robbebopper schreef: ↑31 mar 2022 06:53
Daardoor won Joop wel de tour!
uit "touretappe NL:
"""“Meneer Hinault, sinds wanneer heeft u last van die nachtmerries?”
“Zegt maar Bernard.”
“Ok, Bernard. Sinds wanneer?”
“Sinds 22 juli 1986.”
“Wat weet je dan nog precies?”
“Het was de rustdag in de Tour de France van dat jaar. De dag daarvoor had ik de etappe naar Alpe d’Huez gewonnen, maar de gele trui definitief verloren aan die Amerikaan?”
“Die Amerikaan?”
“Greg LeMond en ik reden samen op de finish af. Hij reed iets achter mij en 50 meter voor de finish legde hij zijn arm op mijn schouder. Ik wilde die eigenlijk van mij afduwen, maar hij pakte direct mijn hand en stak die in de lucht. Voor de onwetende toeschouwer leek het net alsof ik hem huldigde als mijn opvolger. En dat hij mij huldigde als de grote winnaar, die hem had geholpen de gele trui te behouden.”
“Was dat dan niet zo?”
“Natuurlijk niet. Ik had dat jaar geschiedenis kunnen schrijven. Ik had de eerste wielrenner kunnen worden die zes keer de Tour de France had gewonnen. Ik had eindelijk die Belg kunnen verslaan.”
“Die Belg?”
“Over al mijn overwinningen lag altijd de schaduw van Eddy Merckx. Hij had ook vijf keer de Tour gewonnen, maar volgens velen was hij beter omdat hij meer etappes, meer gele truien en meer klassiekers had gewonnen. Die zesde Tourzege zou dat allemaal doen vergeten.”
“En toen je daar op Alpe d’Huez de etappe won, maar niet de gele trui, wist je al dat de Tour verloren was?”
“Ja, die Amerikaan was mijn ploeggenoot. Het jaar ervoor had hij mij geholpen om op gelijke hoogte met die Belg te komen. Ik moest hem wel in het geel naar Parijs helpen. Hoeveel pijn mij dat ook deed.”
“Waarom dan die nachtmerries?”
“Altijd zou ik in de schaduw blijven staan van die Belg. Altijd kwam ik in die droom het moment terug waar ik die strijd heb verloren.”
“Is er zo’n moment aan te wijzen dan?”
“Ja, 20 april 1980!”
“Dat was dus niet tijdens de Tour de France.”
“Nee, die zondag won ik de zwaarste Luik-Bastenaken-Luik uit de geschiedenis.”
“Nu snap ik het niet meer. Dat is toch iets om trots op te zijn?”
“Op dat moment was ik dat ook. Dat voorjaar voelde ik mij oppermachtig. Ik was al drie keer in de top-5 geëindigd tijdens de voorjaarsklassiekers. Toen bij de start van Luik-Bastenaken-Luik de regen overging in sneeuw en de vlokken op mijn handschoenen bleven liggen, wist ik dat het mijn dag ging worden. Kort nadat ik Bastogne was gepasseerd en ik mij opmaakte voor de finale door de Ardennen, hoorde ik dat al bijna de helft van de renners was afgestapt. Met nog 90 kilometer te gaan versnelde ik.”
“Was dat niet erg vroeg voor een solo-ontsnapping?”
“Ik hoopte dan ook dat ik met een klein groepje over zou blijven om aan het slot met een splijtende demarrage de zege op te eisen. Maar toen ik na enkele minuten achterom keek, zag ik dat ik al helemaal alleen was. Ik besloot toen vol door te gaan. Op het grote mes reed ik de sneeuwvlokken aan flarden.”
“Het grote mes?”
“Met een zware versnelling. En dat had ik dus niet moeten doen.”
“Hoezo niet?”
“Daardoor heb ik in de kou van die dag, een kou die ik helemaal niet voelde, mijn knieën teveel belast. Ik bleef maar doorgaan. Ik wilde niet alleen mijn tegenstanders op grote achterstand rijden, ik wilde ook laten zien dat ik niet onderdeed voor die Belg. Toen ik in Luik werd gehuldigd en het nog bijna tien minuten duurde voordat de nummer twee over de finish kwam, voelde ik dan ook dat ik de allergrootste kon worden.”
“Terwijl je op dat moment pas twee keer de Tour had gewonnen.”
“Ja, maar ik voelde dat het daarbij niet zou blijven. Ik had al een keer de Vuelta gewonnen en ik was vastbesloten ook de Giro aan mijn zegekar te binden.”
“Waarom was die 20e april dan toch al hét moment?”
“Toen ik die avond in mijn bed stapte, voelde ik een steek in mijn knie. Ik had die dag iets vaker met een klein verzet moeten rijden. Ik had toch wel gewonnen. Maar ik wilde niet de overwinning, ik wilde de oppermacht.”
“En toen raakte je geblesseerd?”
“Nee, de volgende dag voelde ik mij weer goed en anderhalve maand later stond ik met de roze trui om mijn schouders in Milaan. En ook de Tour de France begon goed. Ik won de proloog en de 4e en 5e etappe.”
“Waar ging het dan definitief mis?”
“In diezelfde 5e etappe. In de stromende regen reed ik daar over de kasseien van Noord-Frankrijk. Weer met een te groot verzet. Toen ik weer die pijn in mijn knie voelde, was terugschakelen al te laat. De daaropvolgende dagen werd de pijn steeds erger. Zo erg zelfs dat ik in de 12e etappe moest opgeven.”
“Dus dankzij jouw heldenoverwinning in Luik-Bastenaken-Luik ben jij niet de beste wielrenner aller tijden geworden?”
“Precies. En sinds ik mij dat op Alpe d’Huez ben gaan beseffen, achtervolgen die nachtmerries mij.”
“Dan zit er maar één ding op. Je moet je helemaal terugtrekken uit het wielrennen. Elk jaar weer op het podium van de Tour de winnaars van de dag huldigen, is je reinste zelfkastijding. Je hebt jezelf die 20e april 1980 al genoeg gestraft.”"""