimmen naar het noorden. Deze starten beide vanuit hetzelfde punt en ergens na 2 km splitst de weg zich. Dit zijn echte aanraders, want het klimt hier geleidelijk. Beide wegen zijn weliswaar stevige klimmen, ze ontberen de extreme muren die ik tot nu toe was tegengekomen. Het uitzicht is op het Inntal is prachtig en de weg prima berijdbaar. Van hieruit kun je een mooie ronde maken om over de ‘andere’ weg weer terug te keren in Telfs.
Een andere optie om naar Seefeld te komen is de muur van Zirl. Hier werd ik bij voorbaat van diverse kanten op gewezen, maar nadat ik deze weg met de auto had gereden stond vast dat ik deze zou laten lopen. Het betreft een zeer drukke verkeersweg met 2 kilometer rond de 15%. Het verkeer is daardoor buitengewoon nerveus en voor fietsers allerminst aan te raden. De uitdaging is wel leuk, maar dan graag op een autovrije dag.
Kühtai oost
Toen ik nog wat uurtjes over had besloot ik de Kühtai van de oostkant te rijden. Hier vind je de zg Kühtai speed trap, een stuk afdaling waar snelheden van dik 90 gehaald kunnen worden. Deze moest ik nu echter beklimmen. En dat was dus niet bepaald een pretje. Daarna bleef het tot de top hard werken. Onderweg kwam ik 2 flink uitgewoonde Duitsers tegen die na een paar dagen het Gardameer hoopten te bereiken en nu op weg waren naar hun eerste tussenstop in Imst. De afdaling was weer van het type rollercoaster hoewel er op de speed trap een auto voor me zat die de ervoor zorgde dat de snelheid beperkt bleef tot een schamele 86. Voor de mensen die de ORM gaan rijden dit jaar nog even een tip: na Sellrain wordt gewerkt aan een galerij en dat is zeker niet klaar voor eind augustus. Het is daar onverhard en smal. Dat wordt dus even flink in de remmen knijpen.
Brennerpas
Deze heb ik als family ride gedaan met vrouw en zoon. Lekker rustig aan. Onderweg enkele malen gestopt. De weg is wel wat druk, maar het is een makkelijke pas met enkel in de laatste kilometer een stevig stukje.
Wattener Lizum
De laatste dag heb ik deze klim gedaan. Iets verder weg van de camping hoewel ik binnen 50 minuten aan de voet stond. De klim zelf was weer typisch Oostenrijks. Jullie begrijpen inmiddels wel dat dit inhoud veel steil werk en weinig lopend. Boven dacht ik dat ik langs een tolhokje reed, maar ik werd gelijk teruggeroepen door een soldaat. Bleek dat ik me op militair oefenterrein bevond wat uiteraard verboden gebied was.
Het is werkelijk prachtig fietsen in dit gebied maar met twee dingen moet je goed rekening houden:
1. Het is erg steil, je vindt weinig lekker relaxt klimwerk.
2. Bereid je goed voor op de routes, want er zijn veel wegen en de klimmen zijn niet altijd even goed te vinden.
De camping Natterer See is overigens prima voor een heel gezin. Genoeg vertier voor iedereen, zowel op als rond de camping. Er zijn kids in alle leeftijden.
Ik heb in ieder geval een prima vakantie gehad, zowel qua fietsen als de overige activiteiten.
Silzer Sattel, Kühtai
Dag 1, moeder en zoon wilden uitblazen van een reisdag dus ik pakte gelijk de bekende Kühtai via de Silzer Sattel. Nou ken ik Oostenrijk wel een beetje en weet ook wel dat ze de wegen daar het liefst in een zo recht mogelijke lijn naar boven aanleggen, maar ik werd toch weer verrast. 200 meter na de camping sloeg ik rechtsaf een bosweggetje in. Hier ging het gelijk 19% omhoog. Lekker begin zeg. De Natterer wand noemen ze dit op strava. Welkom in Oostenrijk. Daarna naar de voet van de Silzer Sattel gereden. Wat een beestenklim was dit zeg. Kilometers lang aaneen percentages van 11-14%. De teller bleef continu in de dubbele cijfertjes. Was ik slecht in vorm? Lag het aan de temperaturen van bijna 30 graden? Was het wennen aan de hoogte? 8 km lang was het harken, zwoegen en worstelen totdat de weg de laatste 2 km wat milder werd. Daarna een korte afdaling naar de Kühtai. Hier startte gelijk het steile stuk vanuit Ochsengarten. ORM deelnemers weten dat dit geen makkie is. Ook hier weer even flink in de benen. Tot de top flink werken af en toe en daarna naar de camping via de supersnelle Kühtai achtbaan. Toen ik terugreed bleek ik echter een een of ander boerenweggetje te hebben uitgekozen. Dit was weliswaar de kortste route terug naar de camping, maar ook eentje met enkele bespottelijke percentages. Om op enkele kilometers van de camping nog eens 20% voorgeschoteld krijgen is geen prettig vooruitzicht. Dit was dus een eenmalige route en bij thuiskomst maar even een minder stevige route bepaald voor de volgende keer.
Aldrans, Patsch
Dit keer gewoon een lekker rondje van een km of 50 parallel aan de Brennerpas. Was wel een beetje zoeken in Innsbruck om er te komen, maar het was lekker heuvelachtig zonder al te forse uitdagingen. Een heerlijk rustig boerenweggetje op een steenworp van de gekte op de Brennerpas. Na Matrei terug afdalen via de oude Brenner richting camping.
Halltal
Jarenlang was ik gegrepen door het Halltal waar een bordje staat met de sprekende cijfers 32%. Nu was ik in de buurt en had vooraf op internet gecheckt of deze weg nog steeds berijdbaar was. Dit gaf geen duidelijkheid en ik ging er eigenlijk vanuit dat het inmiddels was omgetoverd in een wat ze op zijn Duits een schrotterweg noemen. Desondanks toog ik naar Hall om het eens met eigen ogen te aanschouwen. Vlak voor het dal zag ik een andere wielrenner die kant op rijden. Zou het dan toch kunnen? Oei, dan ‘moet’ ik wel. De weg bleek inderdaad te beschikken over prima asfalt. Afgesloten voor auto’s en zelfs bedoeld als ‘fietspad’. Al direct ging het recht omhoog met stukken van 14%. Deze probeerde ik zo goed en zo kwaad mogelijk op te rijden. Ik wilde me koste wat het kost niet forceren. De andere renner bleef zo’n 100 meter voor me rijden en beiden hadden we er een slakkengangetje van rond de 5-6 km/u in zitten. Dit ging de eerste anderhalve kilometer zo door. Plots was hij uit beeld verdwenen. Was hij gedemarreerd? Was er een onoverzichtelijke bocht? Ik was even in verwarring. Maar zo snel als hij was verdwenen, zo snel kwam hij weer tevoorschijn. Tot mijn verbazing reed hij echter niet meer in dezelfde richting als ik, hij kwam me te gemoed. Hij groette me vriendelijk en direct daarna snapte ik wat er was gebeurd. Een enorme muur doemde op. En dat terwijl het asfalt hier al verticaal lag. Holy shit! Dit was natuurlijk die 32%. Eén ding was duidelijk, het was geen kwestie van even tanden op elkaar en doorrammen. Dit was serieus. De wanhoop moet mijn collega renner om het hart geslagen zijn. Ik ben echter niet snel uit het veld te slaan; ik moest en zou rijdend boven komen. Ploeterend begon ik aan deze klus en reed al heel gauw in het rood. Het ging nu tergend langzaam, metertje voor metertje klauterde ik omhoog. Het eind was niet in zicht, dat lag ergens na de bocht. Althans dat hoopte ik. Eigenlijk dacht ik niet zoveel meer. Achterom kijkend zag ik een mountainbiker aankomen die mij met blijkbaar speels gemak naderde. De bocht lag nu op 50 meter en met de huidige snelheid zou het nog wel een minuutje duren voordat ik daar was. Ik reed niet meer in het rood, maar donkerpaars. De pedalen kreeg ik niet meer rond. Dan maar even stoppen om op adem te komen. Pff, nog een klein stukje tot de bocht en hopelijk is daarna het einde van deze bizarre waanzin. Ondertussen reed de mtb’er mij voorbij; ik was blij dat ik geen gedachten kon lezen. Ik had natuurlijk kunnen lopen, maar dat moest koste wat het kost voorkomen worden. Maar hoe stap je weer op je fiets? De enige mogelijkheid was om dwars over het smalle paadje te rijden en vliegensvlug in de pedalen te klikken. Hopelijk lukte dat. En warempel, met de nodige acrobatiek zat ik gelijk in de pedalen en kon de reis vervolgen. Na de bocht was het nog een meter of 20 waarna het steilste stuk geëindigd was. Hier werd het vlak en daar stond zowaar het ‘beroemde’ 32% bordje. Snel plaatste ik mijn fiets er tegenaan en maakte toch wel met enig trots de foto. Nu was de ergste klus geklaard dacht ik. Maar het werd al gauw weer heel pittig en de muur ging gewoon verder waar hij gebleven was. Geen stukken meer van +30%, maar 15-20% was geen uitzondering. Enigszins bijkomen kon ik op de stukken van 12-13%. Nog een kilometer of 2 ging dit zo door totdat uiteindelijk de verharde weg ophield. Done! Niks wees er echter op dat hier een monsterachtig fietspad eindigde. Geen bordje of wat dan ook. De afdaling was er eentje van alleen maar in de remmen knijpen en even tussentijds stoppen om de kramp uit de handen te halen. Heel rustig en zonder kleerscheuren belandde ik gelukkig weer bij de start van het dal. Wat een waanzin! Maar ik heb mijn foto.
Tijdens het ritje naar de camping had ik nog een ander hellinkje gepland, de Kleinvolderberg. Zo’n onbeduidend ding waarin je 452 hoogtemeters overbrugt in 4,1 km. Maar wat deed het er toe? Het voelde aan als vlak vergeleken bij het Halltal
Praxmar
15 km van de camping start de klim naar Praxmar. Ik dacht dat dit een eitje zou zijn, maar blijkbaar had ik de grafiek van cyclingcols niet goed bestudeerd. Het ritje dat bedoeld was als kort tussendoortje werd daardoor weer een flinke worsteling. Wel een mooi weggetje zonder noemenswaardig verkeer dat eindigt bij een nietszeggende parkeerplaats. Het uitzicht is daar trouwens fantastisch, evenals de snelheden die in de afdaling gehaald kunnen worden. Is een aanrader.
Stubaital
Met vrouw en zoon heb ik het Stubaital verkend per fiets. Dit dal is goed te doen hoewel je wel twee keer langs bordjes met de aanduiding 15% moet. Wij vonden het in ieder geval een fantastische rit met een schitterend uitzicht op de gletscher en onderweg ook op de grote Grawa waterval.
Maria Waldrast
O ja, nog zo’n belachelijk ding. Maria Waldrast, een klooster met een weg die vanuit Matrei rechtstreeks naar boven loopt. Een monsterklim. Ik zal jullie niet weer vermoeien met percentages, maar het was vrijwel continu worstelen en harken. Desondanks liep het naar omstandigheden vrij redelijk. Het leek alsof de benen inmiddels wel een beetje gewend begonnen te raken aan dit geweld. Boven heb je trouwens weer een fraai panorama.
Seefeld
Vanuit Telfs lopen twee klimmen naar het noorden. Deze starten beide vanuit hetzelfde punt en ergens na 2 km splitst de weg zich. Dit zijn echte aanraders, want het klimt hier geleidelijk. Beide wegen zijn weliswaar stevige klimmen, ze ontberen de extreme muren die ik tot nu toe was tegengekomen. Het uitzicht is op het Inntal is prachtig en de weg prima berijdbaar. Van hieruit kun je een mooie ronde maken om over de ‘andere’ weg weer terug te keren in Telfs.
Een andere optie om naar Seefeld te komen is de muur van Zirl. Hier werd ik bij voorbaat van diverse kanten op gewezen, maar nadat ik deze weg met de auto had gereden stond vast dat ik deze zou laten lopen. Het betreft een zeer drukke verkeersweg met 2 kilometer rond de 15%. Het verkeer is daardoor buitengewoon nerveus en voor fietsers allerminst aan te raden. De uitdaging is wel leuk, maar dan graag op een autovrije dag.
Kühtai oost
Toen ik nog wat uurtjes over had besloot ik de Kühtai van de oostkant te rijden. Hier vind je de zg Kühtai speed trap, een stuk afdaling waar snelheden van dik 90 gehaald kunnen worden. Deze moest ik nu echter beklimmen. En dat was dus niet bepaald een pretje. Daarna bleef het tot de top hard werken. Onderweg kwam ik 2 flink uitgewoonde Duitsers tegen die na een paar dagen het Gardameer hoopten te bereiken en nu op weg waren naar hun eerste tussenstop in Imst. De afdaling was weer van het type rollercoaster hoewel er op de speed trap een auto voor me zat die de ervoor zorgde dat de snelheid beperkt bleef tot een schamele 86. Voor de mensen die de ORM gaan rijden dit jaar nog even een tip: na Sellrain wordt gewerkt aan een galerij en dat is zeker niet klaar voor eind augustus. Het is daar onverhard en smal. Dat wordt dus even flink in de remmen knijpen.
Brennerpas
Deze heb ik als family ride gedaan met vrouw en zoon. Lekker rustig aan. Onderweg enkele malen gestopt. De weg is wel wat druk, maar het is een makkelijke pas met enkel in de laatste kilometer een stevig stukje.
Wattener Lizum
De laatste dag heb ik deze klim gedaan. Iets verder weg van de camping hoewel ik binnen 50 minuten aan de voet stond. De klim zelf was weer typisch Oostenrijks. Jullie begrijpen inmiddels wel dat dit inhoud veel steil werk en weinig lopend. Boven dacht ik dat ik langs een tolhokje reed, maar ik werd gelijk teruggeroepen door een soldaat. Bleek dat ik me op militair oefenterrein bevond wat uiteraard verboden gebied was.
Het is werkelijk prachtig fietsen in dit gebied maar met twee dingen moet je goed rekening houden:
1. Het is erg steil, je vindt weinig lekker relaxt klimwerk.
2. Bereid je goed voor op de routes, want er zijn veel wegen en de klimmen zijn niet altijd even goed te vinden.
De camping Natterer See is overigens prima voor een heel gezin. Genoeg vertier voor iedereen, zowel op als rond de camping. Er zijn kids in alle leeftijden.
Ik heb in ieder geval een prima vakantie gehad, zowel qua fietsen als de overige activiteiten.
Goedkope startbewijzen voor gran fondo's, bezoek de CycloWorld SHOP
Lekker verslag weer.
-
- Forum-lid
- Berichten: 924
- Lid geworden op: 02 dec 2008 22:48
Dank voor je mooie verslag!
Verstuurd vanaf mijn SM-T800 met Tapatalk
Verstuurd vanaf mijn SM-T800 met Tapatalk
- monsieurpinot
- Forum-lid HC
- Berichten: 4423
- Lid geworden op: 21 jun 2007 15:01
- Locatie: Amsterdam
beetje laat, maar mooi verslag @Herman_N.
herkenbaar dia Maria Waldrast, wegdek viel me ook tegen met al die afwateringsgeulen.
kuthai vanaf de oostkant zit inderdaad een stukje in wat echt flink pijn doet!
herkenbaar dia Maria Waldrast, wegdek viel me ook tegen met al die afwateringsgeulen.
kuthai vanaf de oostkant zit inderdaad een stukje in wat echt flink pijn doet!