De Focus op Rio

Het is 20 juni, de dag waarop het embargo van Focus verloopt. Na vier dagen van stilzwijgen mogen we nu onthullen waar de afgelopen woensdag al op hintten: het nieuwe XC wedstrijdkanon dat Focus gaat meenemen naar Rio.

Tekst: Wouter Lazet / Foto’s: Wouter Lazet en Daniel Geiger

De uitleg
Focus koos voor de introductie het prachtige dorpje Morzine in een zonnig deel de Franse Alpen, de Portes du Soleil. Helaas regende het pijpenstelen, het eerste deel van het programma werkten we binnen af. In een gezellige berghut moesten we allemaal beloven onze snavel te houden tot vandaag 20 juni, daarna werd een hoeslaken van een rode fully getrokken. O1E heet het model, uit te spreken als one. Om uit te leggen waarom Florian Vögel, de grote troef van Focus op de Olympische spelen, achtervering en een stabiele geometrie nodig heeft is Flo zelf aanwezig. Een paar foto’s van de laatste wedstrijden zeggen duizenden woorden, grote rotsen en dikke drops doen de rest, dit is het nieuwe cross country!

Focus O1E2

 

De ontwikkeling van de fiets begon met een nieuw type achtervering. Focus O1E1Een achtervork uit één deel en met een grote scharnier achter het bracket; eenvoud is het lichtst maar de efficiëntie moet dan wel uit de demper komen, en dan met name uit de verbinding tussen achtervork en demper. Aangezien een luchtdemper van nature progressief is en een vlakke curve het beste helpt tegen wippen is een degressieve overbrenging nodig. Maar om grote klappen te verteren zonder daverende klap aan het einde van de veerweg is progressie nodig, tegen het einde van de slag moet de vering snel stugger worden. Focus loste dat op met twee links, in serie geschakeld. Zit je statisch op de fiets dan zakt de vering in tot het kruispunt van de twee effecten. Hij veert degressief uit en progressief in, en als de vering goed is ingesteld bevind je je voornamelijk op het vlakke stukje van de kromme. Heel interessant!

 

[youtube]http://www.youtube.com/watch?v=peflqTd2oMY[/youtube]

Nog veel interessanter is de bewering van Focus niet op de hoogst mogelijke stijfheid te hebben gemikt. De link waarin de achterdemper hangt is knalstijf zodat de demper niet scheef belast wordt en daardoor stroef loopt. Maar de extra link, naar de achterbrug, heeft wat zijdelingse flex waardoor het achterwiel je minder snel opzij wipt en de grond beter volgt. Minder stijfheid voor meer controle en grip, dat weten we allang maar dat een Duits merk het hardop durft te zeggen is nieuw!

FOLD_LEVERAGE_JAM FOLD_GUIDELINK

Natuurlijk maakt alleen achtervering geen fiets, Focus bouwde rechttoe-rechtaan voorframe waarvan alleen de bovenbuis meer vorm heeft dan strikt noodzakelijk. Superlicht carbon natuurlijk, met een grote kabelingang naast het balhoofd en zonder balhoofdlock dat de bovenbuis beschermt als je stuur dubbel slaat. De veerwegen bedragen voor en achter 10 centimeter, dat is redelijk standaard. Opvallend is de balhoofdhoek, die is met minder dan 67* ronduit lui en heel uitzonderlijk voor een volboed wedstrijdbike. Samen met een voorvork met standaard sprong moet dat voor heel veel stabiliteit zorgen, en een flinke draaicirkel.

De O1E komt in vier maten en drie uitvoeringen waarbij wij de duurste mogen uitproberen. SRAM XX1 in 12-speed Eagle uitvoering, een Rockshox RS1 voorvork en de nieuwste AVID Level remmen. De FSA zadelpen op de foto’s wordt nog geruild voor het eigen anti-vibratiemodel en dat past weer bij stuur en stuurpen. De prijzen lopen van €3999,- tot €8199,- voor de testbike waarmee wij op pad mochten..

De testrit
GD266930_Focus Morzine 2016 PressFocus deed niet moeilijk, de fietsen mochten smerig worden en op een krasje meer of minder werd niet gekeken. Een skilift hielp ons alvast een stukje de berg op, en vanaf halverwege mochten we zelf verder ploeteren door de modder. Alpenmodder is gelukkig anders dan het slijk dat we in Nederland hebben. Het biedt een beetje grip want het bestaat uit gruis en korrels en je zakt er minder diep in weg, je kunt erop fietsen. Dat deed de O1E verbazingwekkend goed, als eerste dankzij de banden. De Continental X-King die het in Nederland altijd moeilijk heeft met nattigheid deed het hier geweldig, een raar gevoel. Door de korte achtervorken, voor een 29-er fully dan, had de achterband ook genoeg grip om door de prut naar boven te rollen.

En de vering werkte opvallend goed voor zo’n eenvoudig systeem. Alleen op de echt steile delen vraagt de demper om zijn lock-out, dan ligt er zoveel gewicht op het achterwiel dat de vering in het progressieve deel van de curve belandt en dan deint hij opeens wèl. Die lock werkt hydraulisch en bedient ook de voorvork, dat is geen probleem maar gewoon de manier waarop je met deze bike hoort te rijden.
Bovendien is het dan ook ècht steil, we werden door Focus op klimmen getrakteerd waarvoor de 12e versnelling objectief nodig was en met de meeste bikes waren we echt niet boven gekomen. De SRAM Eagle groep verraste ons voor de tweede maal, en wederom positief. Het is echt meer dan XX1 met een tandwieltje extra, het schakelgemak doet denken aan aloude 9-speed tijden maar dan met een enorm bereik en zonder klapperende ketting.

 

De afwerking is netjes en vooral effectief. Zo zit het achterwiel vast met een heel snelle steekas en de achtervorkbeschermer is geïntegreerd in de achtervorken. De remmen zijn van een nieuw type van SRAM, gezien de eenvoudige 2-zuiger remklauwen en de kleine schijven verwachtten we op de limiet te belanden maar de Level kon het allemaal aan, al stonken ze flink na ieder stukje naar beneden.


Op vlakke stukken voelt de zit erg gedrongen. Dat komt door de zitbuis, die staat erg rechtop. Handig op een klim en wanneer je staat in een afdaling maakt het niet uit maar op het vlakke schuif je al snel naar de achterkant van het zadel. Zoals gezegd reden we met de verkeerde zadelpen, Volgens Focus hoort er een eigen merk pen in. Wat ons betreft mogen ze ook direct de dropperpost monteren waarop het frame is voorbereid want deze bike leent zich voor extreem afdalen. Het blijft een lichte crosscountrybike, met beperkte vering en een achterrem die de vering laat klapperen als je er al te hard in knijp. Maar nadat we het zadel een paar centimeter hadden laten zakken daalde hij als een raket. De RS1 voorvork is matig stijf, eigenlijk helemaal niet, maar compenseert dat door geweldig aan te spreken en zo voor bijzonder veel grip te zorgen.

Waar het voorwiel precies uithangt voel je niet, maar wel dat je nog grip over hebt. De achtervering pakt middelgrote klappen geweldig goed op, hier win je snelheid mee. En de geometrie? Die vraagt wat inzet als het om krappe bochtjes gaat maar maakt moeilijke paden en knalhard dalen een stuk makkelijker. Dat ondervond ik persoonlijk. In het spoor van de voorrijder dook ik blind een gat in, een meter of zes was het te steil om nog te remmen en daarna volgden een paar smerig diepe sporen en flinke kuilen. Met m’n billen schampte ik de achterband maar dat was alles, de O1E gaf geen krimp. Of zo’n radicale bike winnend gaat zijn in Rio is natuurlijk niet te zeggen, maar naar ons idee kan deze Focus zich aardig meten met de vergelijkbare racefullies die de laatste tijd zijn geïntroduceerd..