Verslag van mijn allerlaatste fietstocht ooit
'Bij een lullig ritje in de Provence sloeg het noodloot toe' (Rodrick de Munnink in zijn redactionele column in Fiets van december 2015)
Nadat ik op 11 oktober voor de 60e keer met de fiets op de top van de Mont Ventoux een rustdag genomen had, volgden er wat regenachtige dagen.Le Grimpeur schreef:... Te zijner tijd hoop ik nog iets meer te kunnen vertellen over die laatste fietstocht in de Provence...
Nog maar even terug naar die zestigste keer :
Maar op zaterdag 17 oktober (2015) was het weer een aardige dag om te gaan fietsen. Het zou droog blijven en de zon zou ook van de partij zijn. Het was wel fris, dus de keuze voor de 'outfit' leverde geen getwijfel op:
'lang-lang'. Vanuit Bédoin voerde mijn route over de D138 richting Crillon-le-Brave. Net voorbij de bocht bij de décheterie keek ik even over mijn linker schouder. Daar lagen Bédoin en de 'Reus van de Provence' in de nog wat nevelige ochtend. Fotomoment!
Bédoin en de Mont Ventoux in de ochtendnevel:
Direct na het strookje bos, kun je linksaf richting de bij vele fietsers bekende D974. Rechtdoor gaand kom je in het fraaie Crillon-le-Brave. Alleen de naam al! Het is trouwens een leuke klim naar dit hooggelegen dorpje, vanwaar je een prachtig uitzicht hebt over de wijde omgeving.
Maar ik ben na het bosje linksaf gegaan. En omdat de weg in die richting afloopt, sjeesde ik in 'vliegende vaart' op de weg Carpentras-Bédoin af. Door de nog laag staande zon, is het hier altijd lastig om te zien of er verkeer uit de richting Bédoin aan komt racen. Als de weg vrij is, ga ik rechtsaf en kort na de bocht linksaf de D224 op.
Deze weg, met wat hobbelig asfalt, brengt je boven op een kleine bergkam. De Fransen noemen zo'n bergkam gewoon een heuvelrug . Je kijkt hier over de uitgestrekte wijngaarden richting Carpentras. Als je weet waar je hem ongeveer moet zoeken, zie je zelfs de camping le Ventoux.
De weg over deze bergkam gaat een beetje op en af, tot je via twee haarspeldbochten in Mormoiron komt. Vanaf het begin van de bovenste bocht is het uitzicht op de Géant de Provence en de wijngaarden tussen Bédion en Mormoiron magnifiek.
Op de D224 vlak voor Mormoiron:
In het zomerseizoen zorgt op dinsdagmorgen een kleine Provençaalse markt nog voor enig vertier in dit anders zo slaperige dorpje. Vandaag hoef ik alleen maar op te letten op de, meestal al wat oudere, lokale bewoners die hun zaterdagse boodschappen doen.
Ik ben het dorpje al weer uit en snel over de steil aflopende weg naar de nieuwe rotonde in de D942. Hier ben ik rechtsaf gegaan richting Mazan. De D942 is een relatief drukke en gevaarlijke weg, waar veel ongelukken gebeuren. Netjes rechts blijven rijden dus. Vlak voor Mazan ging het linksaf over de D77 tussen de wingerds naar Malemort-du-Comtat. Ook weer zo'n fraaie naam voor een dorpje waar weinig te beleven valt. Mijn vrouw en ik hebben er ooit eens koffie gedronken bij een cafeetje aan een pleintje met platanen. Maar telkens als ik er nu passeer, is het gesloten. Misschien wel definitief?
Op straat bij de grote poort in Malemort zijn wat kinderen aan het spelen. Een van hen is met zijn BMX wheelies aan het maken.
De grote poort in Malemort-du-Comtat:
Na het nemen van de foto, vervolg ik mijn weg richting Venasque. Dit hoog op een bergrichel gelegen stadje is de vroegere hoofdstad van dit deel van de Provence. Bij Venasque begint ook de klim naar de twee colletjes die je op het Plateau de Vaucluse brengen: de Col des Trois Termes en de Col de Murs. Voor dat het echte klimwerk begint, kan ik het niet laten om nog snel even een plaatje te schieten van de prachtig gekleurde wijnstokken langs de D4.
Wijngaarden in herfsttooi langs de D4 (Route de Murs) :
Aan de voet van de klim naar de Col de Murs verlaat ik de D4 en begin ik aan de mooie, maar pittige klim door de kloof naar het plateau. Het wegdek van de smalle D177 is van slechte kwaliteit met veel gaten in de slijtlaag van het asfalt.
De etappe van de Tour de France van 2016 naar de Mont Ventoux kwam ook door deze kloof, maar dan in dalende richting. Op de TV zag ik dat er hier eindelijk eens nieuw asfalt was gelegd. Helaas zal ik daar zelf niet meer over kunnen fietsen. In een eerder verslag schreef ik al eens dat aan het einde van de kloof het asfalt wel weer prima is.
De D177 slingert zich door een schitterende kloof:
Na de kloof kun je op het buitenblad naar de col fietsen. Het is zaterdag en diep in oktober. Dan mag er vandaag dus al op groot wild gejaagd worden. Dat hoef je een Franse jager geen tweemaal te zeggen. Her en der zie je dan ook de witte bestelauto,s en pickups langs de weg staan. Op de Col des Trois Termes (574 m) wordt nog eens gewaarschuwd dat er een drijfjacht aan de gang is ('Battue en cours').
Op de Col des Trois Termes:
Vanwege deze waarschuwing neem ik de steile afdaling naar de Abbaye de Sénanque met de nodige voorzichtigheid. Je wilt natuurlijk niet op een plotseling opduikend opgejaagd wildzwijn botsen .
Bij de abdij begint de leuke en niet al steile klim naar de Côte Sénancole (469 m]. Deze weg is zo smal, dat de auto's elkaar hier niet kunnen passeren, daarom zijn er diverse uitwijkplaatsen gemaakt. De Fransen noemen zo'n uitwijkplaats een 'garage'. in het zomerseizoen is deze weg vanwege de drukte trouwens een éénrichtingsverkeersweg.
De Abbaye de Sénanque:
(Foto uit 2014)
Vanaf de côte, vanwaar je overigens een schitterend uitzicht over het landschap hebt, daalt de bochtige weg over ruw asfalt naar Gordes. Bij dit zeer fraai gelegen stadje maak ik er nog maar weer eens een foto van, alvorens linksaf te gaan en aan de klim door Gordes en terug naar het plateau te beginnen.
Gordes, gezien vanaf de D177:
In de haarspeldbocht voor dat je het stadje binnenrijdt, staat bij de kleine parkeerplaats een parkeerwachter met 'fietshandschoenen' te kleumen. Zelfs zo laat in oktober, als er nog maar weinig toeristen zijn, moet er nog betaald worden voor een plekje voor je auto.
Omdat het nu rustig is in Gordes, levert de doortocht langs de rotonde voor het kasteel geen problemen op. Op mijn gemak klim ik over de D15 het stadje uit. Na de top van deze klim (489 m) slingert de weg zich richting Murs. Eerst daalt de weg, maar vlak voor Murs moet ik nog weer een stukje klimmen.
Vanaf de D15 zie je Murs al van verre tegen het Plateau de Vaucluse liggen:
De D15 mondt aan de noordzijde van Murs uit op de D4, de weg naar de col. Eerst volgt er voor mij nu een vlak gedeelte, tot de weg bij la Briquette (540 m) weer begint te stijgen. La Briquette bestaat uit slechts één boerderij, die tussen fraaie lavendelvelden gelegen is. De klim naar de Col de Murs (628 m) is nu nog slechts een peulenschilletje. Het is altijd weer heerlijk fietsen in dit stukje Provence. Je kunt er prima klimmen over niet al te steile hellingen en door prachtige landschappen. Gewoonlijk pauzeer ik even op de col om wat te eten of voor een sanitaire stop, doch nu rijd ik door en neem ik rustig de afdaling richting Venasque. Af en toe komt er een auto omhoog, dus geen bochten afsnijden. Dat doe ik trouwens alleen maar als de weg goed te overzien is.
Deze rit is overigens ook weer op Strava te vinden.
Na de afdaling, als ik alweer tussen de wijngaarden fiets, kijk ik nog even over mijn schouder en vraag mij af of ik nog een foto van de verkleurde wijnstokken zal maken. Doch omdat ik hier op de heenweg ook al een wijngaard in herfstkleuren heb gefotografeerd, besluit ik door te fietsen.
Vlak voor de toegangsweg voor poids lourds (vrachtverkeer) naar Venasque, krijg ik een 'grijs plaatje' voor mijn ogen. Zelf fiets ik in het midden van dat plaatje en - toch wel enigszins bizar - zeg ik tegen mijzelf 'en zo ga je dus over de kop'. Daarna herinner ik mij niets meer...
Wel herinner ik mij nog vaag dat ik in of uit een helikopter ben geschoven. Verder ben ik al die tijd buiten bewustzijn geweest, of gehouden (?). Pas toen ik later in het ziekenhuis in Marseille arriveerde, was ik weer enigszins 'bij de tijd'.
Niets herinner ik mij van de klap op het asfalt, niets van wat er daarna gebeurd is. Aan wat er van mijn helm over is, valt af te leiden dat ik op mijn linkerzijde ben gevallen. Als je echter naar de beschadigingen van de beide (!) remgreeprubbers kijkt, lijkt het alsof de fiets wel over de kop over de weg is geschoven. Op een foto die mijn vrouw in het ziekenhuis in Marseille van mij gemaakt heeft, zit alleen mijn linker gezichtshelft onder de schaafwonden. Het zou dus zo kunnen zijn, dat alleen de fiets over de kop geslagen is, terwijl ik al los van de fiets was.
Behalve de schade aan de remgreeprubbers, was er aan de fiets verder niets te zien! Gelukkig bleek één van de gendarmes die naar mijn ongeval was gedirigeerd zelf ook fietser te zijn. Hij zag dan ook dat mijn Lynskey een nieuwe en vrij prijzige fiets was en heeft mijn fiets met de nodige zorg naar zijn kazerne in Pernes-les-Fontaines gebracht. Ook heeft hij tegen mijn zus gezegd, dat als ik het volgende jaar genezen zou zijn, hij graag samen met mij de Mont Ventoux wilde beklimmen. M'n zus heeft hem later uiteraard moeten berichten dat dit helaas niet meer zou kunnen...
Mijn vrouw heeft de dag na het ongeval trouwens nog stad en land af moeten zoeken voordat het duidelijk was waar de fiets gebleven was.
Mijn Bell Sweep helm na de val:
En zo zagen beide remgrepen er uit:
Maar wat is er nu precies gebeurd? Waarschijnlijk heb ik een 'blackout' gehad, waarna ik de controle over m'n fiets verloren heb en ten gevolge daarvan gevallen ben. 'Gewoon' erg veel pech gehad! Voor mijn val reed er een Fransman in zijn auto al een poosje achter mij. Vanwege het bochtige parcours kon hij mij niet inhalen. Hij heeft later aan de gendarmerie verklaard, dat hij mij opeens 'heel raar zag vallen'. De man heeft toen meteen de hulpdiensten gewaarschuwd.
Ook al omdat ik aan mijn linker elleboog, arm of hand geen enkele verwonding had, lijkt het erop dat ik inderdaad bewusteloos tegen de weg ben geklapt. Anders zou ik immers logischerwijze geprobeerd hebben de val met mijn arm te breken.
De gendarmerie heeft op de Route de Murs de plek waar ik gevallen ben gemarkeerd:
Hoe lang de hulpdiensten nodig hebben gehad om mij gereed te maken voor transport naar een ziekenhuis, weet ik niet precies. Volgens mijn vrouw heeft de gendarmerie haar later verteld dat dit wel twee uur geduurd heeft. De verslaggever/fotograaf van een van de regionale kranten heeft in elk geval voldoende tijd gehad om naar de plaats van het ongeval te komen.
Le Grimpeur heeft de lokale krant gehaald... :
Diverse zaken Expresse
Venasque
Een fietser ernstig gewond
Om een onduidelijke reden is een 69-jarige fietser gistermiddag rond 14:30 uur gevallen toen hij in de gemeente Venasque op de route de Murs reed. De man, die alleen reed, is aan het hoofd en wervelkolom geraakt. De Smur (medische hulpdienst) en de hulpdienst (brandweer/ambulance) uit Carpentras zijn ingezet om hem hulp te verlenen. Hij is met een helikopter van de sécurité civile naar het Hôpital Nord in Marseille overgebracht moeten worden.
Hôpital Nord in Marseille:
Voordat ik naar Marseille ben gevlogen, heeft men mij met de heli eerst naar het ziekenhuis in Carpentras gebracht. Mijn vrouw kreeg op de camping in Bédoin ook een telefoontje dat zij daar naar toe moest komen. In Carpentras hoorde zij echter dat ik naar Marseille was gebracht. Wat een toestand voor haar!
De arts die mij in Marseille heeft opgenomen, vertelde mij dat er twee wervels ten opzichte van elkaar waren verschoven en dat er een zenuw beschadigd was. Hij voegde er nog aan toe 'Rehabilitation one year'. Ik was toen zo naief om te denken dat ik na een verloren jaar weer op de fiets zou kunnen springen. Pas toen ik weer terug was in Nederland hoorde ik dat ik nooit meer zou kunnen lopen, laat staan fietsen.
Nooit meer fietsen, nooit meer een fietsverslag maken, nooit meer... Mijn vrouw en ik kunnen er maar moeilijk aan wennen.
Met dank aan 'madame Le Grimpeur' voor het vele typewerk, het uploaden van de foto's etc. etc. en vooral voor het geduld om er samen met mij een verslag van te maken zoals ik dat voor ogen had.