Marmotte Pyrenees 2017
-
- Forum-lid
- Berichten: 78
- Lid geworden op: 12 mar 2014 19:49
Ik heb ze druk in de weer gezien met drones etc. Ik heb tot op heden ook nog niks kunnen vinden. Enkel de door enkele deelnemers geposte beelden op YouTube.
Bij deze weer een aanvulling op het verslag. Het nadeel van deze uitgebreide verslaglegging is dat er meer tijd in gaat zitten dan ik had gepland.
Col du Tourmalet
Op kop van een groepje van 7/8 rijd ik door de straten van St.-Marie-de-Campan. Vanaf deze kant is de Tourmalet 16,8 km en gemiddeld 7.6%. De eerste vier kilometer zijn de percentages gematigd, daarna zakken de percentages niet meer onder 8%. Om die reden heb ik de lengte van de klim in m'n hoofd begrensd op 12,8 km.
Ik gebruik de eerste paar gematigde kilometers om nog wat te eten en te drinken, en peddel 'op economie' naar wat in mijn hoofd het begin van de klim is. Het groepje waarmee ik onderaan opdraaide is inmiddels gereduceerd tot 2 man. Ik, die kop op rijd, en een Spanjaard van wie ik op dat moment weinig kopwerk meer verwacht. Ik voel druppels. De tocht heeft zich tot dan toe onder een wolkendek afgespeeld en daarmee is de temperatuur aardig in bedwang gehouden. Ik zou bijna spreken van ideale weersomstandigheden, maar nu ik 'mijn startpunt' van de klim bereik begint het te lichtjes te regenen.
Zonder al te veel energie te verspelen bereik ik het steile gedeelte. De verkenning van enkele dagen daarvoor heeft wat schrik opgeleverd voor deze kant. Met die gedachte gaat de ketting dan ook al snel op de 34*28 en kan het mentale spelletje met mezelf beginnen. Vanaf nu volgen nog enkel bordjes langs de kant met 8/8.5/9/9.5/10%. Ik voel me nog best goed en trap vrij soepel mijn kleinste versnelling rond. Voor mij zie ik kleine plukjes en eenlingen zich ook naar boven begeven. De inhaalslag die op de Aspin is ingezet, gaat gestaag door. De Spanjaard is inmiddels ook gelost en ik prent mezelf in dat het goed gaat. Langzaam maal ik de kilometers weg. De benen voelen nog goed, maar met deze percentages ligt de snelheid nooit al te hoog. Rustig blijven, egaal tempo, lichtste versnelling, geen overmoed, het gaat goed, het gaat goed, zomaar wat gedachten die op deze stukken door me heen schieten.
Het deelnemersveld is nu wel een aardig eindje uit elkaar geslagen. De regen begint wat harder te worden, en ik weet dat er tot aan de top weinig momenten van herstel komen. Om deze calvarietocht mentaal wat lichter te maken, deel ik het steile gedeelte op in 3 delen. Het eerste stuk loopt tot circa een kilometer of 8/9 voor de top. Hier komt de eerste echte haarspeldbocht rechtsaf. Vanaf dit punt volgt een lang recht stuk, onder 2 galerieën, op weg naar La Mongie.
Het eerste stuk blijf ik met de handrem er op soepel naar boven trappen. De lichte regen op dit stuk van de beklimming is ergens wel aangenaam. Veel zuurstof in de lucht. Ik passeer kleine groepjes en eenlingen, waarbij ik een tweetal scenario's ontwaar. De één glijdt ik langzaam voorbij, een korte begroeting/knikje, en laat mij gelaten passeren. De ander bijt zich vast in mijn tempo, vaak maar 1 a 2 km/u verschil, om na enkele (hecto)meters toch maar weer op eigen tempo verder te gaan. De meesten die ik passeer wekken al een uitgebluste indruk.
Ik nader gestaag mijn ijkpunt en voel me nog steeds goed. Alleen de grote linkerteen begint op te spelen. Op elk rustig moment heb ik tot dan toe met mijn tenen 'gewatertrappeld' in mijn schoen, om zo de bloedcirculatie in m'n grote teen te stimuleren. Het doffe, langzaam opzwellende gevoel begint zich nu echter nu meester te maken van mijn grote teen. Niet teveel aan denken neem ik me voor.; desnoods gooi ik er straks op de top een pijnstiller in. Met een tijdelijke aanklamper in het wiel bereik ik 'de bocht' die ik staand op de pedalen aan de binnenkant neem. Weg aanklamper. Het tweede stuk kan nu gaan beginnen. Een kilometer of 3 zullen nu volgen richting het skidorp La Mongie. De weg kent weinig echte bochten op dit gedeelte en loopt langs de bergwand langzaam de bebossing uit. Dit gedeelte kenmerkt zich daarnaast door enkele galerieën, maar vooral door de bordjes 9 a 10% zo vlak voor dit wintersportoord. In de verkenningsetappe van woensdag, hakten deze kilometers er aardig in.
Op een egaal tempo nader ik al vrij snel de eerste galerie. In de verte rijdt al geruime tijd een andere deelnemer gehuld in een fluogeel shirt van de Alpen-variant. Hij lijkt zich als één van de weinigen nog niet gewonnen te willen geven. Het is inmiddels weer opgehouden met regenen. Het mentale dipje wat ik aan het begin van de klim ervoer, is weer voorbij. Vooral het feit dat ik mij op dit punt van de klim een stukje frisser voel dan in de verkenningsetappe, geeft mij moed. Sneller dan verwacht arriveer ik bij La Mongie. Bij het binnenrijden van dit betonnen skioord zie ik een andere deelnemer triestig in de kofferbak van een auto zitten, terwijl vrouwlief zich om hem bekommerd. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat de beste man al wat teveel van zijn kruid verschoten heeft. Hij lijkt hier zijn strijd al gestaakt te hebben, alhoewel ik stiekem hoop dat hij zich nog kan herpakken.
Enkele meters later arriveer ik in centre-ville en zie ik weer een andere deelnemer links een troosteloos terrasje op sturen. De zojuist gevallen regen zal de aanblik wellicht extra somber hebben gemaakt. Ik gun mezelf op deze plek geen verpozing en rijd linea recta door richting de top. De benen beginnen te kriebelen. De gehele rit verloopt al met de handrem erop, maar nu ik bij het buiten rijden van La Mongie de top in beeld krijg, kan ik mezelf niet bedwingen. De nieuwe KMC ketting gaat van de 28 over de 24 naar de 21. En danseuse fladder ik de eerste honderden meters het skidorpje uit. Er zit nog voldoende power in de benen en het voelt leker om met een paar pedaalslagen even flink wat meters weg te trappen. Met het oog op slotklim is de 21 wel erg overmoedig realiseer ik me, en schakel verstandig terug.
Het passeren van La Mongie markeert de aanvang van het derde gedeelte. Vanaf hier komt de top in beeld. In de verkenningsetappe stond ik op dit gedeelte gevoelsmatig stil. Nu lijk ik afwisselend zittend (28) en staand (24) best nog een behoorlijk tempo te kunnen maken. De laatste paar kilometers naar de top trap ik een roes weg. De man in het fluogele shirt, die geruime tijd gelijke tred hield, komt nu toch dichter bij. Ik passeer nog aardig wat anderen en kom met een lekker gevoel aan de laatste kilometer. Hier staan diverse fotografen driftig kiekjes te maken. Met het oog op een mooie foto bedenk ik de laatste 800 meter wel staand op de 34*24 te kunnen volbrengen. De laatste haarspeld en aansluitende meters zijn echter nog behoorlijk steil. Met de voetjes weer op aarde kom ik na 1.17 voor de tweede keer die dag aanzetten op de top van Tourmalet.
In mijn enthousiasme om zo min mogelijk tijd te verliezen, fiets ik de bevoorradingspost in en houd halt onder het kraantje van de Etixx sportdrank. Hier gelukkig geen rijen. Een meter verderop vul ik de andere bidon af met water en op weg naar de afdaling gris ik nog een banaantje van tafel. Binnen circa 1 minuut gooi ik mezelf de afdaling in. Ik constateer dat het wegdek nog nat is. In de eerste paar steile meters prop ik het banaantje achter de kiezen en kom met iets te veel snelheid bij de eerste haarspeldbocht. Een kleine slipper van het achterwiel brengt de concentratie weer terug. Nu ik van lichte schrik toch bijna stil sta, maak ik van de mogelijkheid gebruik om mijn bril van m'n helm naar m'n neus te verplaatsen. De eerste paar kilometer die volgen zijn nog steeds nat en daarnaast is het wegdek hier niet super. Ik rijd behoedzaam naar beneden. Al snel liggen de haarspeldbochten achter me en kom ik op droger asfalt. In een spaarzame haarspeldbocht die nog volgt zit een fotograaf klaar voor een actiefoto. Aangezien er op dit stuk niemand voor of achter me zit, heeft deze al tijd om mij op een mooie wijze te vereeuwigen. Dit moet een mooi plaatje worden bedenk ik me.
Ik passeer de eerste skilift en heb de schroom weer van me afgegooid. Op de lange rechte strook die volgt gaat de neus richting de stuurpen en krijg ik de eerste deelnemers weer in zicht. In de tussentijd prop ik een 'vlugge Japie' naar binnen. Deze kruidkoeken zijn voor vertrek bij een lokale, van origine Duitse, grootgrutter en masse ingeslagen en lijken hier prima dienst te doen. Omdat net voor de tweede skiliften nog een paar bochten volgen, word ik echter gedwongen een groot gedeelte van de koek in een keer naar binnen te schuiven. De mondholte is op deze wijze dusdanig gevuld, dat kauwen en slikken me schier onmogelijk lijkt. Een paar bochten later lijkt er toch terug enige ruimte in mijn mondholte te ontstaan. Met enige opluchting schiet ik nu op weg naar Bareges de eerste medestrijders voorbij. Het snelheidsverschil met hen is echter dusdanig, dat het me weinig zinvol lijkt hier al te wachten om een groepje te vormen. Ik dender dan ook in de beugels door Bareges richting Luz-St.-Saveur. Deze afdaling is bekend terrein en zonder al te veel remmen glijdt ik nog een enkeling voorbij. Na 20 minuten arriveer ik in Luz.
Bij het binnenrijden van Luz maakt een lichte opwinding zich van mij meester. Al van ver hoorde ik het gefluit van een seingever die mijn komst in het dorpje aankondigde. Ik knal vanuit de afdaling het dorpje in en er staat wat publiek dat opgetogen lijkt met mijn doorkomst. Ik hoor en zie de bemoedigende publieke belangstelling en voel me heel even die eenzame koploper in de Tour de France die op het punt staat een heroïsche Pyreneeën etappe te winnen. Onder deze impuls verlaat ik al snel het dorpje, om door de 'gorges' koers te zetten richting de slotklim. Het lijkt wel of mijn benen zich steeds beter beginnen te voelen.
Hautacam
Ik ga er even vanuit dat er nog interesse is voor het slotstuk, dus wordt vervolgd..
Beeldmateriaal: Tourmalet vanuit St.-Marie-de-Campan (vlak onder de top)
Col du Tourmalet
Op kop van een groepje van 7/8 rijd ik door de straten van St.-Marie-de-Campan. Vanaf deze kant is de Tourmalet 16,8 km en gemiddeld 7.6%. De eerste vier kilometer zijn de percentages gematigd, daarna zakken de percentages niet meer onder 8%. Om die reden heb ik de lengte van de klim in m'n hoofd begrensd op 12,8 km.
Ik gebruik de eerste paar gematigde kilometers om nog wat te eten en te drinken, en peddel 'op economie' naar wat in mijn hoofd het begin van de klim is. Het groepje waarmee ik onderaan opdraaide is inmiddels gereduceerd tot 2 man. Ik, die kop op rijd, en een Spanjaard van wie ik op dat moment weinig kopwerk meer verwacht. Ik voel druppels. De tocht heeft zich tot dan toe onder een wolkendek afgespeeld en daarmee is de temperatuur aardig in bedwang gehouden. Ik zou bijna spreken van ideale weersomstandigheden, maar nu ik 'mijn startpunt' van de klim bereik begint het te lichtjes te regenen.
Zonder al te veel energie te verspelen bereik ik het steile gedeelte. De verkenning van enkele dagen daarvoor heeft wat schrik opgeleverd voor deze kant. Met die gedachte gaat de ketting dan ook al snel op de 34*28 en kan het mentale spelletje met mezelf beginnen. Vanaf nu volgen nog enkel bordjes langs de kant met 8/8.5/9/9.5/10%. Ik voel me nog best goed en trap vrij soepel mijn kleinste versnelling rond. Voor mij zie ik kleine plukjes en eenlingen zich ook naar boven begeven. De inhaalslag die op de Aspin is ingezet, gaat gestaag door. De Spanjaard is inmiddels ook gelost en ik prent mezelf in dat het goed gaat. Langzaam maal ik de kilometers weg. De benen voelen nog goed, maar met deze percentages ligt de snelheid nooit al te hoog. Rustig blijven, egaal tempo, lichtste versnelling, geen overmoed, het gaat goed, het gaat goed, zomaar wat gedachten die op deze stukken door me heen schieten.
Het deelnemersveld is nu wel een aardig eindje uit elkaar geslagen. De regen begint wat harder te worden, en ik weet dat er tot aan de top weinig momenten van herstel komen. Om deze calvarietocht mentaal wat lichter te maken, deel ik het steile gedeelte op in 3 delen. Het eerste stuk loopt tot circa een kilometer of 8/9 voor de top. Hier komt de eerste echte haarspeldbocht rechtsaf. Vanaf dit punt volgt een lang recht stuk, onder 2 galerieën, op weg naar La Mongie.
Het eerste stuk blijf ik met de handrem er op soepel naar boven trappen. De lichte regen op dit stuk van de beklimming is ergens wel aangenaam. Veel zuurstof in de lucht. Ik passeer kleine groepjes en eenlingen, waarbij ik een tweetal scenario's ontwaar. De één glijdt ik langzaam voorbij, een korte begroeting/knikje, en laat mij gelaten passeren. De ander bijt zich vast in mijn tempo, vaak maar 1 a 2 km/u verschil, om na enkele (hecto)meters toch maar weer op eigen tempo verder te gaan. De meesten die ik passeer wekken al een uitgebluste indruk.
Ik nader gestaag mijn ijkpunt en voel me nog steeds goed. Alleen de grote linkerteen begint op te spelen. Op elk rustig moment heb ik tot dan toe met mijn tenen 'gewatertrappeld' in mijn schoen, om zo de bloedcirculatie in m'n grote teen te stimuleren. Het doffe, langzaam opzwellende gevoel begint zich nu echter nu meester te maken van mijn grote teen. Niet teveel aan denken neem ik me voor.; desnoods gooi ik er straks op de top een pijnstiller in. Met een tijdelijke aanklamper in het wiel bereik ik 'de bocht' die ik staand op de pedalen aan de binnenkant neem. Weg aanklamper. Het tweede stuk kan nu gaan beginnen. Een kilometer of 3 zullen nu volgen richting het skidorp La Mongie. De weg kent weinig echte bochten op dit gedeelte en loopt langs de bergwand langzaam de bebossing uit. Dit gedeelte kenmerkt zich daarnaast door enkele galerieën, maar vooral door de bordjes 9 a 10% zo vlak voor dit wintersportoord. In de verkenningsetappe van woensdag, hakten deze kilometers er aardig in.
Op een egaal tempo nader ik al vrij snel de eerste galerie. In de verte rijdt al geruime tijd een andere deelnemer gehuld in een fluogeel shirt van de Alpen-variant. Hij lijkt zich als één van de weinigen nog niet gewonnen te willen geven. Het is inmiddels weer opgehouden met regenen. Het mentale dipje wat ik aan het begin van de klim ervoer, is weer voorbij. Vooral het feit dat ik mij op dit punt van de klim een stukje frisser voel dan in de verkenningsetappe, geeft mij moed. Sneller dan verwacht arriveer ik bij La Mongie. Bij het binnenrijden van dit betonnen skioord zie ik een andere deelnemer triestig in de kofferbak van een auto zitten, terwijl vrouwlief zich om hem bekommerd. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat de beste man al wat teveel van zijn kruid verschoten heeft. Hij lijkt hier zijn strijd al gestaakt te hebben, alhoewel ik stiekem hoop dat hij zich nog kan herpakken.
Enkele meters later arriveer ik in centre-ville en zie ik weer een andere deelnemer links een troosteloos terrasje op sturen. De zojuist gevallen regen zal de aanblik wellicht extra somber hebben gemaakt. Ik gun mezelf op deze plek geen verpozing en rijd linea recta door richting de top. De benen beginnen te kriebelen. De gehele rit verloopt al met de handrem erop, maar nu ik bij het buiten rijden van La Mongie de top in beeld krijg, kan ik mezelf niet bedwingen. De nieuwe KMC ketting gaat van de 28 over de 24 naar de 21. En danseuse fladder ik de eerste honderden meters het skidorpje uit. Er zit nog voldoende power in de benen en het voelt leker om met een paar pedaalslagen even flink wat meters weg te trappen. Met het oog op slotklim is de 21 wel erg overmoedig realiseer ik me, en schakel verstandig terug.
Het passeren van La Mongie markeert de aanvang van het derde gedeelte. Vanaf hier komt de top in beeld. In de verkenningsetappe stond ik op dit gedeelte gevoelsmatig stil. Nu lijk ik afwisselend zittend (28) en staand (24) best nog een behoorlijk tempo te kunnen maken. De laatste paar kilometers naar de top trap ik een roes weg. De man in het fluogele shirt, die geruime tijd gelijke tred hield, komt nu toch dichter bij. Ik passeer nog aardig wat anderen en kom met een lekker gevoel aan de laatste kilometer. Hier staan diverse fotografen driftig kiekjes te maken. Met het oog op een mooie foto bedenk ik de laatste 800 meter wel staand op de 34*24 te kunnen volbrengen. De laatste haarspeld en aansluitende meters zijn echter nog behoorlijk steil. Met de voetjes weer op aarde kom ik na 1.17 voor de tweede keer die dag aanzetten op de top van Tourmalet.
In mijn enthousiasme om zo min mogelijk tijd te verliezen, fiets ik de bevoorradingspost in en houd halt onder het kraantje van de Etixx sportdrank. Hier gelukkig geen rijen. Een meter verderop vul ik de andere bidon af met water en op weg naar de afdaling gris ik nog een banaantje van tafel. Binnen circa 1 minuut gooi ik mezelf de afdaling in. Ik constateer dat het wegdek nog nat is. In de eerste paar steile meters prop ik het banaantje achter de kiezen en kom met iets te veel snelheid bij de eerste haarspeldbocht. Een kleine slipper van het achterwiel brengt de concentratie weer terug. Nu ik van lichte schrik toch bijna stil sta, maak ik van de mogelijkheid gebruik om mijn bril van m'n helm naar m'n neus te verplaatsen. De eerste paar kilometer die volgen zijn nog steeds nat en daarnaast is het wegdek hier niet super. Ik rijd behoedzaam naar beneden. Al snel liggen de haarspeldbochten achter me en kom ik op droger asfalt. In een spaarzame haarspeldbocht die nog volgt zit een fotograaf klaar voor een actiefoto. Aangezien er op dit stuk niemand voor of achter me zit, heeft deze al tijd om mij op een mooie wijze te vereeuwigen. Dit moet een mooi plaatje worden bedenk ik me.
Ik passeer de eerste skilift en heb de schroom weer van me afgegooid. Op de lange rechte strook die volgt gaat de neus richting de stuurpen en krijg ik de eerste deelnemers weer in zicht. In de tussentijd prop ik een 'vlugge Japie' naar binnen. Deze kruidkoeken zijn voor vertrek bij een lokale, van origine Duitse, grootgrutter en masse ingeslagen en lijken hier prima dienst te doen. Omdat net voor de tweede skiliften nog een paar bochten volgen, word ik echter gedwongen een groot gedeelte van de koek in een keer naar binnen te schuiven. De mondholte is op deze wijze dusdanig gevuld, dat kauwen en slikken me schier onmogelijk lijkt. Een paar bochten later lijkt er toch terug enige ruimte in mijn mondholte te ontstaan. Met enige opluchting schiet ik nu op weg naar Bareges de eerste medestrijders voorbij. Het snelheidsverschil met hen is echter dusdanig, dat het me weinig zinvol lijkt hier al te wachten om een groepje te vormen. Ik dender dan ook in de beugels door Bareges richting Luz-St.-Saveur. Deze afdaling is bekend terrein en zonder al te veel remmen glijdt ik nog een enkeling voorbij. Na 20 minuten arriveer ik in Luz.
Bij het binnenrijden van Luz maakt een lichte opwinding zich van mij meester. Al van ver hoorde ik het gefluit van een seingever die mijn komst in het dorpje aankondigde. Ik knal vanuit de afdaling het dorpje in en er staat wat publiek dat opgetogen lijkt met mijn doorkomst. Ik hoor en zie de bemoedigende publieke belangstelling en voel me heel even die eenzame koploper in de Tour de France die op het punt staat een heroïsche Pyreneeën etappe te winnen. Onder deze impuls verlaat ik al snel het dorpje, om door de 'gorges' koers te zetten richting de slotklim. Het lijkt wel of mijn benen zich steeds beter beginnen te voelen.
Hautacam
Ik ga er even vanuit dat er nog interesse is voor het slotstuk, dus wordt vervolgd..
Beeldmateriaal: Tourmalet vanuit St.-Marie-de-Campan (vlak onder de top)
Gazelle Team TVM \'99
Mijn vervolg. Eerst nog even de paar dagen vooraf, dan de cyclo zelf.
Donderdag
Vorig jaar reed ik vanuit Argelès-Gazost één tocht van 200km. Met daarin Col de Spandelles, Col de Castet, Col de Marie-Blanque (oostkant), Lac de Bious-Artigues en Col d'Aubisque (westkant). Totaal iets van 5000hm. Prachttocht, maar omdat ik pas om half 1 vertrok, daalde ik in het (bijna) donker de Soulor af naar de camping. Wél gaaf, niet heel handig/verstandig.
Waarom dit jaar gewoon niet weer zoiets rijden? Tenminste, als het weer goed is. Ok, maar welke kant op? Een ~200km-rondje vanuit Luz-Saint-Sauveur, inclusief de westkant van de Col de Marie-Blanque, kan dat? Ja, dat blijkt prima haalbaar (qua route..). Col de Marie-Blanque. De scherprechter in de populaire Spaanse cyclo Quebrantahuesos, en naar het schijnt een echte harkklim. Bovendien een klim in deze omgeving die ik nog niet ben opgefietst.
Vorig jaar zat ik in deze week 4 dagen in Oostenrijk. Twee dagen voor de Otztaler Radmarathon reed ik toen een rit vanuit Sölden de Kühtai op en over, om vervolgens door het dal terug te rijden, om dan ook nog de Silzer Sattel (zijkant Kühtai) te beklimmen. 160km/3000hm. Tja, het weer was daar toen schitterend, en de vorm goed, dus dat kon ik vast wel verteren.
Dit jaar is de vorm iets minder. Zo’n 200km-rit zou wél kunnen, maar dan wél op dag 2 of dag 3, zodat er tijd genoeg om ervan te herstellen. Dat had ik al bedacht vóór het afreizen naar de Pyreneeën. Nou, de weersvoorspelling voor donderdag is goed. Rijden dus!
Iets na 10 uur rol ik uit het appartementengebouw: le départ. Het eerste stuk - tussen Luz-Saint-Sauveur en de rotonde bij Soulom - rijden we zondag ook. Goed om daar even te fietsen. In plaats van direct rechtsaf op de rotonde neem ik de tweede afslag, om binnendoor naar de voet van de Soulor te rijden. Jep, je rijdt een klein stukje op de Soulor, waarbij je na een paar kilometer rechtsaf slaat richting Gez. Vanaf Gez is het zo’n 13 kilometer klimmen, grotendeels door het bos. Net als vorig jaar is er ook nu weinig verkeer. De laatste twee kilometers stijgen behoorlijk: 9% en 10%. Mooie klim, wat mij betreft! De afdaling is lastig. Het is smal, best onoverzichtelijk en het wegdek bestaat vaak uit een mix van teer en grit. Volgens Strava rijd ik de 16 kilometer - die gemiddeld 8% daalt - met een gemiddelde snelheid van nog geen 38 km/h. Dat is misschien niet zo snel, maar ik ben wel veilig beneden.
Onderaan draai je de hoofdweg weg. Dit is het ‘vlakke’ gedeelte van de noordkant van de Soulor. Er is hier geen hond op de weg en de weg loopt ietsje af. Lekker!
Ergens onderweg. Meer dan prima fietsweer!
Al enige tijd loer ik naar een fonteintje onderweg, maar heb er nog geen gezien. In een Frans dorpje, het welbekende Bruges-Capbis-Mifaget (!), vul ik daarom m’n bidons in het plaatselijke café. Een paar stamgasten en wat pimpelende locals, waarvan een aantal me quasi-verveeld aankijkt. Tot aan Louvie-Juzon (77 kilometer afgelegd) is de route gelijk aan die van vorig jaar. Toen reed ik vanaf hier zuidelijk om de Col de Castet te beklimmen. Nu rijd ik in noordwestelijke richting naar Arudy. De weg die volgt, de D918, blijkt een zeer aangename verrassing! Het is een glooiende weg door het bos, met allemaal mooie bochten. Ik weet niet meer precies hoe lang dit stuk duurt, maar zeker 10 kilometer. En ook hier erg rustig. Tof!
Op een gegeven moment gaat de route richting het zuiden. Ik besluit hier ergens om nog maar wat rekoefeningen te doen. De rug vindt het namelijk weer niet zo leuk. Vol in de zon is het stiekem best warm, dus ik zoek even een stuk gras in de schaduw. Na enige tijd weer de de fiets op, op naar de voor mij nog onbekende klim: de Marie-Blanque.
In het dorpje Escot is het linksaf. Ik zit wat te suffen en mis de afslag. De Garmin wijst me daarop. Handig, zo'n vooraf getekende route! Ik heb nog 1 bidon, en alhoewel de Marie-Blanque niet zo lang is, kies ik er toch maar voor de lege bidon bij te vullen. Wederom niet bij een fonteintje, maar nu bij een huis langs de weg. 'Bon courage', zegt de bewoner tegen me als ik met een volle bidon vertrek. 'Merci!'.
Aan het begin van de klim staat een bord: 9,3 kilometer/7,6% gemiddeld. Dat kun je denken 'Nou, dat valt mee!'. Nou, vooraf heb ik het profiel bekeken: dit zou zeker niet mee gaan vallen De eerste 5 kilometer zijn namelijk Loorberg-achtig. Met andere woorden, daar gaat het niet zo snel met de hoogtemeters. Om dat te compenseren gaat het in de de laatste 4 kilometer gemiddeld met zo'n 11% omhoog. Bij elke kilometer staat een bord. Nog 3 kilometer, de komende kilometer is 11%. *hark* Hey, weer een bord! Nog 2 kilometer, de komende kilometer is 13%. *puf, kraak* Deze kilometers gaan bepaald niet snel, er doemt weer een bord op. Laatste kilometer, 12%. *kraak* Ik probeer zo rustig mogelijk omhoog te fietsen, maar moet toch wel serieus op de pedalen duwen om de 34x28 rond te krijgen. Een paar wandelaars. Ik groet ze. 'Bon Courage's' worden naar m'n hoofd geslingerd. Eigenlijk gaat het best goed. Ok, vanzelf gaat het niet, maar m'n VAM ligt tegen de 1000 en ik rijd midden-D2. Mooi!
Nog 2 kilometer. En 250 hoogtemeter. Genot!
Bovenaan een plekje in de schaduw, even wat eten en dan afdalen. Deze afdaling ken ik. In het begin best vlak, dan een klein steil stukje, vervolgens een open, vlakke weide om vervolgens af te sluiten met een aantal kilometers racebaan. Helaas rijden er een paar auto's in de weg, waardoor de topsnelheid op 75 km/h blijft liggen.
Op naar de Aubisque. Twee 2 klimmen gedaan, nog een te gaan:
Via een binnendoorweggetje sla ik de normale voet van de Aubisque over. Net voor het dorpje Eaux-Bonnes kom ik op de reguliere beklimming. Ik heb last van de hitte en blijkbaar heb ik de Marie-Blanque minder goed verteerd dan ik dacht. De rug speelt ook weer op, en ik besluit als een ware toerist te stoppen. En vervolgens nog een paar keer. Hey, dit komt me wel wat bekend voor! Vorig jaar liep deze klim (toen ook de laatste klim) ook niet. Tja, dan niet. Gourette is nog net zo lelijk als vorig jaar, maar de laatste paar kilometer zijn fraai.
Dat leegstaande hotel, een paar kilometer onder de top, is toch ook wel interessant:
Gelukkig ben ik er dan bijna.
Bovenop bidons vullen en een ijsje. Dat mag wel. Vervolgens weer die leuke afdaling (Aubisque, klein stukje klimmen, Soulor). Ik stop niet in Argelès-Gazost, maar rijd direct naar Luz-Saint-Sauveur. De 200 aantikken geloof ik wel, dus linea recta naar huis, Om half 8 rol ik de lift van het appartementencomplex weer in.
Mooie rit, en die Marie-Blanque is cool (toch ook maar eens de Quebrantahuesos rijden!), maar de aftakeling op de Aubisque geeft niet al te veel vertrouwen voor zondag. Tja, dat zien we dan wel weer. Na de Aubisque ben ik toch aardig hersteld, want ik ben niet compleet naar de klote en heb wél gewoon trek. Dat komt goed uit, want Yuri heeft paella gemaakt (en dat smaakt echt heel goed!)
198.1km/4,050m
Vrijdag
Vandaag en morgen zijn nou eens een keer echte rustdagen. Ik ga wél fietsen, maar neem me voor niet ver en vooral heel rustig te fietsen.
Een paar mensen doen vandaag Cauterets + Pont d'Espagne. Nou, ik ga wel mee en zie daar wel hoe en/of wat. Na een paar kilometer slakkentempo op de Cauterets vind ik 't welletjes, keer om en en fiets als een slak (herstelmode = on) terug naar Luz-Saint-Sauveur.
De organisatie heeft een lokaal lusje bedacht waarmee de cyclo zondag begint. Omdat dit toch zo goed als op de route ligt ga ik op de terugweg naar op een gegeven moment rechtsaf richting Sassis. Veel stelt het natuurlijk niet voor, maar het is een fijne gedachte dat we zondag niet meteen de Tourmalet op hoeven te fietsen (lees: eerst een klein stukje warmfietsen). Aan het eind dool ik nog eventjes door wat achterstraatjes van Luz-Saint-Sauveur. Altijd grappig om te zien.
37.3km/533m
Zaterdag
Nou, morgen gaat het gebeuren! Vandaag nog maar even een rustig rondje. Ik fiets het gehele eerste lusje van de cyclo, schud tussendoor de benen wakker met 2*2' op Luz Ardiden (vanzelf gaat 't niet, maar op zich gaat het aardig vooruit!) en rijd ook nog een heel klein stukje de Tourmalet op (tot iets na de stoplichten). Ik blijk zeker niet de enige op Luz Ardiden! Het is hier eigenlijk best druk.
Een beetje vermoeid voel ik me nog wel, maar dat zal vast wel goedkomen. In de namiddag ga ik even 2 uurtjes op bed liggen, gewoon omdat het kan.
21.8km/558m
Donderdag
Vorig jaar reed ik vanuit Argelès-Gazost één tocht van 200km. Met daarin Col de Spandelles, Col de Castet, Col de Marie-Blanque (oostkant), Lac de Bious-Artigues en Col d'Aubisque (westkant). Totaal iets van 5000hm. Prachttocht, maar omdat ik pas om half 1 vertrok, daalde ik in het (bijna) donker de Soulor af naar de camping. Wél gaaf, niet heel handig/verstandig.
Waarom dit jaar gewoon niet weer zoiets rijden? Tenminste, als het weer goed is. Ok, maar welke kant op? Een ~200km-rondje vanuit Luz-Saint-Sauveur, inclusief de westkant van de Col de Marie-Blanque, kan dat? Ja, dat blijkt prima haalbaar (qua route..). Col de Marie-Blanque. De scherprechter in de populaire Spaanse cyclo Quebrantahuesos, en naar het schijnt een echte harkklim. Bovendien een klim in deze omgeving die ik nog niet ben opgefietst.
Vorig jaar zat ik in deze week 4 dagen in Oostenrijk. Twee dagen voor de Otztaler Radmarathon reed ik toen een rit vanuit Sölden de Kühtai op en over, om vervolgens door het dal terug te rijden, om dan ook nog de Silzer Sattel (zijkant Kühtai) te beklimmen. 160km/3000hm. Tja, het weer was daar toen schitterend, en de vorm goed, dus dat kon ik vast wel verteren.
Dit jaar is de vorm iets minder. Zo’n 200km-rit zou wél kunnen, maar dan wél op dag 2 of dag 3, zodat er tijd genoeg om ervan te herstellen. Dat had ik al bedacht vóór het afreizen naar de Pyreneeën. Nou, de weersvoorspelling voor donderdag is goed. Rijden dus!
Iets na 10 uur rol ik uit het appartementengebouw: le départ. Het eerste stuk - tussen Luz-Saint-Sauveur en de rotonde bij Soulom - rijden we zondag ook. Goed om daar even te fietsen. In plaats van direct rechtsaf op de rotonde neem ik de tweede afslag, om binnendoor naar de voet van de Soulor te rijden. Jep, je rijdt een klein stukje op de Soulor, waarbij je na een paar kilometer rechtsaf slaat richting Gez. Vanaf Gez is het zo’n 13 kilometer klimmen, grotendeels door het bos. Net als vorig jaar is er ook nu weinig verkeer. De laatste twee kilometers stijgen behoorlijk: 9% en 10%. Mooie klim, wat mij betreft! De afdaling is lastig. Het is smal, best onoverzichtelijk en het wegdek bestaat vaak uit een mix van teer en grit. Volgens Strava rijd ik de 16 kilometer - die gemiddeld 8% daalt - met een gemiddelde snelheid van nog geen 38 km/h. Dat is misschien niet zo snel, maar ik ben wel veilig beneden.
Onderaan draai je de hoofdweg weg. Dit is het ‘vlakke’ gedeelte van de noordkant van de Soulor. Er is hier geen hond op de weg en de weg loopt ietsje af. Lekker!
Ergens onderweg. Meer dan prima fietsweer!
Al enige tijd loer ik naar een fonteintje onderweg, maar heb er nog geen gezien. In een Frans dorpje, het welbekende Bruges-Capbis-Mifaget (!), vul ik daarom m’n bidons in het plaatselijke café. Een paar stamgasten en wat pimpelende locals, waarvan een aantal me quasi-verveeld aankijkt. Tot aan Louvie-Juzon (77 kilometer afgelegd) is de route gelijk aan die van vorig jaar. Toen reed ik vanaf hier zuidelijk om de Col de Castet te beklimmen. Nu rijd ik in noordwestelijke richting naar Arudy. De weg die volgt, de D918, blijkt een zeer aangename verrassing! Het is een glooiende weg door het bos, met allemaal mooie bochten. Ik weet niet meer precies hoe lang dit stuk duurt, maar zeker 10 kilometer. En ook hier erg rustig. Tof!
Op een gegeven moment gaat de route richting het zuiden. Ik besluit hier ergens om nog maar wat rekoefeningen te doen. De rug vindt het namelijk weer niet zo leuk. Vol in de zon is het stiekem best warm, dus ik zoek even een stuk gras in de schaduw. Na enige tijd weer de de fiets op, op naar de voor mij nog onbekende klim: de Marie-Blanque.
In het dorpje Escot is het linksaf. Ik zit wat te suffen en mis de afslag. De Garmin wijst me daarop. Handig, zo'n vooraf getekende route! Ik heb nog 1 bidon, en alhoewel de Marie-Blanque niet zo lang is, kies ik er toch maar voor de lege bidon bij te vullen. Wederom niet bij een fonteintje, maar nu bij een huis langs de weg. 'Bon courage', zegt de bewoner tegen me als ik met een volle bidon vertrek. 'Merci!'.
Aan het begin van de klim staat een bord: 9,3 kilometer/7,6% gemiddeld. Dat kun je denken 'Nou, dat valt mee!'. Nou, vooraf heb ik het profiel bekeken: dit zou zeker niet mee gaan vallen De eerste 5 kilometer zijn namelijk Loorberg-achtig. Met andere woorden, daar gaat het niet zo snel met de hoogtemeters. Om dat te compenseren gaat het in de de laatste 4 kilometer gemiddeld met zo'n 11% omhoog. Bij elke kilometer staat een bord. Nog 3 kilometer, de komende kilometer is 11%. *hark* Hey, weer een bord! Nog 2 kilometer, de komende kilometer is 13%. *puf, kraak* Deze kilometers gaan bepaald niet snel, er doemt weer een bord op. Laatste kilometer, 12%. *kraak* Ik probeer zo rustig mogelijk omhoog te fietsen, maar moet toch wel serieus op de pedalen duwen om de 34x28 rond te krijgen. Een paar wandelaars. Ik groet ze. 'Bon Courage's' worden naar m'n hoofd geslingerd. Eigenlijk gaat het best goed. Ok, vanzelf gaat het niet, maar m'n VAM ligt tegen de 1000 en ik rijd midden-D2. Mooi!
Nog 2 kilometer. En 250 hoogtemeter. Genot!
Bovenaan een plekje in de schaduw, even wat eten en dan afdalen. Deze afdaling ken ik. In het begin best vlak, dan een klein steil stukje, vervolgens een open, vlakke weide om vervolgens af te sluiten met een aantal kilometers racebaan. Helaas rijden er een paar auto's in de weg, waardoor de topsnelheid op 75 km/h blijft liggen.
Op naar de Aubisque. Twee 2 klimmen gedaan, nog een te gaan:
Via een binnendoorweggetje sla ik de normale voet van de Aubisque over. Net voor het dorpje Eaux-Bonnes kom ik op de reguliere beklimming. Ik heb last van de hitte en blijkbaar heb ik de Marie-Blanque minder goed verteerd dan ik dacht. De rug speelt ook weer op, en ik besluit als een ware toerist te stoppen. En vervolgens nog een paar keer. Hey, dit komt me wel wat bekend voor! Vorig jaar liep deze klim (toen ook de laatste klim) ook niet. Tja, dan niet. Gourette is nog net zo lelijk als vorig jaar, maar de laatste paar kilometer zijn fraai.
Dat leegstaande hotel, een paar kilometer onder de top, is toch ook wel interessant:
Gelukkig ben ik er dan bijna.
Bovenop bidons vullen en een ijsje. Dat mag wel. Vervolgens weer die leuke afdaling (Aubisque, klein stukje klimmen, Soulor). Ik stop niet in Argelès-Gazost, maar rijd direct naar Luz-Saint-Sauveur. De 200 aantikken geloof ik wel, dus linea recta naar huis, Om half 8 rol ik de lift van het appartementencomplex weer in.
Mooie rit, en die Marie-Blanque is cool (toch ook maar eens de Quebrantahuesos rijden!), maar de aftakeling op de Aubisque geeft niet al te veel vertrouwen voor zondag. Tja, dat zien we dan wel weer. Na de Aubisque ben ik toch aardig hersteld, want ik ben niet compleet naar de klote en heb wél gewoon trek. Dat komt goed uit, want Yuri heeft paella gemaakt (en dat smaakt echt heel goed!)
198.1km/4,050m
Vrijdag
Vandaag en morgen zijn nou eens een keer echte rustdagen. Ik ga wél fietsen, maar neem me voor niet ver en vooral heel rustig te fietsen.
Een paar mensen doen vandaag Cauterets + Pont d'Espagne. Nou, ik ga wel mee en zie daar wel hoe en/of wat. Na een paar kilometer slakkentempo op de Cauterets vind ik 't welletjes, keer om en en fiets als een slak (herstelmode = on) terug naar Luz-Saint-Sauveur.
De organisatie heeft een lokaal lusje bedacht waarmee de cyclo zondag begint. Omdat dit toch zo goed als op de route ligt ga ik op de terugweg naar op een gegeven moment rechtsaf richting Sassis. Veel stelt het natuurlijk niet voor, maar het is een fijne gedachte dat we zondag niet meteen de Tourmalet op hoeven te fietsen (lees: eerst een klein stukje warmfietsen). Aan het eind dool ik nog eventjes door wat achterstraatjes van Luz-Saint-Sauveur. Altijd grappig om te zien.
37.3km/533m
Zaterdag
Nou, morgen gaat het gebeuren! Vandaag nog maar even een rustig rondje. Ik fiets het gehele eerste lusje van de cyclo, schud tussendoor de benen wakker met 2*2' op Luz Ardiden (vanzelf gaat 't niet, maar op zich gaat het aardig vooruit!) en rijd ook nog een heel klein stukje de Tourmalet op (tot iets na de stoplichten). Ik blijk zeker niet de enige op Luz Ardiden! Het is hier eigenlijk best druk.
Een beetje vermoeid voel ik me nog wel, maar dat zal vast wel goedkomen. In de namiddag ga ik even 2 uurtjes op bed liggen, gewoon omdat het kan.
21.8km/558m
-
- Forum-lid
- Berichten: 226
- Lid geworden op: 02 aug 2017 23:23
Mooi verslag en leuk geschreven! leest heel vlot.
'Hey, Nutella!'.
Zondagochtend, 5:15 uur. Buiten is het nog donker. Binnen, in de slaapkamer, ook. M'n kamergenoten slapen nog, geloof ik. Gistermiddag hebben Yuri en ik pannenkoeken gebakken. Bij een aantal eerdere cyclo's pannenkoeken als ontbijt gegeten en dat beviel me vrij goed.
Een uur geleden was ik al wakker. Ben toen naar de keuken gestrompeld en heb daar vijf pannenkoeken gesmeerd. Het 'beleg'? Nutella of aardbeienjam. Die 'gesmeerde' pannenkoeken lig ik nu in m'n bed naar binnen te werken. Alhoewel de keuze niet groot is, is het bij elke pannenkoek een kleine verrassing wat erop zit. Ik neem een hap van de eerste. 'Hey, Nutella'.
Na vijf pannenkoeken heb ik er ook wel genoeg van. Burp. M'n wekker staat om 6:30 uur. Slapen lukt niet meer, maar even een uurtje blijven liggen is niet verkeerd. Vannacht ouderwets slecht geslapen. Blij dat ik gister al 2 uur heb gebufferd!
M'n spullen heb ik gisteravond al klaargelegd. De weersvoorspelling lijkt wel ok, maar weliswaar met kans op een bui. Het zal wel.
Ondertussen is het een uur of 7. Over een half uur is de start. Even op het balkon het weer checken. Hmm, het is al best warm? Ik besluit de armstukken thuis te laten en vertrek in kort-kort. Een dunne body gaat mee voor de afdalingen. Die past makkelijk in het middelste zakje van m'n shirt en dan is er nog ruimte genoeg voor eten.
De start
Fashionably late komen we bij de start aan. Daar staan natuurlijk al heel veel mensen te wachten. Ach ja, lekker achteraan aansluiten. Zelf heb ik absoluut geen zin zo lang stil te staan. Dan maar wat verder naar achter starten.
De organisatie heeft aan deze cyclo de naam Look Marmotte Granfondo Pyrénées meegegeven. Ik heb een flauw vermoeden dat deze Marmotte lastiger is dan de 'échte' Marmotte en heb me voorgenomen vooral niet te hard van start te gaan.
We beginnen met het lokale lusje van een kilometer of 7. Eigenlijk best fijn, want dan zijn de beentjes enigszins aangezwengeld voordat de Tourmalet begint.
Tourmalet #1
Klim nummer 1 staat te wachten: de westkant van de Tourmalet. De Tourmalet heeft blijkbaar al meer dan 80x in de Tour de France gezeten! Soms als slotklim, meestal als doorkomstplaats. Vandaag, tijdens de cyclo, is het een doorkomstplaats. Twee keer zelfs!
Enfin, eerst de westkant dus, vanuit Luz-Saint-Sauveur. Vanaf hier ben ik nog nooit omhoog gefietst. Wél afgedaald. Volgens het profiel is hij behoorlijk constant en bijna nergens heel moeilijk. De klim duurt wel bijna 19 kilometer, dat is behoorlijk.
Ik rijd enige tijd achter twee Engelsen, die Sky-lookalike-kleding dragen. De ene renner heeft wel wat weg van Kwiatkowski, de andere van een Froome + 20 kg. Ze rijden een prima tempo en ik besluit m'n karretje aan te haken. Gestaag halen we behoorlijk wat mensen in. Voor sommigen lijkt deze berg er al te veel aan. Wat een gehark! Hoe denken ze ooit die tocht uit te gaan rijden? Ik merk dat ik me erger aan meerijdende auto's. Anders doe je dat even niet!? Het gaat onder meer om een grijze Volkswagen Transporter met Belgisch kenteken. Later blijkt dat dit zeker niet de laatste keer was dat ik die auto zag.
Op een gegeven moment plafonneert Froomey+20kg een beetje en Kwiatkowski houdt wat in. Ik besluit de twee mannen achter me te laten en rijd eigen tempo verder. Het voordeel van achteraan starten is dat je veel mensen in kunt halen. Lekker! Hey, ik hoor Abba. Iets verderop staat een auto geparkeerd. Ernaast dansende mensen. Mooi dit, even groeten!
De laatste kilometer van de Tourmalet blijkt de lastigste. Bovenop heb ik 1 bidon leeg. Prima! Bovendien was m'n plan pas bovenop Hourquette d'Ancizan te stoppen voor ravitaillering. Ik stop eventjes om m'n body aan te trekken. Hoppa, afdalen! Al rijdende probeer ik een reep van de wikkel te ontdoen. Dat lukt niet 1-2-3. Shit! Je maakt hier best makkelijk snelheid, er liggen wat bochten en bovendien zijn er nog meer mensen op de weg. Ik stop daarom maar even opnieuw, en haal de reep uit de verpakking. Verorberen tijdens de afdaling dat ding!
Dit is best wel een mooie afdaling, maar helaas rijden er weer een hoop pannenkoeken rond die niet kunnen dalen. Links inhalen? Lastig. Rechts dan maar? Ook lastig. Probleem is dat ze een rare, onvoorspelbare lijn rijden. En daarmee nogal in de weg rijden.. Desondanks haal ik volgens Strava bijna 60 km/h gemiddeld over 17 kilometer. Vroem!
Hourquette d'Ancizan
De afdaling eindigt met een flinke bocht in Sainte Marie de Campan. Daar begint klim #2 van vandaag, Hourquette d'Ancizan. De eerste tig kilometer is het bepaald niet steil. Er wordt een groepje gevormd, uiteraard met zo goed als allemaal slepers. In het wiel rijden: ja hoor! Op kop: nee joh, ik ben moe! Het gaat langzaam en ik heb geen zin om op kop te rijden. De oplossing? Wegrijden naar een klein groepje ervoor. Ja natuurlijk, hiermee verspil je meer energie dan nodig, maar ach, zo voelt het tenminste wat meer als koers!
Na de afslag richting Hourquette d'Ancizan gaat een enthousiaste Deen me gangmaken. Volgens hem ben ik "a good climber". Haha, ok! In zijn wiel rijd ik naar een groepje. "Takk!"
Ook deze klim ken ik nog niet, maar ik vind 'm mooi! Afwisselend, stukje over een soort vlakte, stukje door een bos, een afdalinkje erin, niet te steil, prima! Als ik achterom kijk zie ik verderop een groepje langzaam dichterbij komen. Daar hád ik in kunnen zitten, en wat kunnen sparen. Boeiend. Ik rijd nu hier, en op deze manier ben ik in ieder geval vóór hun bij de bevoorrading.
Een dranghek met een paar kraantjes waar amper water uit komt. De bidons bijvullen duurt een eeuwigheid. Lekker geregeld! Ik dump m'n miniverzameling lege wikkels en vervolg m'n weg. Er staan borden dat deze afdaling gevaarlijk is. Vorig jaar ben ik 'm van de andere kant omhoog gefietst en kan me daar wel iets bij voorstellen. Niet al te denderend asfalt en een aantal onoverzichtelijke bochten. En het is de smalste weg van vandaag. Ik doe rustig aan en haal desondanks nog een paar mensen in. Volgens Strava rijd ik alsnog 54+ km/h gemiddeld over bijna 9 kilometer. Het dalen gaat lekker vandaag!
Onderaan een verbindingsstuk naar de voet van de Aspin. Ik trek een sprintje naar wat mensen voor me. Hey, daar is m'n Deense vriend weer! En hij besluit op kop te gaan boren. Zonder een trap teveel te doen, bollen we zonder inspanning door. Als de Deen op het laatste moment tóch stopt bij de bevoorrading blijkt de groep weer te bestaan uit slepers. Dan maar demarreren. Een bekende die in hetzelfde groep zit roept "Koers!" en zit meteen in m'n wiel. Even spelen hoor!
Col d'Aspin
Waarempel, deze klim ken ik al. Gelijkmatig, nergens heel steil, een kilometer of 12 lang. In het wiel van een Spanjaard, waarvan ik vind dat hij een uitstekend tempo rijdt, haal ik weer lekker wat volk in. Ik kijk om me heen, en geniet. Mooie klim! VAM ligt weer tegen de 1000 en de benen draaien nog behoorlijk.
Bovenop de col aangekomen snel nog een bidon bijvullen. In de afdaling is er vast tijd om te drinken en zometeen bovenop de Tourmalet heb ik ongetwijfeld beide bidons wel weer leeg. Ook hier weer die malle kraantjes, maar het is vrij snel gepiept.
De afdaling begint en de eerste renner die ik inhaal is een of andere gast die afdaalt op de bovenbuis. Zucht. Ik vlieg 'm voorbij en maak 'm duidelijk dat 'ie dat beter gewoon niet kan doen. Wie weet helpt het..
Op een gegeven moment vlakt de afdaling een beetje af. Het zou fijn zijn om hier kop-over-kop te rijden, maar ik zie in de verre verte niemand voor of achter me. Heel even vraag ik me daarom af of ik nog wel op de route zit. Heel eventjes. Dan trek ik de conclusie dat er nergen een afslag is geweest, en rijd lekker verder. Ah, daar is de bocht in Sainte Marie de Campan weer!
Tourmalet #2
Nou, drie beklimmingen (en afdalingen) zitten erop! Nu nog 2 beklimmingen en 1 afdaling. Beide beklimmingen ben ik al eens opgereden, de Hautacam zelfs twee keer. Dit zijn de lastigste klimmen van deze tocht, en niet alleen omdat het toevallig klim #4 en #5 zijn.
De eerste 6 kilometer zijn prima te doen, en ik besluit nu eens wél wat gasten op sleeptouw te nemen. Het is toch bergop (dus veel voordeel hebben ze er niet van) en ik voel me nog best prima.
De laatste ~11 kilometer gaat het gemiddeld tegen de 9%. Hier beginnen de benen wel wat te sputteren. Met name het stuk met de galerijen en naar dat oerlelijke La Mongie toe loopt niet. Het begint te spetteren. Tot nu toe is het weer eigenlijk ideaal, maar deze bui is eigenlijk best welkom. Lekker verfrissend. Ik maak me wel een beetje zorgen over de komende afdaling, maar goed, eerst maar eens boven komen.
Net voor het uitrijden van La Mongie staat rechts een soort schuur. Ik hoor gejoel. Allemaal kinderen die renners aanmoedigen. Daar hebben ze alle tijd voor, want bijna iedereen kruipt voorbij. Ik maak een halve wheelie en joel naar de 'supporters'. Leuk dit soort aanmoedigingen!
De laatste paar kilometer doen best pijn, maar over de hele klim (vanaf het dorp onderaan tot de top) haal ik een VAM van 1050. Nice!
Bovenaan zie ik Paul van Campo Bicicleta, waar ik m'n fiets voor deze week heb gehuurd. CB heeft op de route een aantal verzorgingsposten staan, speciaal voor de mensen die bij hun een arrangement hebben geboekt. Ik heb dat dan wel niet gedaan, maar vraag of hij water heeft. "Jazeker!" We maken even kort een babbeltje. "Hey kijk, Miguel Indurain" En ja hoor, daar fietst Miguel Indurain! Hij krijgt wat Spaanse aanmoedigingen van Paul, lacht en steekt z'n duim op.
Met twee volle bidons begin ik aan de afdaling. Het eerste stuk is nat. De bochten neem ik behoedzaam. Pff, jammer dit. Gelukkig blijkt het verderop kurkdroog te liggen! Er komt zelfs een motor van de organisatie voor me rijden. Wat een racebaan hier! Inclusief het natte eerste stuk zegt Strava bijna 56 km/h gemiddeld over 19 kilometer. De laatste 6 kilometer: 76 km/h gemiddeld. Gaaaaf!
Het laatste stukje van de afdaling heb ik gister verkend. Twee keer een bocht naar rechts en om dan door het centrum van Luz-Saint-Sauveur te vliegen. Haha, schitterend dit!
Luz-Saint-Sauveur > voet Hautacam
Wat nu volgt is een een verbindingsstuk, op te delen in drie stukken:
Hautacam
De slotklim. De klim die dinsdag to-taal niet liep. Toen als eerste klim, nu als laatste klim. Eens kijken wat er nog in de tank zit.
De slepers laat ik zo goed als meteen achter me. 'Ok, misschien namen ze daarom niet over..' Net als op de Tourmalet zojuist is het hier ieder voor zich. Lijden, dat is het. Heel langzaam raap ik af en toe een renner op. Soms een wanhopige blik opzij, soms stoïcijns voor zich uitkijkend. Het grijze busje met Belgisch kenteken zag ik zojuist, op de tweede keer Tourmalet, al. Hier zie 'm weer. Voor m'n gevoel word ik op de Hautacam ontelbaar vaak door dat ding ingehaald, om 'm daarna weer in de kant te zien staan. Ah, ze zijn iemand aan het aanmoedigen. Goh, je verwacht het niet!
Af en toe krijgt diegene een flesje water aangereikt. Tot nu toe waren de omstandigheden qua weer eigenlijk zo goed als ideaal, maar hier begint het toch wel warm te worden. En koud water, dat heb ik ondertussen niet meer. Ik vraag me af of het aangereikte water wel nut heeft, want de jongen begint steeds meer te harken. Op een gegeven moment rij ik vlak achter hem. Ik steek m'n arm uit en breng waarschijnlijk iets uit als "Wa ....ter, mag .... ik ... ook?". De jonge vrouw geeft me een flesje. Dank! De inhoud giet ik in m'n nek. Zo dan, fris!
Wat een rotklim is dit. Onregelmatig en die 10%-stukken willen niet meer zo goed. Ik wissel af en toe tussen de 28 en 25, maar 99% van de tijd ligt de ketting op het 28-kransje. Het is duwen geworden in plaats van draaien. Ondertussen heb ik wel al een stuk of 10 mensen ingehaald. Wie weet kan ik nog wel in de top 100 eindigen! Het precieze aantal heb ik niet bijgehouden, en daar heb ik ook geen zin in. Dan komt een kerel me voorbij gefietst. Ik doe geeneens een poging aan te haken, want hij rijdt significant harder. Ik geloof het wel, en hark verder. De laatste paar kilometer loopt het zowaar ietsje beter (qua steigingspercentage zwakt het daar ook ietsje af). Ik haal nog wat mensen in, schakel over naar het buitenblad en sprint vol over de parkeerplaats. Zo, de finish! M'n eigen naam klinkt door de speakers. Achteraf blijkt dat ik in dit sprintje m'n hoogste hartslag van de dag heb gehaald. Haha.
Ik bol uit en laat zo'n A4'tje (lees: diploma) printen. 7 uur, 38 minuten. Zelf heb ik 7:34 geklokt. Hmm ok, blijkbaar hebben ze de brutotijd genomen. Het zal wel.
Een klein, schattig meisje blijkt m'n stuurbordje te willen hebben. Nou, hier, alsjeblieft! Weer iemand blij.
Achteraf zie ik dat ik als 104e ben geëindigd. Geen top 100 dus, maar wel tevreden. En ja, deze Marmotte is zeker zwaarder dan die andere Marmotte.
Zondagochtend, 5:15 uur. Buiten is het nog donker. Binnen, in de slaapkamer, ook. M'n kamergenoten slapen nog, geloof ik. Gistermiddag hebben Yuri en ik pannenkoeken gebakken. Bij een aantal eerdere cyclo's pannenkoeken als ontbijt gegeten en dat beviel me vrij goed.
Een uur geleden was ik al wakker. Ben toen naar de keuken gestrompeld en heb daar vijf pannenkoeken gesmeerd. Het 'beleg'? Nutella of aardbeienjam. Die 'gesmeerde' pannenkoeken lig ik nu in m'n bed naar binnen te werken. Alhoewel de keuze niet groot is, is het bij elke pannenkoek een kleine verrassing wat erop zit. Ik neem een hap van de eerste. 'Hey, Nutella'.
Na vijf pannenkoeken heb ik er ook wel genoeg van. Burp. M'n wekker staat om 6:30 uur. Slapen lukt niet meer, maar even een uurtje blijven liggen is niet verkeerd. Vannacht ouderwets slecht geslapen. Blij dat ik gister al 2 uur heb gebufferd!
M'n spullen heb ik gisteravond al klaargelegd. De weersvoorspelling lijkt wel ok, maar weliswaar met kans op een bui. Het zal wel.
Ondertussen is het een uur of 7. Over een half uur is de start. Even op het balkon het weer checken. Hmm, het is al best warm? Ik besluit de armstukken thuis te laten en vertrek in kort-kort. Een dunne body gaat mee voor de afdalingen. Die past makkelijk in het middelste zakje van m'n shirt en dan is er nog ruimte genoeg voor eten.
De start
Fashionably late komen we bij de start aan. Daar staan natuurlijk al heel veel mensen te wachten. Ach ja, lekker achteraan aansluiten. Zelf heb ik absoluut geen zin zo lang stil te staan. Dan maar wat verder naar achter starten.
De organisatie heeft aan deze cyclo de naam Look Marmotte Granfondo Pyrénées meegegeven. Ik heb een flauw vermoeden dat deze Marmotte lastiger is dan de 'échte' Marmotte en heb me voorgenomen vooral niet te hard van start te gaan.
We beginnen met het lokale lusje van een kilometer of 7. Eigenlijk best fijn, want dan zijn de beentjes enigszins aangezwengeld voordat de Tourmalet begint.
Tourmalet #1
Klim nummer 1 staat te wachten: de westkant van de Tourmalet. De Tourmalet heeft blijkbaar al meer dan 80x in de Tour de France gezeten! Soms als slotklim, meestal als doorkomstplaats. Vandaag, tijdens de cyclo, is het een doorkomstplaats. Twee keer zelfs!
Enfin, eerst de westkant dus, vanuit Luz-Saint-Sauveur. Vanaf hier ben ik nog nooit omhoog gefietst. Wél afgedaald. Volgens het profiel is hij behoorlijk constant en bijna nergens heel moeilijk. De klim duurt wel bijna 19 kilometer, dat is behoorlijk.
Ik rijd enige tijd achter twee Engelsen, die Sky-lookalike-kleding dragen. De ene renner heeft wel wat weg van Kwiatkowski, de andere van een Froome + 20 kg. Ze rijden een prima tempo en ik besluit m'n karretje aan te haken. Gestaag halen we behoorlijk wat mensen in. Voor sommigen lijkt deze berg er al te veel aan. Wat een gehark! Hoe denken ze ooit die tocht uit te gaan rijden? Ik merk dat ik me erger aan meerijdende auto's. Anders doe je dat even niet!? Het gaat onder meer om een grijze Volkswagen Transporter met Belgisch kenteken. Later blijkt dat dit zeker niet de laatste keer was dat ik die auto zag.
Op een gegeven moment plafonneert Froomey+20kg een beetje en Kwiatkowski houdt wat in. Ik besluit de twee mannen achter me te laten en rijd eigen tempo verder. Het voordeel van achteraan starten is dat je veel mensen in kunt halen. Lekker! Hey, ik hoor Abba. Iets verderop staat een auto geparkeerd. Ernaast dansende mensen. Mooi dit, even groeten!
De laatste kilometer van de Tourmalet blijkt de lastigste. Bovenop heb ik 1 bidon leeg. Prima! Bovendien was m'n plan pas bovenop Hourquette d'Ancizan te stoppen voor ravitaillering. Ik stop eventjes om m'n body aan te trekken. Hoppa, afdalen! Al rijdende probeer ik een reep van de wikkel te ontdoen. Dat lukt niet 1-2-3. Shit! Je maakt hier best makkelijk snelheid, er liggen wat bochten en bovendien zijn er nog meer mensen op de weg. Ik stop daarom maar even opnieuw, en haal de reep uit de verpakking. Verorberen tijdens de afdaling dat ding!
Dit is best wel een mooie afdaling, maar helaas rijden er weer een hoop pannenkoeken rond die niet kunnen dalen. Links inhalen? Lastig. Rechts dan maar? Ook lastig. Probleem is dat ze een rare, onvoorspelbare lijn rijden. En daarmee nogal in de weg rijden.. Desondanks haal ik volgens Strava bijna 60 km/h gemiddeld over 17 kilometer. Vroem!
Hourquette d'Ancizan
De afdaling eindigt met een flinke bocht in Sainte Marie de Campan. Daar begint klim #2 van vandaag, Hourquette d'Ancizan. De eerste tig kilometer is het bepaald niet steil. Er wordt een groepje gevormd, uiteraard met zo goed als allemaal slepers. In het wiel rijden: ja hoor! Op kop: nee joh, ik ben moe! Het gaat langzaam en ik heb geen zin om op kop te rijden. De oplossing? Wegrijden naar een klein groepje ervoor. Ja natuurlijk, hiermee verspil je meer energie dan nodig, maar ach, zo voelt het tenminste wat meer als koers!
Na de afslag richting Hourquette d'Ancizan gaat een enthousiaste Deen me gangmaken. Volgens hem ben ik "a good climber". Haha, ok! In zijn wiel rijd ik naar een groepje. "Takk!"
Ook deze klim ken ik nog niet, maar ik vind 'm mooi! Afwisselend, stukje over een soort vlakte, stukje door een bos, een afdalinkje erin, niet te steil, prima! Als ik achterom kijk zie ik verderop een groepje langzaam dichterbij komen. Daar hád ik in kunnen zitten, en wat kunnen sparen. Boeiend. Ik rijd nu hier, en op deze manier ben ik in ieder geval vóór hun bij de bevoorrading.
Een dranghek met een paar kraantjes waar amper water uit komt. De bidons bijvullen duurt een eeuwigheid. Lekker geregeld! Ik dump m'n miniverzameling lege wikkels en vervolg m'n weg. Er staan borden dat deze afdaling gevaarlijk is. Vorig jaar ben ik 'm van de andere kant omhoog gefietst en kan me daar wel iets bij voorstellen. Niet al te denderend asfalt en een aantal onoverzichtelijke bochten. En het is de smalste weg van vandaag. Ik doe rustig aan en haal desondanks nog een paar mensen in. Volgens Strava rijd ik alsnog 54+ km/h gemiddeld over bijna 9 kilometer. Het dalen gaat lekker vandaag!
Onderaan een verbindingsstuk naar de voet van de Aspin. Ik trek een sprintje naar wat mensen voor me. Hey, daar is m'n Deense vriend weer! En hij besluit op kop te gaan boren. Zonder een trap teveel te doen, bollen we zonder inspanning door. Als de Deen op het laatste moment tóch stopt bij de bevoorrading blijkt de groep weer te bestaan uit slepers. Dan maar demarreren. Een bekende die in hetzelfde groep zit roept "Koers!" en zit meteen in m'n wiel. Even spelen hoor!
Col d'Aspin
Waarempel, deze klim ken ik al. Gelijkmatig, nergens heel steil, een kilometer of 12 lang. In het wiel van een Spanjaard, waarvan ik vind dat hij een uitstekend tempo rijdt, haal ik weer lekker wat volk in. Ik kijk om me heen, en geniet. Mooie klim! VAM ligt weer tegen de 1000 en de benen draaien nog behoorlijk.
Bovenop de col aangekomen snel nog een bidon bijvullen. In de afdaling is er vast tijd om te drinken en zometeen bovenop de Tourmalet heb ik ongetwijfeld beide bidons wel weer leeg. Ook hier weer die malle kraantjes, maar het is vrij snel gepiept.
De afdaling begint en de eerste renner die ik inhaal is een of andere gast die afdaalt op de bovenbuis. Zucht. Ik vlieg 'm voorbij en maak 'm duidelijk dat 'ie dat beter gewoon niet kan doen. Wie weet helpt het..
Op een gegeven moment vlakt de afdaling een beetje af. Het zou fijn zijn om hier kop-over-kop te rijden, maar ik zie in de verre verte niemand voor of achter me. Heel even vraag ik me daarom af of ik nog wel op de route zit. Heel eventjes. Dan trek ik de conclusie dat er nergen een afslag is geweest, en rijd lekker verder. Ah, daar is de bocht in Sainte Marie de Campan weer!
Tourmalet #2
Nou, drie beklimmingen (en afdalingen) zitten erop! Nu nog 2 beklimmingen en 1 afdaling. Beide beklimmingen ben ik al eens opgereden, de Hautacam zelfs twee keer. Dit zijn de lastigste klimmen van deze tocht, en niet alleen omdat het toevallig klim #4 en #5 zijn.
De eerste 6 kilometer zijn prima te doen, en ik besluit nu eens wél wat gasten op sleeptouw te nemen. Het is toch bergop (dus veel voordeel hebben ze er niet van) en ik voel me nog best prima.
De laatste ~11 kilometer gaat het gemiddeld tegen de 9%. Hier beginnen de benen wel wat te sputteren. Met name het stuk met de galerijen en naar dat oerlelijke La Mongie toe loopt niet. Het begint te spetteren. Tot nu toe is het weer eigenlijk ideaal, maar deze bui is eigenlijk best welkom. Lekker verfrissend. Ik maak me wel een beetje zorgen over de komende afdaling, maar goed, eerst maar eens boven komen.
Net voor het uitrijden van La Mongie staat rechts een soort schuur. Ik hoor gejoel. Allemaal kinderen die renners aanmoedigen. Daar hebben ze alle tijd voor, want bijna iedereen kruipt voorbij. Ik maak een halve wheelie en joel naar de 'supporters'. Leuk dit soort aanmoedigingen!
De laatste paar kilometer doen best pijn, maar over de hele klim (vanaf het dorp onderaan tot de top) haal ik een VAM van 1050. Nice!
Bovenaan zie ik Paul van Campo Bicicleta, waar ik m'n fiets voor deze week heb gehuurd. CB heeft op de route een aantal verzorgingsposten staan, speciaal voor de mensen die bij hun een arrangement hebben geboekt. Ik heb dat dan wel niet gedaan, maar vraag of hij water heeft. "Jazeker!" We maken even kort een babbeltje. "Hey kijk, Miguel Indurain" En ja hoor, daar fietst Miguel Indurain! Hij krijgt wat Spaanse aanmoedigingen van Paul, lacht en steekt z'n duim op.
Met twee volle bidons begin ik aan de afdaling. Het eerste stuk is nat. De bochten neem ik behoedzaam. Pff, jammer dit. Gelukkig blijkt het verderop kurkdroog te liggen! Er komt zelfs een motor van de organisatie voor me rijden. Wat een racebaan hier! Inclusief het natte eerste stuk zegt Strava bijna 56 km/h gemiddeld over 19 kilometer. De laatste 6 kilometer: 76 km/h gemiddeld. Gaaaaf!
Het laatste stukje van de afdaling heb ik gister verkend. Twee keer een bocht naar rechts en om dan door het centrum van Luz-Saint-Sauveur te vliegen. Haha, schitterend dit!
Luz-Saint-Sauveur > voet Hautacam
Wat nu volgt is een een verbindingsstuk, op te delen in drie stukken:
- 1) het dorp uit en twee bruggen over
- 2) Gorge de Luz
- 3) van de rotonde tot aan de voet, deels over een b-weg
Hautacam
De slotklim. De klim die dinsdag to-taal niet liep. Toen als eerste klim, nu als laatste klim. Eens kijken wat er nog in de tank zit.
De slepers laat ik zo goed als meteen achter me. 'Ok, misschien namen ze daarom niet over..' Net als op de Tourmalet zojuist is het hier ieder voor zich. Lijden, dat is het. Heel langzaam raap ik af en toe een renner op. Soms een wanhopige blik opzij, soms stoïcijns voor zich uitkijkend. Het grijze busje met Belgisch kenteken zag ik zojuist, op de tweede keer Tourmalet, al. Hier zie 'm weer. Voor m'n gevoel word ik op de Hautacam ontelbaar vaak door dat ding ingehaald, om 'm daarna weer in de kant te zien staan. Ah, ze zijn iemand aan het aanmoedigen. Goh, je verwacht het niet!
Af en toe krijgt diegene een flesje water aangereikt. Tot nu toe waren de omstandigheden qua weer eigenlijk zo goed als ideaal, maar hier begint het toch wel warm te worden. En koud water, dat heb ik ondertussen niet meer. Ik vraag me af of het aangereikte water wel nut heeft, want de jongen begint steeds meer te harken. Op een gegeven moment rij ik vlak achter hem. Ik steek m'n arm uit en breng waarschijnlijk iets uit als "Wa ....ter, mag .... ik ... ook?". De jonge vrouw geeft me een flesje. Dank! De inhoud giet ik in m'n nek. Zo dan, fris!
Wat een rotklim is dit. Onregelmatig en die 10%-stukken willen niet meer zo goed. Ik wissel af en toe tussen de 28 en 25, maar 99% van de tijd ligt de ketting op het 28-kransje. Het is duwen geworden in plaats van draaien. Ondertussen heb ik wel al een stuk of 10 mensen ingehaald. Wie weet kan ik nog wel in de top 100 eindigen! Het precieze aantal heb ik niet bijgehouden, en daar heb ik ook geen zin in. Dan komt een kerel me voorbij gefietst. Ik doe geeneens een poging aan te haken, want hij rijdt significant harder. Ik geloof het wel, en hark verder. De laatste paar kilometer loopt het zowaar ietsje beter (qua steigingspercentage zwakt het daar ook ietsje af). Ik haal nog wat mensen in, schakel over naar het buitenblad en sprint vol over de parkeerplaats. Zo, de finish! M'n eigen naam klinkt door de speakers. Achteraf blijkt dat ik in dit sprintje m'n hoogste hartslag van de dag heb gehaald. Haha.
Ik bol uit en laat zo'n A4'tje (lees: diploma) printen. 7 uur, 38 minuten. Zelf heb ik 7:34 geklokt. Hmm ok, blijkbaar hebben ze de brutotijd genomen. Het zal wel.
Een klein, schattig meisje blijkt m'n stuurbordje te willen hebben. Nou, hier, alsjeblieft! Weer iemand blij.
Achteraf zie ik dat ik als 104e ben geëindigd. Geen top 100 dus, maar wel tevreden. En ja, deze Marmotte is zeker zwaarder dan die andere Marmotte.
Erg mooi verslag en ook richtig tolle Leistung!
Klopt mijn veronderstelling dat je nog niet heel veel cyclo's hebt gereden?
Klopt mijn veronderstelling dat je nog niet heel veel cyclo's hebt gereden?
Thanks!
Haha. Definieer "niet heel veel". Als ik me niet vergis kom ik tot 10 verschillende cyclo's, waarvan ik er 4 ondertussen 2 x heb gereden. Totaal 14 deelnames dus. Het ligt voor de hand te denken dat je tot je veronderstelling bent gekomen door sommige passages. Klopt dat?
Dit is wel pas m'n eerste cycloschrijfsel. Maar ja, sommige dingen, zoals slechte dalers, wennen gewoon niet.
Hmmz dan had in het mis
Met name het op kop gaan rijden en het uit het wiel rijden van andere deelnemers is iets wat je veel ziet bij beginnende cyclorijders, vandaar.
Misschien zou je nóg beter kunnen rijden als je je krachten wat meer zou sparen. Doet niks af aan je prestatie verder, top 100 is gewoon heel straf ik doe het je niet na!
Met name het op kop gaan rijden en het uit het wiel rijden van andere deelnemers is iets wat je veel ziet bij beginnende cyclorijders, vandaar.
Misschien zou je nóg beter kunnen rijden als je je krachten wat meer zou sparen. Doet niks af aan je prestatie verder, top 100 is gewoon heel straf ik doe het je niet na!
-
- Forum-lid
- Berichten: 56
- Lid geworden op: 17 jul 2011 20:28
- Locatie: Menen, West-Vlaanderen, België
Misschien ligt het aan het feit dat het mijn eerste 2 (grote) cyclos waren, maar zeker tijdens het klimmen vond ik het heel moeilijk om in het wiel te blijven. Of ze rijden te traag of ze rijden mij te snel voorbij. Het was soms ook aangenamer om niets voor je te hebben.havana schreef: ↑18 sep 2017 06:37 Hmmz dan had in het mis
Met name het op kop gaan rijden en het uit het wiel rijden van andere deelnemers is iets wat je veel ziet bij beginnende cyclorijders, vandaar.
Misschien zou je nóg beter kunnen rijden als je je krachten wat meer zou sparen. Doet niks af aan je prestatie verder, top 100 is gewoon heel straf ik doe het je niet na!
Ik merk wel dat ik mij ook te vaak laat overhalen om ook op het vlakke en vals plat veel werk te doen (bv. richting voet Alpe D'huez, voet Hautacam en vals plat richting Hourquette). Daar moet ik de volgende jaren toch op letten. Ik vind het wel moeilijk om mensen die vragen/smeken om aflossing te negeren. Tips?
- amclassic-fan
- Forum-lid HC
- Berichten: 24317
- Lid geworden op: 23 jun 2004 17:56
- Locatie: Leende
Is ook een stukje personaliteit, in koers heb je er ook altijd linkeballen tussen zitten en diegene die gewoon door willen rijden. In cyclo's is het concept van niet willen werken op de lopende stukken volledig door geslagen, ik heb al een aantal keer mee gemaakt dat het volledig stil viel en dan gaat er vroeg of laat wel iemand demarreren. Als je een goede tijd neer wilt zetten heb je juist baat bij een groep die soepel rond draait en waar iedereen een kleine bijdrage aan het tempo levert.